UA: ‘176 000 mensen wachten op sociale woning, 210 000 doen beroep op voedselbanken’
ANTWERPEN – Vandaag organiseert Universiteit Antwerpen op de stadscampus een colloquium om het nieuwe jaarboek Armoede en Ongelijkheid voor te stellen aan een ruim publiek.
Maatschappelijke problemen zoals armoede vereisen samenwerking tussen verschillende actoren op verschillende bestuursniveaus en in verschillende maatschappelijke domeinen. Ze vereisen met andere woorden ‘multilevel governance’ (een ‘meerlagig bestuur’). Dat is niet altijd evident in de praktijk. Deze 32ste editie van het Jaarboek zet de schijnwerper op het meerlagig bestuur.
De auteurs staan stil bij de impact van de integratie van de OCMW’s in de gemeenten en zoomen in op diverse samenwerkingsverbanden, zoals in het kader van het Geïntegreerd Breed Onthaal, dak- en thuisloosheid bij jongvolwassenen en de dwarsverbanden tussen onderwijs en welzijn. De verwevenheid van beleidsniveaus en actoren is ook duidelijk zichtbaar in de voedselhulp, sociaal wonen of de opvang van vluchtelingen en verzoekers om internationale bescherming. Daarnaast kijkt men ook naar het toenemende belang van het Europese en globale beleidsniveau met bijdragen over de Europese Pijler van Sociale Rechten en de vraag naar rechtvaardige belastingen.
Naast de thematische bijdragen brengt het jaarboek opnieuw enkele actuele debatten over armoede en ongelijkheid aan. Hoe groot is de omvang van de wereldwijde armoede? Wat zou de impact zijn van een basisinkomen? Wat zijn de meerwaarden van arbeidszorg voor de maatschappij? Men zoomt in op de situatie van bedelaars in Brussel en onderzoekt tot slot de werkzaamheid van een peer support methodiek voor sociale inclusie. Het Netwerk tegen Armoede vult de analyses aan met de kijk van mensen in armoede. Tot slot bevat dit boek een cijfermatig overzicht van armoede en sociale uitsluiting op diverse levensdomeinen.
Een aantal vaststellingen: 23 procent van bevraagde bedelaars in Brussel zegt geen toegang te hebben tot medische hulp als daar nood aan zou zijn. Personen van Marokkaanse (42 procent), Turkse (30 procent) of een andere niet-Europese (26 procent) herkomst lopen een veel hoger armoederisico dan personen met een Belgische (negen procent ) herkomst. In 2022 werd 12,6 procent van de Vlaamse kinderen geboren in een kansarm gezin.
Eind 2022 stonden 176 026 kandidaat-huurders op de wachtlijst voor een sociale woning. In Brussel zijn er naar schatting 7 134 dak- en thuislozen. Tussen 2020 en 2022 nam deze groep toe met 18,9 procent. Bij de voedselbanken klopten eind 2022 209 450 personen aan, 18,2 procent meer dan een jaar eerder. Door deze toename en de stagnatie van de aanvoer van producten daalde het gemiddeld ontvangen aantal kilogram voedsel per begunstigde van 125 naar 110 kilogram op jaarbasis.
Zowel op Vlaams als federaal niveau moet er prioriteit gemaakt worden van het bestrijden van dak- en thuisloosheid bij jongvolwassenen en moet ook daar over de sectoren en bevoegdheden heen (wonen, onderwijs, gezondheid, jeugd, …) worden samengewerkt en geïnvesteerd. Hetzelfde geldt voor het realiseren van gelijke onderwijskansen. Mechanismen van sociale uitsluiting in de samenleving kunnen niet door onderwijs alleen opgelost worden. Samenwerking met andere beleidsdomeinen en met organisaties op het vlak van welzijn, integratie, huisvesting, werk, cultuur, jeugdwerk, gezondheid, … zijn vereist.
Het jaarboek werd geschreven door Jill Coene, Tuur Ghys, Bernard Hubeau, Sarah Marchal, Peter Raeymaeckers, Roy Remmen, Wouter Vandenhole, Wouter Van Dooren en Hanne Van Regemortel, alleen verbonden aan de Universiteit van Antwerpen. Je kan het boek hier downloaden. (EM)