Profiel van bezoekers aan acht markten in onze provincie onderzocht
MOL – Lokale markten in de provincie Antwerpen hebben een trouw publiek. Uit een digitale bevraging door de Dienst Detailhandel blijkt dat 80 procent van de bezoekers wekelijks naar de markt komt. Ze verplaatsen zich daarbij net iets vaker met de wagen dan met de fiets of te voet. Het provinciebestuur analyseert een reeks nieuwe data om lokale besturen met een openbare markt, of met plannen voor een markt, beter te kunnen adviseren bij het uitstippelen van hun detailhandelsbeleid.
Tijdens de Maand van de Markt, in april dit jaar, konden marktbezoekers via een app deelnemen aan een digitale wedstrijd. Aan de hand van enkele eenvoudige vraagjes die daarbij werden gesteld, kan een profiel opgesteld worden van de gemiddelde marktbezoeker: hoe vaak komt die naar de markt, hoe verplaatst die zich,… Bij de provincie Antwerpen trekt de Dienst Detailhandel nu een reeks eerste conclusies na het bestuderen van de data uit Lier, Herentals, Wijnegem, Geel, Mol, Duffel, Mechelen en Schoten. In totaal namen daar 500 mensen aan de bevraging deel.
Kathleen Helsen (CD&V, midden op de foto), gedeputeerde voor economie: ‘Uit die eerste reeks data blijkt dat de gemiddelde marktbezoeker een vrouw tussen 40 en 59 jaar is. Bij 80 procent van de respondenten staat de markt elke week op de agenda. We mogen spreken van een trouw publiek. Mannen komen vaker in het weekend naar de markt (gemiddeld 33 procent) dan door de week (22 procent). In het weekend is zo’n marktbezoek ook vaker een gezins- of familie-uitstap.’ Gemiddeld genomen komen iets meer mensen met de auto naar de markt (35 procent) dan met de fiets (33 procent) of te voet (31 procent). Al zijn er uiteraard lokale verschillen mogelijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de verzamelde data voor de gemeente Mol.
Lieve Heurckmans (CD&V, links op de foto), schepen voor lokale economie: ‘Hier leren de cijfers dat bezoekers uit onze eigen gemeente meestal met de fiets naar de markt komen (54 procent), gevolgd door de wagen. Bij wie van buiten Mol komt, zien we het omgekeerde: daarvan komt 69 procent met de wagen en 25 procent met de fiets. De gemiddelde marktbezoeker is hier ook een iets jongere dame, tussen 30 en 49 jaar.’
Voor het provinciebestuur zijn de lokale markten een belangrijk onderdeel van het economisch weefsel in de steden en gemeenten. Senne Van Hoof (rechts op de foto) van Dienst Detailhandel: ‘Driekwart van de steden en gemeenten in onze provincie hebben één of meerdere markten. Voor zo’n 700 ondernemers zijn die markten hun broodwinning. De grootste groep verkoopt verse voeding (45 procent), waarbij groenten en fruit het best vertegenwoordigd zijn. Er worden ook nog redelijk veel kledingstukken en modeaccessoires verkocht op de markt (31 procent). Hoe groter de markt is, hoe groter het aandeel mode en textiel trouwens.’ Helsen: ‘Met deze informatie kunnen de detailhandelscoaches nagaan hoe de verhouding is tussen het aanbod van producten op de markt en het reguliere aanbod in de lokale handelskernen. Men kan bekijken hoe die elkaar kunnen versterken of vermijden dat ze elkaar te veel concurrentie aandoen.’ Op vrijdag 23 september organiseert Dienst Detailhandel voor geïnteresseerden in het provinciehuis een studiedag met als titel ‘Markt van de Toekomst’. Je kan hiervoor gratis inschrijven via de website van de provincie Antwerpen. (EM / Foto S. Vandycke)