Stad Mechelen blijft investeren in openbaar domein, politie en kerken
MECHELEN – De laatste budgetwijziging van de stad Mechelen werd vanochtend toegelicht door burgemeester Bart Somers (midden op de foto), Arthur Orlians (rechts op de foto) – schepen van financiën – en eerste schepen Patrick Princen (links op de foto, allen Voor Mechelen) in het huis van de Mechelaar.
De personenbelasting blijft ongewijzigd. Somers: ‘Van de centrumsteden hebben wij het derde laagste belastingpercentage. In Antwerpen laat men de belastingen zakken maar ze liggen er hoger dan bij ons. Zowel de exploitatie-uitgaven als de inkomsten stegen zodat we een overschot hebben van 5,4 miljoen euro.’ Door de indexering van de lonen stijgt die kost met 5,4 miljoen, de extra dienstverlening van IVAREM kost ons 706 000 euro en Fluvius stijgt met 388 000 euro. Anderzijds daalt de kost voor de hulpverleningszone met 1,3 miljoen en de energiekosten met twee miljoen en zijn er – door de inflatie – 8,9 miljoen extra ontvangsten.’
Orlians: ‘De openstaande schuld daalt van 294 miljoen euro naar 252 miljoen euro. Geen enkele andere centrumstad laat haar leninglast deze legislatuur zo sterk dalen. In 2021 hebben wij miljoenen extra geleend alhoewel we dat geld niet nodig hadden maar we konden lenen aan 0,9 procent. Andere gemeenten die nu moeten lenen doen dat aan vier procent. Onze leninglast per inwoner was aan het begin van de bestuursperiode de hoogste van de dertien centrumsteden, maar zakt stapsgewijs naar de zevende plaats en toch investeren we maar liefst 298,9 miljoen euro.’ Somers: ‘Een bedrijf dat leent is geen bedrijf dat het slecht doet. Vergelijk het met twee gezinnen die huren. Het ene gezin leent niet en heeft dus geen schulden, het andere gezin leent om een huis te kunnen bouwen en steekt zich voor jaren in de schuld maar heeft na twintig jaar wel een eigendom. Voor een stad of gemeente geldt datzelfde principe. In verhouding met het aantal inwoners zijn wij de stad met het minste aantal personeelsleden omdat wij vlug zijn overgeschakeld op digitaliseren. We investeren 9,9 miljoen extra voor de politie. 90 procent daarvan gaat naar de loonkost. Dit jaar zijn er al twaalf agenten begonnen. Daar komen er 21 bij. Twaalf verlaten het korps. Dat betekent dat het kader wordt opgevuld en het aantal agenten stijgt van 357 naar 378.’
Princen: ‘We voorzien 58,5 miljoen voor openbare werken, los van de twintig miljoen die PIDPA betaalt voor rioleringswerken. We kijken uit naar het afwerken van de Adegemstraat en de Grote Nieuwendijk, alsook de Wijk Gandhi, de Magdalenasteenweg, de Spreeuwenhoek en de Kruisbaan. Maar we starten we ook heel wat vernieuwingen op in het centrum, de wijken én de dorpen. Zo worden er werken voorzien in de Paardenkerkhofstraat, de Tervuursesteenweg, de Brouwerijstraat, Wijk Dinkerlei, de Begijnenstraat, de Willemdriesstraat, de Zemstbaan en de Calgestraat. Naar het einde van 2024 volgt de Brusselsesteenweg. We voorzien 1,4 miljoen aan onderhoud en verbetering van voetpaden en fietspaden. 2024 wordt ook het jaar van twee nieuwe voet- en fietsbruggen, aan de Winketkaai en over de Dijle aan het Tangentfietspad. We investeren in nog meer genietplekken, zoals het domein De Borght in Nekkerspoel, het Van Deykpark, het SteenWegPark en het Keerdokpark, samen meer dan 2,5 keer de omvang van de Kruidtuin.’
Somers: ‘De verledding gaat verder. Met 64 procent zijn we op dat vlak de best scorende stad in Vlaanderen. Dat wordt opgetrokken naar 85 à 90 procent. Dankzij het Europees subsidieproject WATSUPS wordt Mechelen meer dan ooit een stad aan het water. Er worden onder meer extra aanlegkades voorzien.’ Op vraag van de inwoners komt het Otterfestival terug. 800 000 euro (600 000 euro van Vlaanderen) gaat naar de restauratie van het interieur van de Sint-Jozef Colomakerk en 750 000 euro (500 000 Vlaams geld) naar aanpassing van meubilair en altaar in de Hanswijkbasiliek. Verder worden verregaande gesprekken gevoerd met de Jezuïten in verband met de aankoop van de Onze Lieve Vrouw van Leliëndaalkerk (zie foto hierboven) aan de Bruul. Orlians: ‘De Jezuïten verlaten deze locatie. Het is één van onze acht historische kerken. De grootste reden waarom we de kerk zouden aankopen is dat er een grote binnentuin is en we zo de Sinte-Mettetuin met 1 000 vierkante meter kunnen vergroten en misschien een ingang en doorsteek kunnen creëren langs de Bruul.’
Edwin MARIËN
Foto’s EM & Stad Mechelen