Wat voor een nummer alweer van de wereldkampioen, Mathieu van der Poel
HARELBEKE – De koers is nu echt in het land. We hebben al een aantal ‘sympathieke’ wedstrijden gezien maar met de E3 prijs in Harelbeke zijn de hoogdagen in onze contreien echt begonnen. Dat merk je aan het massaal aantal toeschouwers aan de start en langs het parcours, de hele stad die wielrennen ademt en de internationale wielerpers die neergestreken is in ons land. En dat zie je ook aan de naam van de winnaar: Mathieu van der Poel. In het peloton heerst de vrees dat de Nederbelg elke wedstrijd zal winnen waar hij zijn zinnen op gezet heeft. Voor vandaag waren er twee renners die erin geslaagd waren om in Harelbeke te winnen met de regenboogtrui om de schouders: Jan Janssen en Tom Boonen. Van der Poel heeft zijn naam daar nu aan toegevoegd.
De koers begon niet al te best voor Wout Van Aert of moeten we zeggen voor twee van zijn ploegmaats? Dylan Van Baarle en Per Strand Hagenes gingen tegen de vlakte. Voor laatstgenoemde – die een neusbreuk opliep – zat de koers er meteen op. De renners waren overigens furieus van start gegaan. Tijdens het eerste uur werd aan een gemiddelde van 51 kilometer gereden. Het was duidelijk dat op het vlakke ontsnappen een onmogelijke zaak was. Daarvoor was het wachten tot de aanloop naar de bergzone, op grondgebied Brakel. Drie renners trokken ervandoor en kregen even later het gezelschap van zeven anderen. In de kopgroep, die met vier minuten voorsprong La Houppe en de Kanarieberg bedwong, zat geen enkele Antwerpenaar. Het was wachten op de Taaienberg (of moeten we deze helling de ‘Tom Boonen-berg’ noemen) – met nog twee uur wedstrijd voor de boeg – vooraleer de groten hun neus echt aan het venster zouden steken.
Stuyven en Pedersen probeerden het maar werden gecounterd door Van der Poel, die zijn eerste van vier aanvalspogingen waagde. VDP keek achterom, zag dat het goed was en zette zich opnieuw recht. Zijn tweede jump kwam er op de Boigneberg. Van Aert besefte dat hij zijn aartsrivaal niet teveel uit het oog mocht verliezen. Driemaal is scheepsrecht, dacht deze laatste en op de Stationsberg zette hij opnieuw aan. En jawel hoor, Van Aert kleefde aan zijn wiel. Ook nu volgde er een hergroepering. Alhoewel, mag je dat zo noemen wanneer het peloton nog maar amper 35 renners bevat?
Wie nog iets wou proberen moest dat doen tussen de Paterberg en de Oude Kwaremont. Wat de E3-prijs zo mooi maakt, is dat er ongeveer evenveel zware hellingen worden aangedaan als in de Ronde, alleen in de wedstrijd met start en finish in Harelbeke volgen die elkaar in sneltempo op. En de Tiegemberg – in vergelijking tot Pater en Kwaremont een molshoop – situeert zich op twintig kilometer voor het einde. Dus was het opnieuw aan Van der Poel om voor de vierde – en dit keer beslissende – keer uit te halen. Van der Poel: ‘Ik wist dat het zwaartepunt zich in die strook zou bevinden. In mijn oortje hoorde ik dat er zich achter mij een valpartij had voorgedaan maar men had er niet bijverteld dat het om Wout Van Aert ging. Dat hoorde ik pas toen ik aan de beklimming van de Kwaremont begon.’
De Kempenaar kwam ten val toen hij in een smal gootje was beland. Het duurde even voor hij goed en wel opnieuw op de fiets zat. Zowat iedereen snelde hem voorbij en Wout moest de achtervolging inzetten met een achterstand van 30 seconden. Voorin was de vogel gaan vliegen. In de achtervolging toonde Jorgenson zich een voorbeeldige ploegmaat voor Van Aert. Hij nam zijn kopman op sleeptouw. Die naderde tot op twintig seconden. Met de Karnemelkbeekstraat in het vizier – op 32 kilometer van de finish – was Van Aert zelfs teruggekomen tot op tien seconden. Van der Poel: ‘Ik was ervan overtuigd dat hij zou terugkomen. Maar ik was vooral bezig om mijn eigen inspanning zo goed als mogelijk in te schatten. Ik wist dat de finish nog ver lag en de wind stond niet meteen gunstig.’
