Tosh Van der Sande: ‘Ik moet zorgen dat Olav geen trap teveel moet geven’

SLUIS – Het Nederlands luik(je) in de Renewi Tour zit erop. Vandaag werd de tweede etappe gereden van deze rittenwedstrijd met vertrek en aankomst in grensstadje Sluis met start in de Zuiddijkstraat en vervolgens een tocht van 13,6 kilometer langs Aardenburg en Oostburg om vervolgens te finishen op de Grote Markt voor het enige belfort dat Nederland rijk is.
Het was geen tijdrit zoals een andere. Zoals steeds vertrokken de renners in omgekeerde volgorde van hun rangschikking maar omdat er nog maar één rit gereden was – en dan nog een spurtetappe – kwamen de renners die het laatst vertrokken helemaal niet in aanmerking voor de zege.
Die ging naar Joshua Tarling. De negentienjarige Brit was de verrassing van de dag op het voorbije WK tijdrijden in Glasgow, waar hij brons pakte.
Vorig jaar werd Tarling nog wereldkampioen bij de junioren. Tarling komt uit voor Ineos Grenadiers. Eerder dit jaar werd hij ook al nationaal kampioen tijdrijden bij de profs.
De tijdrit werd gewoon zuiver op de kracht gereden door gebrek aan hellingen en de aanwezigheid van vele lange stukken.
Nochtans zag het er lange tijd naar uit dat de Nederlander Daan Hoole het wel eens zou kunnen halen. De renner van Lidl-trek finishte na 15’28” en verzekerde zich geruime tijd van een plekje in de hot seat.
Toen Mikkel Bjerg en Tobias Foss aan hun chronorit begonnen dacht iedereen dat zij Hoole wel zouden onttronen, maar niks was minder waar.
Toch werd hij uiteindelijk ‘maar’ zevende. Eerst reed Tim Wellens negen seconden sneller en nadien had winnaar Tarling er zelfs 23 seconden minder voor nodig.
Na Tarling moesten nog 70 renners finishen maar geen mens twijfelde eraan dat hij zou winnen.
De kans is bijzonder groot dat morgen de rangschikking al in een beslissende plooi wordt gelegd.
Dan rijdt het peloton over Oost-Vlaamse bodem, van Aalter naar Geraardsbergen, over een afstand van 170 kilometer met onderweg de Edelare, de Leberg, de Berendries, Tenbosse, Denderoordstraat, Bosberg en Onkerzele berg met eerste twee passages en nadien aankomst op de Muur.
Daarom was het ook interessant om uit te kijken naar de prestaties van de klassementsrijders vandaag.
Wellens werd dus tweede, Yves Lampaert derde op achttien seconden, Jasper Stuyven vierde op negentien seconden en Kasper Asgreen zesde op 21 seconden.
Bij de top 50, zowel in de rituitslag en (vrij logisch) ook in het klassement, vinden we geen renners uit de provincie Antwerpen terug. Tosh Van der Sande bijvoorbeeld werd 137ste op 1’47”.
‘JE RIJDT NIET ZOMAAR EEN GEMIDDELDE VAN 50 PER UUR’
Van der Sande voelt zich prima in zijn vel bij Jumbo-Visma. Enige tijd geleden verlengde hij er zijn contract tot 2025.
Merijn Zeeman: ‘Tosh is waardevol op alle terreinen: in de klassiekers, in de voorbereiding op de sprint én als mentor van onze jongeren. Hij past perfect in onze ploeg.’
Tosh Van der Sande (32) stapte in vorig seizoen, na tien jaar bij de Lotto-ploeg, over naar Jumbo-Visma.
Van der Sande zelf is ook best tevreden met een leven in de schaduw. Een rol als vrijbuiter in de volgende ritten is dan ook niet meteen zijn eerste betrachting en de tijdrit van vandaag was niet meer dan een obligaat nummertje.
‘Ik heb vandaag alleen maar geprobeerd om aan te komen. Maar uiteindelijk start je en dan begin je toch door te rijden.’
‘Je rijdt zomaar niet een gemiddelde van 50 per uur. Het is meteen een goede prikkel voor de volgende dagen.’
‘Wanneer je echt ‘op je gemak’ gaat rijden dan heb je ook niet afgezien. Dat kan wel deugd doen.’
‘Morgen wacht ons een lastige dag. Er zal in de eerste plaats voor het klassement gereden worden.’
‘We gaan eerst zien hoe het dan gaat en kijken vooral uit naar de twee daaropvolgende dagen. Het zal niet gemakkelijk worden maar we gaan wel rijden om er een sprint van te maken.’
‘Ik ben niet naar deze ploeg gekomen om zelf iets te forceren maar als er opportuniteiten zijn dan ga ik die zeker proberen te grijpen. Dat zal dan niet in de sprintetappes gebeuren maar misschien wel morgen. Ik denk dat ik tevreden mag terug kijken op de voorbije maanden.’
‘Ik heb vooral een programma afgewerkt met Olav Kooij na de klassiekers. Je kan niet zeggen dat het slecht is gegaan. Het klikt prima tussen ons. We vinden elkaar goed in de sprint. Kortom, we vormen een prima combinatie. Over het voorjaar, in de klassiekers, kunnen we ook niet zeggen dat we het slecht hebben gedaan.’
‘Als ploeg mogen we tevreden zijn en ikzelf ben dat ook. Ik stond altijd op punt. Dat je op elkaar afgesteld bent, zoals Olav en ik, komt door het soort renner dat hij is. Je hebt sprinters die echt moeten gebracht worden tot de laatste 200 meter. Mijn doel is dan ook om ervoor te zorgen dat Olav geen trap teveel moet geven tot die laatste 200 meter.’
‘Ik moet hem in de juiste positie brengen en dat kan ik wel heel goed. De volgende weken rij ik nog Plouay en nadien gaat het naar Canada. Overal waar we gaan, hebben we de ambitie om te winnen. Dat geeft je veel vertrouwen en motivatie. Bovendien schiet de hele ploeg goed op. Daarnaast haal ik ook veel voldoening over het feit dat ik hier met al dat jonge talent mag werken. Ik hoop mij in die rol de komende jaren nog meer te ontplooien.’
Edwin MARIËN