Project ‘Smakelijke School’ zet in op gezondheid van Antwerpse kinderen
ANTWERPEN – Elke Antwerpse basisschool kon de afgelopen maanden een toelage aanvragen om vanaf komend schooljaar gezonde voeding aan te bieden. Met dit project ‘Smakelijke School’ zet stad Antwerpen in op de gezondheid en leerprestaties van alle kinderen.
Studio Dynamo uit de Verschansingstraat is één van de basisscholen die al als proefschool meedeed, en nu ook intekende op de toelage. Vanochtend kregen zij het bezoek van Jinnih Beels (Vooruit, zie foto), schepen voor onderwijs en jeugd. Ze gaf een toelichting over de resultaten van de eerste inschrijvingsronde van Smakelijke School.
Beels: ‘Sinds februari konden scholen een toelage vragen aan de stad Antwerpen. We zijn ooit begonnen met tien scholen in een proefproject. Vandaag zijn het er meer dan acht keer meer. 87 scholen zijn immers ingeschreven. Daardoor bereiken we een 20 700 kindjes. Dat is een mooie start. Het is fijn dat scholen interesse tonen om op die manier het welzijn van kinderen te bevorderen. Ze zorgen voor een goedgevulde maag waardoor de kinderen betere leerprestaties neerzetten maar het levert ook een betere algemene gezondheid van de jeugd op. Ouders hebben immers niet altijd de middelen of tijd om een gezonde maaltijd voor hun kinderen klaar te maken.’
‘We willen dat elk kind de kans krijgt om een gezonde maaltijd te nuttigen. Dat is ook belangrijk om de lege brooddozen te vullen maar de scholen moeten wel aan een aantal voorwaarden voldoen. We geven hen de keuze welke maaltijd zij aanbieden. Dat kan gaan van soep over boterhammen tot een ontbijt of een tussendoortje of wat dan ook. Het maakt op zich niet heel veel uit zolang het maar gaat over gezonde en gevarieerde voeding. We geven aan de scholen een subsidie die gaat van 0,60 euro naar 1,60 euro per kind. Geen enkel kind mag zich achteruitgeschoven voelen omdat het niet kan meedoen. We hebben 40 miljoen euro voorzien. Nu gaan we zien wat we daarvan nodig hebben om tegemoet te komen aan de meerprijs van de maaltijden.’
‘Ik heb zonet in een klasje van het eerste leerjaar preisoep uitgeschonken. Er was één kindje die ze liever niet wou, een aantal anderen waren in het begin ook terughoudend maar nadat ze zagen dat hun vriendjes de soep wel aten, wilde iedereen weleens proeven. Het feit dat ze een volle kop soep opdrinken is misschien niet het belangrijkste, wel het feit dat ze willen proeven. Want dat toont aan dat de dynamiek in de klas effect heeft. Kinderen eten samen met hun leerkracht. Het gaat niet alleen over het eten maar ook over ‘Wat eten we?’, ‘Hoe ziet dat eruit?’, ‘Is dat gezond?’: het is een hele grote kapstok waaraan we alles hebben opgehangen. Ik besef dat dit voor de scholen niet altijd evident is. De scholenteams zijn al planvast. Vanuit onze administratie proberen we hen te helpen maar we gaan de overlast nooit helemaal kunnen wegtoveren. Wanneer ik luister naar de reacties in de verschillende scholen dan merk ik dat de leerkrachten enorme voorstanders zijn om te participeren. Op dit moment doen 36 procent van de 240 scholen mee die we graag zouden willen bereiken. Ik had niet verwacht dat er zoveel enthousiasme zou zijn. Ik meen dat er in september – wanneer er een tweede inschrijvingsperiode aankomt – nog verschillende andere scholen gaan volgen. Het zijn de immers de scholen zelf die voor reclame zorgen waardoor de interesse steeds maar groter wordt.’
Edwin MARIËN