UAntwerpen: ‘75% van jonge sporters ervaarde grensoverschrijdend gedrag’
ANTWERPEN – In het kader van het Europese onderzoek ‘Child Abuse in Sport: European Statistics’ (CASES) voerde de UAntwerpen onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag bij sporters. De nieuwe cijfers liggen hoger dan bij eerder onderzoek: één op vijf Vlaamse sporters en één op vier Waalse sporters maken voor hun achttiende seksueel grensoverschrijdend gedrag in de sport mee. De helft van de sporters meldt fysiek grensoverschrijdend gedrag, tweederde psychisch geweld. 75 procent maakt minstens één keer een vorm van grensoverschrijdend gedrag in de sport mee voor zijn achttien jaar.
1 472 Vlaamse en 1 472 Waalse en Franstalige Brusselse jongvolwassenen, evenveel mannen als vrouwen en allen tussen achttien en 30 jaar, werden bevraagd over hun ervaringen. Hetzelfde onderzoek liep in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Spanje, Roemenië en Oostenrijk. Gewezen zwemster en criminologe Tine Vertommen, verbonden aan de Social Epidemiology and Health Policy Unit van de Universiteit Antwerpen, Campus Drie Eiken in Wilrijk, en docente Toegepaste Psychologie bij Thomas More in de Molenstraat: ‘De meest voorkomende vormen van grensoverschrijdend gedrag in de sport zijn het ondergaan van fysieke oefeningen als vorm van straf, vernederingen, geen enkele waardering krijgen voor de sportprestaties, overdreven negatieve kritiek over het uiterlijk en genegeerd worden. De meest voorkomende vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag waren seksuele opmerkingen en blikken. De minst voorkomende vormen van grensoverschrijdend gedrag waren seksuele aanranding en verkrachting, maar die werden elk toch door acht procent van de deelnemers, voor hun achttiende, ervaren in de sport.’
Mannen rapporteren meer grensoverschrijdend gedrag dan vrouwen. Vertommen: ‘Vooral bij fysiek grensoverschrijdend gedrag is dit verschil groot: met 61 procent van de mannen en 43 procent van de vrouwen. Opmerkelijk is dat mannen ook meer non-contact seksueel grensoverschrijdend gedrag, waaronder seksuele intimidatie, in de sport rapporteren, terwijl eerder onderzoek uitwees dat vrouwen vaker slachtoffer zijn. Liefst 96 procent van deelnemers aan internationale competities zegt minstens één keer grensoverschrijdend gedrag te hebben ervaren in de sport, terwijl dit bij de recreatieve sporters maar 67 procent bedraagt. In minder dan één op drie gevallen geeft de respondent aan dat het om één pleger ging, in de andere gevallen waren er meerdere mensen die het grensoverschrijdend gedrag stelden in de sportomgeving. Grensoverschrijdend gedrag wordt vooral gepleegd door sporters uit het eigen of uit een ander team, en in tweede instantie door trainers of coaches. Het grensoverschrijdend gedrag vindt vooral plaats op en rond de sportaccommodatie, de kleedkamers en de behandelkamers. 82 procent had minstens één ervaring met grensoverschrijdend gedrag buiten de sport (78 procent in Vlaanderen). Deze cijfers tonen aan dat grensoverschrijdend gedrag binnen de sport, maar ook daarbuiten, nog steeds een groot probleem is. In elk van de deelnemende landen werden hoge cijfers gerapporteerd. Dit betekent dat we als maatschappij, en meer specifiek ook de sportsector, tekortschieten als het gaat over het beschermen van onze kinderen en jongeren.’ Morgen worden de resultaten van dit onderzoek toegelicht tijdens het symposium ‘Grensoverschrijdend gedrag in de sport: nieuwe cijfers uit Vlaanderen en Europa’ in Gent. Meer info: https://www.ethischsporten.be/kalenderitems/symposium-grensoverschrijdend-gedrag-in-de-sport-nieuwe-cijfers-uit-vlaanderen-en-europa/. (EM / Foto UAntwerpen)
