Senne Leysen (Kasterlee): ‘Dit is echt een onderschatte koers’

ARDOOIE – Vanmiddag werd in Blankenberge de eerste etappe van de RenewiTour op gang geschoten. Dat is een etappewedstrijd die ooit begon als ‘Ronde van Nederland’. Sindsdien veranderde men verscheidene keren van naam.
Eigenlijk waren de organisatoren al een hele tijd op de sukkel. Begin deze eeuw schoot Eneco hen ter hulp. In 2017 werd het de BinckBank Tour en nadien de Beneluxtour. Vorig jaar kon er niet georganiseerd worden, onder meer door logistieke problemen en het ontbreken van een media-sponsor.
Dit jaar wordt de draad dan opnieuw opgenomen. Van een Nederlands luik is nog amper sprake. Morgen wordt er wel een tijdrit gereden in Sluis maar dat Zeeuws stadje flirt met de Belgische grens.
En ook Wallonië laat men links liggen. Resultaat: één biljartvlakke etappe in West-Vlaanderen, een tijdrace, de zwaarste rit met aankomst in Oudenaarde en nog twee ritten in Limburg.
Als nieuwe sponsor werd Renewi aangetrokken. Hiermee wil organisator Golazo een voorbeeldevenement in elkaar zetten dat het wielrennen structureel wil verduurzamen.
Zo is het gescheiden inzamelen en verwerken van het afval op de rennersbussen een nieuwigheid. Hetzelfde gebeurt met het afval in de officiële Recycle zones waar de renners verplicht gebruik van moeten maken. Ook het inzamelen en verwerken van afval zoals kettingen en banden is een prioriteit.
Verder worden er drastisch minder tenten geplaatst en wordt er meer gebruik gemaakt van bestaande infrastructuur en werkt men met zoveel mogelijk lokale leveranciers. Visibiliteitsmateriaal wordt herbruikt of gerecycleerd en het gebruik van papier wordt tot een minimum beperkt.
Ook wordt afbreekbare verf gebruikt in plaats van asfaltstickers. In de wedstrijdkaravaan rijden uitsluitend elektrische en hybride wagens en worden er bijna geen generatoren meer gebruikt.
Bij de catering ligt de nadruk op herbruikbare bekers of glas. Maar ook op sportief vlak zijn er veranderingen. Door hervormingen op de UCI-kalender is de Renewi Tour voortaan een vijfdaagse in plaats van een zevendaagse rittenkoers.
De start in Blankenberge bleek alvast een schot in de roos. Uiteraard verblijven er momenteel een heleboel toeristen in de badstad en veel van hen kwamen kijken naar het vertrek aan het Stadhuis. Er werd zelfs een stukje over de dijk gereden.
De kopgroep van de dag bestond uit drie Belgen: het duo Ludovic Robeet-Ceriel Desal van Bingoal WB en Aaron Van Poucke, aangevuld met Alessandro Covi en Jonas Rutsch. Zij kregen een maximale voorsprong van drie minuten. Het peloton liet begaan, ook bij aanvang van de plaatselijke ronden in Ardooie, dat voor de vijftiende keer gastgemeente was. Ardooie heeft een hele wielertraditie, denk maar aan het Kampioenschap van Vlaanderen, dat dit jaar al voor de 107de keer zal georganiseerd worden en wel op vrijdag 15 september.
Bij de vijf voorin werd het een afvallingsrace. Uiteindelijk bleven enkel Desal, Covi en Rutsch overeind. Uiteraard stond het in de sterren geschreven dat de wedstrijd zou uitdraaien op een massaspurt. Vooral Alpecin – Deceuninck (voor Philipsen) en Lotto Dstny (voor De Lie) lieten zich niet onbetuigd.
Uiteindelijk haalde Philipsen, wellicht de snelste man uit de Tour, het voor Tim Merlier en Olav Kooij. Het zag er lang naar uit dat De Lie in de beste positie zat maar uiteindelijk legde hij maar beslag op de vierde plaats. Philipsen mag morgen als leider van start in de chronorace van 13,6 kilometer.
‘WE HEBBEN HET PERFECTE TEAM’
Je hebt het al begrepen. Het zou al gek moeten lopen indien de renners uit onze provincie een vooraanstaande rol zouden vertolken in deze race. Al mag hun werk uiteraard ook niet worden onderschat.
Neem Senne Leysen uit Lichtaart (Kasterlee) bijvoorbeeld. Hij finishte met de glimlach in de buik van het peloton als 131ste . Zijn ‘kopman’, Philipsen stond immers op het hoogste schavotje van het podium.
‘Het was ontzettend warm vandaag. Samen met Quick Step hadden wij de wedstrijd onder controle. Ook Lotto en Jumbo Visma deden even mee. Op het einde is Jayco nog komen helpen. We hebben vrij snel moeten rijden. We haalden een gemiddelde van 47 kilometer per uur maar als Jasper het iedere keer op deze manier afmaakt dan is dat allemaal geen probleem.’
‘Er werd trouwens van bij de start al bijzonder snel gereden. Dit is echt een onderschatte koers. Het is elk jaar hetzelfde: dit is een wedstrijd op heel niveau waar altijd heel hard wordt gereden. Daarom is het nog leuker dat we hier de eerste rit kunnen winnen. Het rittenschema, met wellicht drie tot vier massaspurten, is goed voor ons. We hebben het perfecte team voor dit soort sprintetappes.’
‘Morgen ga ik zeker niet voluit gaan in de tijdrit. Het is belangrijk dat ik me spaar voor de laatste drie ritten zodat ik vanaf overmorgen mijn job weer kan doen. Ik ben meestal de jongen die probeert de kopgroep terug te halen. Tim Declercq heeft diezelfde rol in onze ploeg. En soms nog een aantal anderen.’
‘Na deze wedstrijd rij ik de Bretagne Classic en nadien volgen nog behoorlijk wat ééndagskoersen. Ik kijk met een goed gevoel terug op de voorbije maanden. We zijn serieus gegroeid met ons team. Ik ben blij dat ik daarin mijn steentje kan bijdragen. We waren al geen klein team natuurlijk maar je mag nooit stoppen met progressie te maken. Anders kan je niet tot de beste ploegen behoren. Dat proberen we te doen.’
‘Ik krijg veel verantwoordelijkheid en daar ben ik wel blij mee. Ik probeer de jongens – die het moeten afwerken – altijd zo rustig mogelijk te houden door zelf het werk op te knappen. Voorlopig is dat al heel vaak gelukt dit jaar. En dat vind ik wel leuk.’
Edwin MARIËN