Van der Poel zet ultrasnelle Parijs-Roubaix naar zijn hand, pech voor Wout Van Aert
ROUBAIX – Een schitterende reeks voorjaarsklassiekers eindigden vandaag met de kasseiklassieker bij uitstek, Parijs-Roubaix, de mooiste van allemaal. Het was duidelijk dat Mathieu van de Poel er zijn zinnen had op gezet. Hij kruidde de finale, ging keer op keer in de aanval maar werd telkens gecounterd. ‘Indrukwekkend, maar niet echt slim’, hoorde je de waarnemers fluisteren. ‘Hiermee legt hij de rode loper uit voor Wout Van Aert.’ Maar de man uit Herentals reed leek op Carrefour de l’Arbre en eindigde uiteindelijk als derde. We zullen nooit weten of hij ‘in normale omstandigheden’ de wedstrijd had gewonnen. Van Aert moest Jasper Philipsen, ploegmaat van Van der Poel, nog laten voorgaan.
Het zou een supersnelle Parijs-Roubaix worden, had Monsieur Météo voorspeld. De wind waaide dan wel niet al te fel maar de renners voelden hem voortdurend in de rug. Het snelheidsrecord van vorig jaar (45 kilometer per uur) werd dan ook verpulverd. Tijdens de eerste wedstrijduren werd tegen 50 per uur gevlamd. Reden waarom er geen vroege ontsnapping tot stand kwam. Uiteindelijk haalde men een moyenne van 46,841 kilometer per uur.
Er werd enorm hard geknald en daardoor duurde tot aan het bos van Wallers voor er afscheiding kwam in het peloton. Net voordien had Van Aert van fiets gewisseld. Wout twijfelde niet en schudde in het bos aan de bomen. Een elitegroep – met ook Van der Poel – scheidde zich af. De kopgroep bouwde een voorsprong van twee minuten uit en in de achtergrond ontsnapte onder meer Nathan Van Hooydonck uit de groep. Samen met ploegmaat Laporte en Vermeersch naderde hij nog tot op 50 seconden van de kopgroep maar dan was hun liedje uit. Vlak voor Mons-en-Pévèle plaatste Van der Poel een eerste demarrage. Het was de eerste van drie – kort op elkaar volgende – ontsnappingspogingen.
Na een incident tussen Van der Poel, Philipsen en Degenkolb kwam laatstgenoemde ten val. Voor Van Aert het sein om een tandje hoger te schakelen. Van der Poel kwam echter terug en ging er, op vijftien kilometer van de finish, meteen vandoor, dankzij de lekke band van Van Aert. Die sloot aan bij een achtervolgende groep van vijf en ging uiteindelijk in het gezelschap van Philipsen, op zoek naar Van der Poel. Maar dat was onbegonnen werk. Van der Poel werd tijdens zijn solorit niet meer verontrust. Van Aert leek Pedersen nog even ter plekke te laten, maar die kwam terug en snelde op de wielerbaan naar de tweede plaats.
Van der Poel: ‘Dit voelt echt aan als een zege van het team. Ik had één van de beste dagen op de fiets. Ik deed een paar pogingen. Toen Van Aert een lekke band had wist ik dat ik mijn kans moest wagen. Ik had gemerkt dat hij – toen ik hem passeerde – een probleem had. Maar dat maakt deel uit van een race. Het is duidelijk dat dit een beslissend moment in de wedstrijd was. Het is jammer voor Wout. Anders had het scenario er totaal anders uitgezien en waren we wellicht met zijn tweeën naar de meet gereden. Wat ik nu voel is ongelooflijk en moeilijk te beschrijven. Dit was mijn beste klassieke seizoen ooit. Het was mijn laatste wedstrijd van het voorjaar. Ik keer pas terug in het peloton voor de Ronde van Zwitserland, gevolgd door de Tour. Ik voelde me van bij de start tot aan de aankomst supersterk. Ik ben blij dat ik het teamwork heb afgemaakt.’