Van Aert kon op het vlakke telkens wel wat van zijn achterstand wegwerken maar die boni verloor hij telkens weer wanneer er een nieuwe helling opdook. Op die plekken was Van der Poel duidelijk beter. Van der Poel: ‘Tijdens dat klimmetje heb ik nog eens alles gegeven omdat ik wist dat Van Aert op dat moment nog alles of niets zou spelen om terug op mijn wiel te komen. Vanaf daar kroop de combinatie Pater – Kwaremont ook wel in de benen. En dan kreeg ik nog wegen voorgeschoteld die redelijk ondankbaar zijn wanneer je alleen moet rijden.’ In geen tijd bedroeg het verschil alweer twintig seconden. Dat was de klap teveel voor Van Aert die kilometer na kilometer verachterde. Stuyven haalde hem nog bij en met zijn tweeën mochten ze uitmaken wie links en rechts van VDP plaats mocht nemen op het podium. Het maakte Van Aert niet veel meer uit. Hij liet de eer aan Jasper.
NOG DRIE KEER VAN DER POEL – VAN AERT
Van Aert en Van der Poel komen elkaar tijdens dit voorseizoen nog driemaal tegen: in de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en de Amstel Gold Race. Van der Poel: ‘Ik had niet verwacht dat ik nu al in zulke goede conditie zou zitten. Ik denk zelfs dat je mijn huidige vorm kan vergelijken met diegene die ik had tijdens het WK. Ik heb mezelf verrast. Ik wou er een harde wedstrijd van maken. Daarom ging ik er al zo ver van de aankomst vandoor. Ik heb wedstrijden zoals deze – meer dan Milaan – San Remo – nodig om mijn topniveau te halen. Het regenweer heeft me weinig parten gespeeld. Daar heb je eigenlijk alleen maar last van wanneer er neerslag valt van bij de start. Nu gebeurde dat op een moment dat onze spieren al voldoende opgewarmd waren.’
‘Deze wedstrijd stond nog niet op mijn palmares. Ik ben dan ook heel blij met deze winst. Gent – Wevelgem van aanstaande zondag wordt moeilijker om te winnen. Mijn beste resultaat daar tot nu toe was een vierde plek. Vergeet niet dat we daar ook de kaart Philipsen kunnen trekken. Elke koers is anders dus ik hou nog wel degelijk rekening met Wout Van Aert. Ik denk dat hij er nog een beetje moet inkomen. Wellicht heeft hij zijn stage nog niet helemaal verteerd en vandaag kwam die val er dan nog bovenop. In de Ronde zal hij er wel staan. Vandaag reed hij wat defensief en dat was jammer maar dat komt wellicht door die stage.’
‘Ik weet dat ik de topfavoriet voor Vlaanderens Mooiste ben. Dat was ook zo geweest indien ik hier niet gepresteerd had. Daar heb ik vrede mee en het lijkt me logisch. Ik heb de Ronde ook al gewonnen nadat ik in Harelbeke een slechte prestatie had geleverd. We hebben in Spanje echt wel goed gewerkt, beter dan andere jaren. We wisten duidelijk wat het plan was en hebben dat beter kunnen inschatten. Na het goede nieuws over de contractverlenging maakte deze overwinning dat ik deze week geslaagd mag noemen. Het is niet zo dat ik absoluut alle topwedstrijden wil winnen. Dat komt gewoon. Maar wat ik wel fijn vind is dat ik zoveel mogelijk zeges kan behalen in deze trui. En zeggen dat ik me deze week op training niet echt super voelde. Men zegt altijd: hoe meer ik klaag, hoe meer wedstrijden ik win dus was ik hard aan het klagen.’
Van Aert: ‘Ik heb een klotegevoel omdat ik pijn heb. Voor de valpartij voelde ik me goed en op zich nadien ook nog wel maar op het laatst kreeg ik het heel lastig. Verder waren de benen goed. Mijn hele rechtse kant is best stijf. Ik heb een stevige klap op die kasseien gemaakt. De val was mijn eigen schuld. Ik probeerde uit de goot te springen. Ik heb dat al heel vaak gedaan maar deze keer liep het mis. Ik probeerde absoluut niemand tussen Mathieu en mij te hebben. Ik ga de dokter nu alles even laten nakijken. Ik dacht even dat ik kon oversteken tot bij Van der Poel maar ik had al een hele inspanning moeten leveren na die valpartij. Ik voelde dat hij sterker was. Ik kon hem een tijdje onder druk zetten maar vanaf de Varentstraat werd het steeds maar lastiger voor mij. Mijn vormpeil zat goed. Daar kan ik alleen maar tevreden over zijn. Ook als ploeg hadden we een baaldag. We hadden veel tegenslag en de dingen liepen niet zoals we wilden. Daardoor was het moeilijker koersen dan tijdens het openingsweekend.’
Edwin MARIËN