ANTWERPEN – De afvalverwerkingsinstallatie van Indaver NV in Antwerpen krijgt per onmiddellijk strikte lozingsnormen opgelegd voor PFAS. Dat besliste Zuhal Demir (N-VA), Vlaams minister van Omgeving Zuhal, na het doorlopen van een bijstellingsprocedure op initiatief van het bedrijf.
Demir: ‘Voor alle PFAS-stoffen wordt de norm voortaan de strenge 0,1µg/liter, wat overeenkomst met de strengste rapportagegrens. Dat is de kleinste concentratie die nog met een gekende (en redelijke) precisie en juistheid gekwantificeerd kan worden met de gebruikte analysemethode. ‘
‘Voor het bedrijf wil dat zeggen dat haar lozingsnormen voor bijvoorbeeld PFOS 60 keer strenger worden, voor PFBS zelfs 200 keer strenger. De aangevraagde lozingsnormen worden onder voorwaarden toegestaan voor een beperkte termijn van één jaar. ‘
‘Zo kunnen ze daarna opnieuw aangepast worden in functie van het huiswerk dat de minister het bedrijf oplegt. Onder meer ruimere PFAS-analyses, metingen van luchtemissies en verbrandingstemperatuuranalyse worden opgelegd.’
Indaver produceert in Antwerpen geen PFAS, noch PFAS-houdende stoffen, maar verwerkt PFAS-houdend afval van verschillende bedrijven, waaronder ook vanuit Nederland. Indaver verwerkt op jaarbasis meer dan 25 000 ton fluorhoudende stromen van variabele origine en samenstelling.
Demir: ‘Tijdens de procedure bleek dat Indaver nv in eerste instantie geen impactbeoordeling had voor de door haar voorziene lozingen. Dat resulteerde in enkele negatieve adviezen, waaronder dat van Natuur en Bos. Via een bestuurlijke lus werd de impactbeoordeling op de nabijgelegen bijzondere beschermingszones en VEN-gebieden toegevoegd aan het dossier en werd een nieuwe adviesronde opgestart. Daaruit werd geconcludeerd dat het voorwerp van de aanvraag géén significant effect zal hebben in functie van het Natuurdecreet. Gezien de afbouw van de lozingsnormen kunnen de lozingsnormen voor een beperkte periode van twaalf maanden toegestaan worden. De tweede adviesronde leidde tot enkel (voorwaardelijk) gunstige adviezen van de Vlaamse overheidsdiensten en geen advies van Agentschap Zorg en Gezondheid.’
Het tweede openbaar onderzoek vond plaats van 13 mei tot en met 12 juni in de stad Antwerpen. Er werden negentien bezwaarschriften ingediend door omwonenden, burgers, een milieuvereniging en de NMBS.
De parameters PFHA en PFPA werden door Indaver niet aangevraagd omdat die al verleend waren voor onbepaalde duur. Toch legt Demir ook voor deze twee als bijzondere voorwaarde de veel strengere 0,1 µg/liter op als norm.7
Als voorwaarde wordt bovendien opgelegd dat Indaver tegen 1 september van dit jaar een onderzoeksplan dient voor te leggen waarin nauwlettend wordt geanalyseerd of en van welke luchtemissies sprake is. (EM)