Turnhout ondersteunt horeca met subsidies en nieuw horecaterrassenplan
TURNHOUT – Stad Turnhout en vzw Horeca Ondernemers Turnhout (HOT) hebben de handen in elkaar geslagen om het lokale horecalandschap te ondersteunen en te versterken.
Stijn Adriaensens (N-VA, rechts op de foto), schepen van Centrummanagement: ‘HOT is een platform van en voor eigenaars van een horecazaak in Turnhout. HOT is vijf jaar geleden opgericht. Eén van onze beleidspunten tijdens deze legislatuur was om meer interactie met de lokale ondernemers te krijgen en meer draagvlak van ons beleid te zoeken met de ondernemers zelf. We zagen vrij snel dat horeca eigen noden heeft, anders dan het klassieke kernversterkend beleid. Zoals je dat in meerdere centrumsteden ziet is een bruisend stadshart niks zonder een goede, bloeiende, horeca. Daarom vond ik het belangrijk dat we met de horecaondernemers zelf een beleid gingen uitwerken waarbij zij de uitvoerders zijn van een nieuwe beeldkwaliteit en wij vanuit het bestuur enkele punten naar voor hebben gebracht voor het tot stand brengen van een nieuw terrasplan.’
Er werd een convenant afgesloten tussen HOT vzw en de stad. ‘Dat wil zeggen dat de horecaondernemers bepaalde beleidstaken mee naar zich toetrekken in samenspraak met het college en dat er vanuit de stad toelages worden voorzien om dat beleid, dat zijzelf mee uitwerken, kracht bij te zetten. We hebben een jaarlijkse betoelaging van 15 000 euro voorzien. Uiteraard wordt dat bedrag geëvalueerd en er wordt rekening gehouden met de acties die zullen worden ondernomen. Doet men niks, dan zal er uiteraard geen betoelaging meer kunnen worden voorzien. Ze hebben alvast een goede start genomen. ’s Zondags tijdens de markt is er altijd wel muziek, een DJ, een jazzbandje, noem maar op. Zijn er meer acties dan kan er de volgende legislatuur bekeken worden of de betoelaging omhoog gaat.’
Daarnaast is men begonnen met de opmaak van een nieuw terrassenplan. ‘Hier is een studie aan vooraf gegaan die we uit hebben besteed aan een architectenbureau, die in beeld hebben gebracht hoe de terrassen zich op de markt situeerden. We hadden de coronaterrassen waarbij er een fameuze uitbreiding is geweest van de footprint van de terrassen. Dit was een goede zaak voor de beleving op de markt. Er was vraag van de horecaondernemers om dit voor een stuk te kunnen bestendigen. We zijn alles gaan herbekijken, samen met de horeca en de marktkramers om te zien hoe we die contouren konden maken. Daar hebben we heel veel van geleerd. We hebben beide groepen met elkaar in contact gebracht. Het eerste wat je daar van zal zien is dat de markt tijdens de kermisperiode niet meer naar De Snol gaat maar naar het Warandeplein. We hebben tevens besloten dat er wat meer kleur mag gegeven worden aan de parasols. Die moesten tot nu toe wit zijn, maar nu worden ook sobere, neutrale en warme kleuren mogelijk. Veranda’s en windschermen mogen uitgevoerd worden in fijn staal of ‘gewoon’ aluminium, naast het geborstelde aluminium van vroeger. Ook dat geeft een groter bereik qua kleuren, gaande van zwart over bruintinten naar een aluminiumkleur. Omdat we naast uniformiteit toch ook een bepaalde openheid willen krijgen hebben we een terraskwaliteitskamer voorzien waar de verschillende partijen vertegenwoordigd zijn. Zij kunnen afwijkingen toestaan.’
Turnhout oogt als een Nederlandse stad. Een vergelijking met Breda ligt voordehand. ‘Dat is een historische stad waarbij horeca en retail in elkaar overvloeien. Het is een Nassaustad waar wij heel erg naar kijken. We hebben een samenwerking opgestart in verband met toerisme. Zowel Breda als Turnhout hebben heel veel toeristen maar dat zijn – integenstelling tot in Zeeland bijvoorbeeld – veelal dagtoeristen. Als we daar een programma voor gaan schrijven is dat een goede zaak voor beide steden. Op die manier gaan we het vennengebied dat onze twee steden scheidt, waarbij de fietsinfrastructuur sterk aanwezig is, meer en meer kunnen benutten. Op die manier vervaagt de grens. Ik heb wel geleerd dat in Nederland de overheidsbudgetten net iets anders liggen dan bij ons. Als die een waterverbinding willen aanleggen dan vragen ze daar probleemloos 200 miljoen aan.’
Edwin MARIËN
