Prof Wuyts (UA/St Augustinus) deed onderzoek naar hersenen astronauten
WILRIJK – Onderzoek wijst uit dat de hersenen van ruimtereizigers significant veranderen wanneer ze voor langere tijd in de ruimte verblijven. Zeven maanden na hun terugkomst is hun brein nog steeds anders. Prof. Floris Wuyts: ‘Astronauten moeten nieuwe vaardigheden aanleren door de gewichtloosheid en dat zie je in hun hersenen.’ Professor Wuyts is verbonden aan het Labo voor Evenwichtsonderzoek en Aerospace (LEIA) aan UAntwerpen en wetenschappelijk consulent in de vestibuologie in het Sint-Augustinusziekenhuis in Wilrijk
In een nieuwe studie, een samenwerking tussen het European Space Agency en het Russische ruimteagentschap Roskosmos, hebben onderzoekers onderzocht hoe de hersenen van ruimtereizigers zich gedragen na een ruimtereis. Opmerkelijk anders, zo blijkt. Wuyts: ‘De hersenveranderingen die het team waarnam, waren ‘heel nieuw en zeer onverwacht.’ Het internationale onderzoeksteam bestudeerde de hersenen van twaalf mannelijke astronauten die een langere tijd in de ruimte hadden verbleven: gemiddeld waren ze 172 dagen of zo’n vijf en een halve maand in Low Earth Orbit. Hun hersenen werden vóór de vlucht, vlak na de vlucht en zeven maanden na hun terugkeer onderzocht met MRI-beeldvorming. Blijkt dat in hun hersenen zowel vloeistofverschuivingen als vormveranderingen plaatsvonden.
Om dat te kunnen vaststellen maakte het onderzoeksteam gebruik van vezeltractografie, een 3D-reconstructietechniek waarmee het bedradingsschema van de hersenen bekeken kan worden. Blijkt dat zowel de neuronen als de verbindingen tussen de neuronen in de hersenen waren toegenomen én dat er heel wat hersenvloeistof was verschoven. De vloeistofverschuivingen zouden op hun beurt vormveranderingen in onder meer het corpus callosum in de hersenen veroorzaken, een grote bundel zenuwvezels die Wuyts beschrijft als ‘de centrale snelweg die beide hersenhelften verbindt’.
Helemaal bijzonder aan dit onderzoek is dat de veranderingen ook zeven maanden na de terugkomst van de astronauten nog te meten waren. Wuyts: ‘De veranderingen zijn weliswaar verminderd doordat de astronauten opnieuw gewend geraken aan de zwaartekracht, maar dat de effecten van de ruimtereis zo lang na terugkomst nog duidelijk te zien zouden zijn, dat had niemand verwacht.’ Oorzaak van de veranderingen in de hersenen is de gewichtloosheid tijdens de ruimtereis, waardoor de astronauten nieuwe vaardigheden moeten aanleren. En dat zie je in de hersenen. Of die veranderingen effect hebben in hun dagelijks leven – of ze bijvoorbeeld slimmer zijn geworden of vloeiender gaan bewegen – is nog niet geweten, al is ook dat onderzoek op dit moment lopende.
Welk effect de veranderingen in de hersenen op de langere termijn hebben voor de onderzochte ruimtereizigers? Wuyts: ‘De onderzochte groep is te klein om daar al informatie over te hebben of voorspellingen te kunnen doen. Op termijn zullen we mensen voor langere tijd de ruimte insturen, zoals voor een verblijf op Mars. Het is essentieel dat we op voorhand al een nauwkeurige inschatting kunnen maken van de verwachte effecten, zodat we de nodige tegenmaatregelen kunnen treffen om deze effecten te minimaliseren.’ Het onderzoek van Wuyts en collega’s naar de hersenen van astronauten is dus zeker nog niet ten einde. (EM / Foto UAntwerpen- op de foto ESA-astronaut Thomas Pesquet in het International Space Station, met een foto van zijn eigen hersenen, verwerkt door het team van UAntwerpen en collega’s)