‘Ik kan weinig vertellen over het incident met Degenkolb. Ik heb de beelden nog niet gezien . Ik weet dus ook niet of ik een fout heb gemaakt of dat het gebeurde omwille van een onvoorzichtige toeschouwer. Mocht ik iets verkeerd gedaan hebben dan wil ik me hiervoor verontschuldigen. Het is een incident dat zich kan voordoen in elke wedstrijd.’
VERBAASD OVER DE PRESTATIE VAN PHILIPSEN
‘Ik was wel wat verbaasd over de prestatie van Jasper (Philipsen). Ik wist dat hij een goed renner was. Hij is één van de weinige coureurs in ons team die houdt van de kasseien. Maar wat hij vandaag deed was best indrukwekkend.’
‘Zoals ik voor de wedstrijd al zei: in Roubaix heb je niet alleen goede benen nodig maar ook de nodig portie geluk. Ik had ze beide vandaag. Ik rij met veel meer vertrouwen dan vorig jaar. Ik heb geen last meer van rugproblemen. Daardoor heb ik veel meer plezier op de fiets. Rijden met of zonder pijn maakt een groot verschil. Ik heb mijn seizoen ook heel anders ingedeeld dan de vorige jaren. Ik rij minder wedstrijden waardoor ik me 100 procent kan concentreren op alle koersen waar ik start. Dat is ook waar modern wielrennen over gaat. De kracht die ik vandaag kon zetten tijdens de laatste 50 kilometer: dat was in het verleden onmogelijk. Dit maakt dat ik nog een stuk sterker ben dan vorig seizoen.’
Van der Poel is de vierde renner die in hetzelfde seizoen San Remo en Roubaix wint. ‘Aan zo’n dingen denk ik niet echt. Ik concentreer me gewoon op alle ééndagswedstrijden waarin ik start. Vandaag reden we als junioren van bij de start tot aan de finish. Het was gewoon krankzinnig maar voor mij is dat niet slecht. Hoe zwaarder de race is, hoe interessanter het wordt in de finale. Vooral in een koers zoals Parijs-Roubaix kan dat het verschil maken. Niettegenstaande er geen uitvalspogingen waren in het begin van de wedstrijd, reden uiteindelijk toch de beste renners voorin. Aan het eind van de rit viel alles mooi in de plooi voor mij.’
‘Toen Van Aert mijn aanvalspogingen counterde was ik niet meteen radeloos. Integendeel. Want ik voelde me echt heel sterk. Wout zat zonder ploegmaats in de kopgroep. Het mooiste moment was de laatste kilometer richting wielerbaan. Toen besefte ik wat me overkwam. De doortocht in Arenberg is ook best indrukwekkend maar vandaag konden we er makkelijk doorrijden omdat we toen al met een kleine groep voorin zaten. Het was mijn derde deelname aan deze klassieker. Veel kansen om te winnen heb ik dus nog niet gehad.’
‘Vandaag hadden we het sterkste team. Het was echt indrukwekkend wat we getoond hebben. De voorbijgaande jaren waren er wedstrijden waarin we beter hadden kunnen presteren maar dit was echt top. Dat biedt perspectieven voor de toekomst. Ik ben ervan overtuigd dat we dan nog mooie dingen zullen kunnen laten zien. Ik had niet meteen een plannetje in mijn hoofd voor het geval het tot een sprint was gekomen. Ik spurtte hier al toen het hard regende. Toen maakte ik de fout om te lang te wachten. Ik wilde niet dat dit een tweede keer zou gebeuren. Dat is alles. Maar eigenlijk ben ik daar in de loop van de wedstrijd nooit mee bezig geweest. ‘
VAN AERT: ‘IK WAS DE ENIGE DIE NOG AAN EEN OVERWINNING DACHT’
Wout Van Aert was niet echt ontevreden over zijn wedstrijd. ‘Jammer van die lekke band want ik voelde me heel de koers best OK. Maar op Carrefour de l’Arbre sloeg het noodlot toe. Anders waren Mathieu en ik wellicht samen naar de wielerbaan gereden. Toen ik een bocht nam voelde ik dat ik plat stond. Ik ging bijna tegen de vlakte. En dat net op het moment dat ik een demarrage plaatste. Ik had vandaag betere benen dan in de vorige wedstrijden. In de achtervolging op Van der Poel was ik de enige die nog aan een mogelijk overwinning dacht. De anderen reden voor de tweede plaats. Ik heb er alles aan gedaan om hem nog bij te benen maar hij is zo’n sterk renner dat hij nooit zou toelaten dat iemand een achterstand van twintig seconden zou goedmaken. Ik heb er geen probleem mee om Mathieu te feliciteren. Hij was de beste renner van het voorjaar.’
