Sociologen UA vragen aandacht voor de 236 000 Vlaamse éénoudergezinnen
ANTWERPEN – Vandaag is het ‘Single Parent Day’. Hoewel de meerderheid van de Vlaamse gezinnen bestaat uit tweeverdieners, zijn er honderdduizenden eenoudergezinnen die iedere dag veel energie en creativiteit aan de dag leggen om hun huishouden gemanaged te krijgen. Dries Van Gasse en Dimitri Mortelmans, sociologen aan de stadscampus van de Universiteit Antwerpen, brachten in kaart hoe alleenstaande ouders hierin slagen. 21 maart is alvast het uitstekende moment om een oor te luister te leggen bij een vriend, familielid of collega die alleenstaande ouder is.
Volgens Statistiek Vlaanderen telde Vlaanderen in 2021 236 000 eenoudergezinnen. Dat wil zeggen dat vier procent van de Vlaamse huishoudens kan worden gezien als een eenoudergezin en vijftien procent van de kinderen, jonger dan zeventien jaar, bij een alleenstaande ouder leeft. In zijn doctoraat keek socioloog Dries Van Gasse naar de verhalen achter deze cijfers, om in kaart te brengen hoe alleenstaande ouders hun leven opnieuw organiseren na een relatiebreuk.
Het leven van alleenstaande ouders wordt vaak als moeilijk afgebeeld, blijkt uit eerdere wetenschappelijke studies. Veel zaken die het dagelijkse leven van heel wat werkende ouders haalbaar maken, zoals het inschakelen van een huishoudhulp of diverse soorten kinderopvang, zijn vaak veel minder toegankelijk voor alleenstaande ouders. Daarnaast is het voor eenoudergezinnen ook moeilijker om tegemoet te komen aan sociale verwachtingen tegenover het moeder- en vaderschap. Daarom worstelen alleenstaande ouders vaak met een slechtere work-lifebalans en zijn ze vatbaarder voor armoede.
Toch is het alleenstaande ouderschap niet per se alleen maar een negatief verhaal. De onderzoekers stelden vast dat de transitie naar een eenoudergezin eigenlijk een overgang is waarin veel alleenstaande ouders een nieuw evenwicht vinden. Van Gasse: ‘Zo’n transitie is voor alleenstaande ouders eigenlijk een leerproces, waarin ze leren omgaan met de uitdagingen om taken en verantwoordelijkheden in hun alledaagse leven te combineren.’
Al is daarbij een rol weggelegd voor de familie en vrienden rond de alleenstaanden. ‘Tijdens zo’n overgang naar alleenstaand ouderschap is er een brede waaier van mogelijkheden waarbij je ondersteuning kan bieden, zoals het passen op of het wegbrengen van kinderen, het helpen met klussen in huis of het verlenen van financieel advies.’ De aanwezigheid van sociale steun is niet altijd vanzelfsprekend. Zo heeft niet iedereen een even breed netwerk, maar is er vooral ook een erg dunne grens tussen ondersteuning en bemoeienis met het huishouden. Van Gasse: ‘Het is belangrijk dat de omgeving van een alleenstaande ouder tegemoetkomt aan de noden van die ouder, maar ook diens wensen naar zelfstandigheid respecteert. Alleenstaande ouders ervaren overigens verschillende mentale barrières om hulp te accepteren. Ze stellen zich soms schuchter op. Daarom is het steeds belangrijk om goed te luisteren en een sfeer te creëren waarin er geen taboe is om hulp te vragen.’
Single Parent Day werd al in 1957 in het leven geroepen. Omdat het kunnen rekenen op een familie en vrienden niet vanzelfsprekend is geweest tijdens de pandemie, voornamelijk vanwege de verplichte social distancing, is het nu een goed moment om de aandacht nog eens op het belang van sociale steun te vestigen. (EM / Foto UAntwerpen)