Provincie start met een innovatiecentrum voor biogebaseerde bouwmaterialen
WESTERLO – Provincie Antwerpen start als eerste in Vlaanderen met een innovatiecentrum voor biogebaseerde bouwmaterialen. Het moet ondersteuning, opleidingen en een testomgeving bieden aan startende en innoverende bedrijven om hun ideeën rond biogebaseerde bouwmaterialen te ontwikkelen, te produceren en op de markt te brengen.
De uitvalsbasis wordt Kamp C in Westerlo. Daar kwam vanmiddag Jo Brouns (CD&V), Vlaams minister van Innovatie, langs om er ‘The Exploded View Beyond Building te bezoeken. Dat is een demonstratiewoning met meer dan 100 biogebaseerde toepassingen die voor het eerst in ons land is. De woning bevat isolatiemateriaal uit stengels van hennepplanten, gevelsteen uit klei, muurtegels op basis van mais en vlasvezels, een bedframe van omgewaaide populieren met een matras van zeegroen,… Het huis is een concept van Biobased Creations uit Amsterdam en stond aanvankelijk in Eindhoven. Nu bevindt ze zich nog tot eind oktober in Westerlo.
Kathleen Helsen (CD&V, links op de foto), gedeputeerde voor Innovatie: ‘Met verschillende diensten, die betrokken zijn bij dit project, zijn we op bezoek gegaan in Nederland. Het leek ons wel interessant om deze woning naar Vlaanderen te halen. De bedoeling is dat ze wereldwijd rondtrekt om iedereen ervan te overtuigen dat we moeten nadenken over de manier waarop we bijvoorbeeld met de bouwsector aan de slag gaan. Die sector draagt aanzienlijk bij tot een geringere CO2-uitstoot. Het is een tijdelijke tentoonstelling maar we zijn er al in gelukt om verschillende duizenden mensen naar hier te halen om de woning te komen bezoeken. We zijn volop bezig met het vervolgtraject om hier te bekijken hoe we, met de landbouwsector en de bouwsector samen, naar de toekomst toe biobased kunnen bouwen. Het is belangrijk om iedereen in de bouw te overtuigen om voldoende aanbod te hebben en voor opschaling te zorgen.’
‘Wij werken nooit alleen. Wij werken altijd samen met anderen met de bedoeling om heel veel in beweging te brengen. Dat is het ook hetgene wat we beogen met het innovatiecentrum dat we hier willen uitbouwen. Onze blik is ruim. We richten ons op heel Vlaanderen. We bereiken trouwens ook mensen vanuit het buitenland. Wij hebben heel wat Europese projecten met Kamp C waarbij we heel wat kunnen leren.’
Brouns (rechts op de foto): ‘Als er één land is in Europa waar de woningnood groot is, is het wel Nederland. Daar komt men op straat om betaalbare woningen te vragen. Zo ver zijn we hier nog niet. Ik denk dat hier een heel andere cultuur heerst. Maar we weten ook: als het in Nederland regent, dan druppelt het hier. Vandaag is het zaak om zuinig om te gaan met onze materialen. We moeten die woorden ook in daden omzetten en dat is wat hier is gebeurd. De essentie is de innovatiekracht. Als Vlaanderen worden we uitgedaagd op heel wat heel wat domeinen omwille van de schaarse ruimte. Door die uitdaging zijn wij wereldwijd koploper innovatie. Wij zijn een zeer bescheiden volk maar op innovatief vlak doen wij het echt zeer goed. Jaarlijks wordt er tien miljard in geïnvesteerd, hoofdzakelijk met private middelen, maar die zijn een hefboom. De kunst is om de kennis die we hebben te kunnen valoriseren in toepasbare zaken zoals we hier kunnen zien. Wij versterken de circulaire economie. Er zijn heel veel Vlaamse beleidsplannen in die zin.’
Met de ontwikkeling van het innovatiecentrum is een investering van meer dan 900 000 euro gemoeid. Helsen: ‘We willen ons vooral richten op startende en innoverende ondernemers die met biogebaseerde materialen aan de slag gaan.’ Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen, de sectorfederatie: ‘Vanaf 2025 worden er alleen nog woningen gebouwd die geen fossiele brandstoffen gebruiken. Het aanwenden van hennep is geen nieuwigheid meer. Het heeft wat geduurd vooraleer de samenwerking met de landbouwsector er kwam maar dat is niet abnormaal. Op onze studiedag vandaag zijn meer dan 120 (grote) bedrijven en organisaties aanwezig. Dat zegt voldoende over de interesse die er is.’
Edwin MARIËN
Foto S. Vandycke
