Sara Aerts op weg naar Beijing: ‘Eerst trainen en dan twee weken aftellen’
ZAVENTEM – Vanmiddag vertrok een tweede Belgische delegatie naar de Olympische Spelen in Bejjing. Bij het vijftal dat dit keer vertrok zat Sara Aerts uit Retie. Via Zürich gaat het richting de Chinese hoofdstad. Shorttrackers Stijn en Hanne Desmet – die afgelopen woensdag vertrokken vanop Schiphol – zijn al ter plaatse. Dinsdag vertrekt Loena Hendrickx, ook vanop Zaventem, en donderdag is het de beurt aan Sam Maes, die in Zürich opstijgt.
Vandaag was het een vijfkoppig gezelschap dat door premier Alexander De Croo (Open Vld) en zijn zoon én door staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) werden uitgewuifd: snowboardster Evy Poppe, skeletonster Kim Meylemans en dan de drie vrouwelijke bobsleeërs: naast Sara Aerts An Vannieuwenhuyse en reserve Kelly Van Petegem. Opmerkelijk: de atleten reizen af, rekening houdend met de dag(en) dat ze in competitie komen. Alleen voor Sara Aerts en co geldt dat niet.
‘Onze competitie vindt helemaal op het einde van de Spelen plaats maar nu dinsdag en woensdag zijn er de vrije trainingen. Dat is het allerenigste moment dat we op de baan kunnen voor de echte competitie begint want nadien wordt de baan gebruikt voor andere sporten of andere onderdelen van het bobslee. In Pyeoncheang was het niet anders. Dat is eigen aan de Spelen. De voorbije twee weken heb ik trouwens niks anders gedaan dan gewacht en me geïsoleerd. Het enige waar ik toen aan dacht was van niet besmet te geraken.’
De situatie rond het bobsleeteam is helemaal anders dan vier jaar geleden. ‘Toen was er veel meer te doen rond ons, ook omdat we met twee ploegen waren. Nu, misschien is het beter dat we dit keer in alle rust naar de Spelen hebben kunnen toeleven. In de schaduw. Het seizoen verliep tot nu toe niet echt super. Pas in Winterberg, ‘op onze thuisbaan’, slaagden we erin ons te plaatsen. We zijn dus niet enkel de Belgen die het laatst in actie komen in Beijing, we zijn ook diegenen die zich het laatst hebben geplaatst. Op zich hoefden we daar niet veel voor te doen – alleen ongehavend beneden komen – maar toch zit je nog met een zekere spanning omdat je weet dat het alsnog mis kan lopen. Onder meer de Australische meisjes hebben dat mogen ondervinden.’
Delegatieleider Olav Spahl, ook aanwezig op Zaventem, hoopt op een medaille voor Bart Swings, en rekent op top-acht-plaatsen in het shorttrack, het kunstrijden en het skeleton. Niet in het bobslee dus. Aerts: ‘Dat zou ook niet realistisch zijn. Op de vorige Spelen werden we twaalfde. Een top tien-plaats zou dus schitterend zijn. Wij hebben ons verbeterd maar het probleem is dat de toplanden nog sterker zijn geworden. Het vrouwenbobslee is er de voorbije jaren enorm op vooruit gegaan. Het niveau is bijzonder hoog. Je vraagt me welke landen op het podium zullen staan? Niet makkelijk te voorspellen hoor, maar goed, als het moet: Duitsland, Amerika en Canada.’ Sara en An kennen de baan alvast. In oktober hebben ze er deelgenomen aan een testevent. ‘We hebben toen zeker 40,45 ritten afgelegd.’ De premier wilde weten of de baan moeilijk is en of ze hen ligt. Vannieuwenhuyse: ‘Het antwoord is twee keer ‘ja’’.
Spahl: ‘Reizen brengt altijd een risico met zich mee. De eerste drie dagen ter plaatse zullen sowieso de spannendste zijn maar ik heb al begrepen dat alles zo perfect georganiseerd is dat de kans op besmettingen nadien bijzonder klein is.’
Edwin MARIËN