Ward Vanhoof verdient denkbeeldige prijs van strijdlust in GP Van Steenbergen
ARENDONK – 105 renners gingen van start in de Memorial Van Steenbergen, dit keer met start én aankomt in Arendonk en twee lokale ronden langs Retie, Dessel, Geel, Kasterlee, Oud-Turnhout en Ravels, gevolgd door vier kleine rondjes. Weinig grote namen in het deelnemersveld, met uitzondering van de sprinters. Alles draaide dan ook niet toevallig uit op een massaspurt waarin Tim Merlier sneller was dan Mark Cavendish en Dylan Groenewegen. Van een mooier podium kan je na een biljartvlakke wedstrijd nauwelijks dromen. Ook puik werk van Cédric Beullens uit Onze-Lieve-Vrouw-Waver, die vierde werd.
Nochtans leek de ploeg van Lotto Soudal met weinig ambitie aan de start te verschijnen. Ze namen slechts deel met vijf renners, terwijl een volledige ploeg uit zeven eenheden bestond. ‘Rijden in de buurt van mijn woonplaats geeft altijd extra motivatie. Het was uiteraard jammer dat Caleb Ewan forfait moest geven, anders hadden we zeker zijn kaart getrokken. Nu werd ik als kopman uitgespeeld. Tegen echte sprinters heb ik het moeilijk, maar goed, een vierde plek is verre van slecht denk ik.’
Er waren wel meerdere renners uit de Kempen die zich in eigen streek in de kijker wilden rijden. Na 30 kilometer ontstond de kopgroep van de dag met de Amerikaan Joyce Colin, de Nederlanders Stijn Daemen, Thijs De Lange en Nick van der Meer en onze landgenoten Ceriel Desal, Sébastien Grigard en Ward Vanhoof (zie foto) uit Mol. Hun maximale voorsprong bedroeg twee minuten. Grigard en Vanhoof zouden het het langst volhouden, tot op drie kilometer voor de meet. Indien er iemand de –denkbeeldige – prijs van de strijdlust verdiende was het Vanhoof het wel.
‘Maar ja. Daar koop ik niet veel mee hé. Ik denk dat die er niet is. Van bij de start gingen er al vier renners vandoor. De spurtersploegen zagen dat uiteraard wel zitten. De anderen zijn onmiddellijk beginnen rijden zodat we ze na een kilometer of tien al terug konden bijbenen. We hebben met de kopgroep heel sterk gereden. In het begin hebben we niet al te snel gereden zodat we met een redelijke voorsprong aan de plaatselijke ronden konden beginnen. Maar uiteindelijk hadden we het bij aanvang van de ontsnapping misschien beter nog wat kalmer aan gedaan want ik zag dat een aantal renners hun beste pijlen had verschoten.’
‘Ik heb zolang mogelijk alles blijven geven. Je weet maar nooit wat er in de achtergrond gebeurt. Een massaspurt is toch niks voor mij. Het was geen superdeelnemersveld dus heimelijk hoop je dat er wat meer inzit maar het mocht niet zijn. Door eigen streek rijden was leuk. Als je dan deel uitmaakt van de kopgroep dan geeft dit je dit nog wat extra energie. Ik heb de conditie redelijk constant kunnen houden gedurende heel het jaar. Ik ben dan ook tevreden over mijn seizoen. Vorig jaar hoop ik nog wat beter te doen. Dinsdag start ik nog in Putte-Kapellen en dan gaat de riem eraf. Dan ga ik een paar weken de koersfiets aan de kant laten en genieten van het leven naast de koers. In december en januari trekken we dan met de ploeg op oefenkamp naar Spanje.’
De échte thuisrenner, Arendonkenaar Kenneth Van Rooy, rijdt volgend jaar voor Bingoal Pauwels sauzen. ‘De ploeg heeft de ambitie om in 2024 te starten in een grote ronde. Daar doe ik het voor.’ Een uitspraak die het nodige wenkbrauwgefrons ontlokte bij Frank Hoste, co-commentator bij RTV. ‘Daar geloof ik nu eens niks van. Ik vind het erg dat zulke intercontinentale ploegen renners proberen te lokken met beloftes die ze niet waar kunnen maken. Ik zie ze nooit in een grote ronde starten. De enige uitzondering is Intermarché Wanty Gobert maar de enige reden daar is dat hun hoofdkwartier in Binche ligt en die stad nu één keer uitstekende relaties onderhoudt met ASO, de organisator van de Tour én de Vuelta.’
Edwin MARIËN