Plannetje van Campenaerts en co. mislukt, Merlier wint in eigen streek
NOKERE – Corona houdt nog steeds huis in het peloton. Het is dan ook telkens uitkijken wie er aan de start verschijnt. Zo had elke ploeg wel af te rekenen met één afwezige aan de start van Nokere Koerse in Deinze. Lotto Soudal leek de sterkste formatie te zijn en was aan het eind inderdaad nog het best vertegenwoordigd. Nokere Koerse is een wedstrijd die bijna altijd in de spurt wordt beslecht, al is het meestal een sprint op de macht.
Geen enkele Antwerpenaar reed zich in de picture, tenzij we Victor Campenaerts zo blijven aanzien uiteraard. Voor laatstgenoemde was het een belangrijke test na zijn val in de Strade Bianche. Ploegleider Nikolas Maes deed er dan ook geen doekjes om voor de start. ‘In de breedte zijn wij de sterksten. Eigenlijk was het niet de bedoeling dat Campenaerts hier zou meerijden. We zien wel. Hij heeft nog pijn aan zijn ribben dus is het zaak om niet al teveel te forceren. ‘ Campenaerts was uiteindelijk wel één van de weinigen die de koers hard maakten. Er werd eerder gewed op teamgenoot Arnaud De Lie, die in Nokere zijn twintigste verjaardag mocht vieren, voor de eindzege. Die zat trouwens nog zo fris als een hoentje bij het ingaan van de finale. Het was echter Tim Merlier die het haalde. Zoals kon worden voorspeld gebeurde dat op de macht. Walscheid werd tweede, De Lie derde. Voor Merlier was het de tweede zege van het seizoen na zijn overwinning onlangs in een rit in de Tirreno.
Merlier: ‘Het was de eerste keer dat ik hier aan de start verscheen ook al is het een koers in eigen streek. Ik kwam hier vroeger altijd kijken. Het crossseizoen was afgelopen en toen het Nokere Koerse was, wist ik dat ik opnieuw goed weer ging worden en ik dus in korte broek kon opdraven. Ik ben vaak de berg opgereden met mijn vrienden, mooie herinneringen kortom. Ik denk dat ik meer berichtjes heb gekregen dan voor welke koers dan ook. Het leefde gewoon bij het publiek, de fans. Ze wilden maar één winnaar. Ik ben blij dat ik ze hen die zege heb kunnen geven.’
‘Dit is geen makkelijk parcours om controle te behouden. Ik denk dat we de laatste 100 kilometer gewoon voluit gekoerst hebben. Er was geen organisatie meer. Geen makkelijke situatie maar uiteindelijk bleven we met genoeg samen om toch een sprint te krijgen. Je gelooft het misschien niet maar tijdens een training rij ik nooit op Nokereberg. Ik ken hem natuurlijk wel en ben hem dan ook niet speciaal komen verkennen. Ik had wel wat schrik van de aankomst. Je hebt je snelheid nodig. In de Tirreno – toen Caleb Ewan won – had ik het gevoel dat ik niet meer kon versnellen. Ik had gezien in de editie die Bouhanni vijf jaar geleden hier op zijn naam schreef, dat het zaak was om van ver aan te zetten en het dan vol te houden. Ik moest de laatste bocht als snelste ingaan. Daar gaat het in dalende lijn en dan kan je een aanloop nemen naar de slotklim. Als ploeg hebben we wel wat foutjes gemaakt maar dat gebeurt in elke wedstrijd. Daar gaan we het zo dadelijk in de nabespreking wel even over hebben. Ik rij vrijdag in Bredene – Koksijde, nadien volgt Brugge – De Panne, dan de Scheldeprijs en misschien Parijs-Roubaix.’
Merlier (29) won vorig jaar in Koksijde, de wedstrijd die overmorgen dus op het programma staat. Ook dan staat hij tegenover Arnaud De Lie. Het worden trouwens nog drukke koersdagen. Morgen wordt er gereden in het Noorden van Frankrijk (GP Denain) en zaterdag in het Noorden van Italië met Milaan-Sanremo.
Edwin MARIËN