Van Aert counterde meer dan één aanval van Van der Poel. Toch dacht hij er toen niet aan om met de Nederlander naar de meet te rijden. ‘Tactisch bekeken zou dat niet echt een goede zet zijn geweest. De laatste weken heeft hij me al een paar keer verschalkt. Ik wilde niet dat dit opnieuw zou gebeuren. Daarom reed ik eerder wat defensief vandaag.’
“In Roubaix kan het wedstrijdscenario van het ene op het andere moment wijzigen. Soms denk je dat je een goede zet doet en nog geen minuut later doet er zich dan weer iets onverwacht voor en worden je plannen helemaal dooreengeschud. Het was onze bedoeling om de anderen te verrassen voor Wallers. Dat had beter gegaan met een extra mannetje voorin. Ik en Laporte zaten daar in een kleine groep. Plots zag ik dat Christophe er niet meer bij was. Ik ging ervanuit dat hij mechanische pech had maar dat was me toch niet helemaal duidelijk. Ik wist ook niet hoeveel hij achterop lag. Voor ik het allemaal op een rij kon zetten zat Alpecin met drie renners in de kopgroep. Vanaf dat moment werd het een moeilijke situatie voor ons. Maar ik bleef kalm en in de achtergrond probeerden mijn ploegmaats druk te zetten. Maar het was mijn verantwoordelijkheid om voorin mee te blijven draaien. Dat leek goed te lukken tot ik met die lekke band zat.’
‘Het was niet omdat die pech me overkwam dat de race gelopen was. Ik heb me nog 100 procent gegeven tot aan de finish. Uiteindelijk mag ik nog blij zijn dat ik op het podium sta. Maar alles had er helemaal anders kunnen uitzien. Het had altijd gekund dat ook Van er Poel voorin was lek gereden. Het zou pas echt heel erg geweest zijn indien ik op dat moment de handdoek al in de ring had gegooid. En bovendien ben ik iemand die mooie resultaten wil bij elkaar rijden. Een derde plek is altijd beter dan een plaats in het peloton.
‘Voorlopig blijft de Hel vervloekt voor mij. Ik heb tijdens de koers geen pijn gehad. Nu voel ik het wel in mijn heupen. Het is duidelijk dat een hele dag op kasseien rijden niet echt goed is voor je gezondheid. Ik ben trots op wat ik de voorbije maanden heb laten zien, over het niveau dat ik gehaald heb, ook al zat daar dan geen overwinning bij.’
Vlaanderen en Roubaix waren uiteraard twee wedstrijden die Jumbo-Visma op zijn naam wou schrijven. Dat is niet gelukt. ‘In de klassiekers die er nu aankomen zullen wij eerder als underdog aan de start verschijnen. De ploeg zal er ook helemaal anders uitzien. Voor alle duidelijkheid: dit was mijn laatste wedstrijd van het voorseizoen. Het is jammer voor iedereen dat we geen monument hebben gewonnen maar we moeten fier zijn op de manier waarop we met zijn allen hebben gereden. Het gaat niet alleen over wedstrijden winnen, het gaat ook over de wijze waarop we ons getoond hebben. Op dat gebied deden we het heel goed en hebben we onze fans kunnen vermaken.’
Nathan Van Hooydonck uit Wuustwezel werd veertiende op 4’11’, Dries Van Gestel uit Arendonk achttiende op 5’36”. De kasseiklassiekers zitten erop. Nu wachten Brabantse Pijl, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.
Edwin MARIËN