Strafste verpleegkundigen van GZA werken allemaal op de spoedafdeling

ANTWERPEN – Wie zijn de strafste verpleegkundigen van Vlaanderen? Op die vraag zocht GZA vanavond, daags voor de Dag van de Verpleegkunde, een antwoord tijdens de finale van haar challenge voor verpleegkundigen. Met de challenge wil het ziekenhuis het beroep van verpleegkundige op een positieve manier in de kijker zetten.
In maart en april konden alle verpleegkundigen en studenten verpleegkunde in Vlaanderen al deelnemen aan het eerste deel van de challenge: een online quiz, waarin ze hun kennis als verpleegkundige testten. Maar liefst 763 verpleegkundigen en studenten verpleegkunde uit heel Vlaanderen namen dit jaar deel. Dat is bijna drie keer meer dan vorig jaar, toen GZA Ziekenhuizen de challenge voor de eerste keer organiseerde in samenwerking met EDITx.
Vanavond, tijdens de finale in het auditorium van GZA Sint-Vincentius streden 30 finalisten om de titel van strafste verpleegkundige: de tien beste studenten verpleegkunde, de tien beste verpleegkundigen buiten GZA Ziekenhuizen en de tien beste GZA-verpleegkundigen. Dat deden ze onder het toezicht van elf professionele juryleden en ambassadeurs van de challenge, onder wie Margot Cloet (gedelegeerd bestuurder Zorgnet-Icuro vzw), Geert Meyfroidt (professor KU Leuven en kliniekhoofd UZ Leuven) en Candice De Windt (Vlaams zorgambassadeur). In elke categorie werden de drie beste kandidaten beloond. Candice De Windt loofde het beroep van verpleegkundige maar bracht niet alleen goed nieuws. ‘Op dit moment zijn er 2 600 openstaande vacatures terwijl er per jaar maar 1 700 verpleegkundigen afstuderen. Luc Sels, rector van de KU Leuven, schat dat er in 2030 25 procent verpleegkundigen te weinig zullen zijn.’
Het podium van de tien beste verpleegkundigen buiten GZA werd bezet door verpleegsters uit Aalst, Overpelt en Tongeren. De prijzen voor de GZA-verpleegkundigen gingen naar medewerkers op de spoeddienst, misschien niet meteen een verrassing gezien de diversiteit van de vragen. Winnaar werd de enige man onder de negen laureaten (bij de studenten was er een ex-aequo voor de derde plaats), Anthony Van Laere (links op de foto) – die acht jaar dit beroep uitoefent en werkt in Sint-Vincentius -, voor Renate Vanderbruggen –, van de mobiele equipe, vijf jaar verpleegkundige (midden op de foto)– en Jolien Kloen (rechts op de foto)– twaalf jaar actief en verpleegkundige op de spoed van Sint-Augustinus..
Van Laere: ‘Wij hebben het beroep nog niet echt veel zien veranderen. Dat zal nu pas gebeuren met het netwerk dat groot zal worden. Ik denk dat ze iets heel groots van plan zijn. Je gaat echt verwijzingen krijgen voor bepaalde pathologieën. Niet dat dit onze job zal kosten. In dat opzicht zitten we in een luxe-situatie.’ Vanderbruggen: ‘Ik denk dat dit alleen maar extra kansen gaat bieden. Je gaat je kunnen specialiseren in iets.’ Kloen: ‘Spoed zal altijd blijven bestaan. Op interne afdelingen kan wel wat geschoven worden en dan kan er wel gezegd worden dat men in een bepaald ziekenhuis de afdeling gaat toedoen en in een ander ziekenhuis een grotere afdeling zal openen. Misschien hebben daarom bepaalde collega’s meer schrik dan wij. Mensen gaan zich moeten kunnen blijven aanmelden bij een spoedafdeling om geholpen te kunnen worden.’
Vanderbruggen: ‘De werkdruk blijft hoog. Dat is een constante. Dat komt enerzijds omdat er een tekort aan verpleegkundigen is. Anderzijds worden de bestaffingsnormen wel gehaald maar naar mijn mening zijn die te laag.’ Kloen: ‘Het aantal patiënten dat naar spoed komt blijft stijgen. Zoveel jaar geleden hadden we al heel veel patiënten. Je ziet dat aantal elk jaar toenemen maar onze bestaffing blijft hetzelfde. Huisartsen worden overbevraagd wat ook een probleem is. Als je bij hen niet terecht kan is je volgende optie spoed. Dat kan je de mensen niet kwalijk nemen maar het maakt onze werkdruk wel hoger. Vanderbruggen: ‘De patiënten worden sneller naar huis gestuurd vanuit het ziekenhuis na een operatie. De ligduren worden veel korter waardoor ze ook rapper terug achteruitgaan thuis en terugkomen naar spoed wat het cirkeltje rondmaakt.’
Edwin MARIËN