Peter Genyn doet er een bronzen medaille bij op het WK para-atletiek, België klokt af op zes
KALMTHOUT – Peter Genyn (midden op de foto) uit Kalmthout, geboren in Brasschaat, heeft na zijn gouden medaille op de 100 meter van gisteren, opnieuw eremetaal behaald op het WK para-atletiek in Parijs. Dit keer moest hij wel tevreden zijn met het brons op de 200 meter.
Dat de 200 meter-finale – klasse T51 – net als gisteren, op de 100 meter, opnieuw een strijd zou worden tussen de Finse wereldrecordhouder Toni Piispanen (36.35, links op de foto) en onze landgenoten Peter Genyn (dit seizoen goed voor 37.90, beste prestatie ooit 36.62) en Roger Habsch (rechts op de foto, besttijd, dit seizoen gereden: 36.80) stond in de sterren geschreven. De besttijden van de andere deelnemers lagen een stuk hoger. Zo gebeurde ook.
Dit keer was het Habsch die er als een speer vandoor ging. Hij bouwde onmiddellijk een aanzienlijke voorsprong uit en won in 36.76. Genyn finishte in 37.88 en moest ook nog Piispanen (37.65) laten voorgaan. Die stak hem in de laatste rechte lijn voorbij.
Habsch: ‘Dit was perfect. Ik ben enorm tevreden. Ik moest de afgelopen drie jaar veel opofferen, dus dan geeft dit veel voldoening. Ik focuste mij op mijn lijnen en gaf alles. Ik wou dit ook doen voor mijn kinderen, en heb het gedaan: mijn eerste titel is binnen.’
Genyn: ‘Na een goede 100 meter stokte het wat voor mij. Ik sta op de plaats waar ik vandaag moest staan, dus ik kan tevreden terugblikken. We zien wel hoe we dit voor volgend jaar kunnen bijsturen. Mijn basis is niet zo goed als vorige jaren, doordat ik lang niet kon trainen. Volgende winter wil ik daaraan werken. In 2024 tellen enkel de Paralympische Spelen en daar wil ik weer een medaille behalen, de kleur gaan we daar bepalen.’
Later op de avond trad Katia Hardies uit Emblem nog aan in de finale van de 400 meter (T38). Ze slaagde erin om de laatste plaats te ontwijken en finishte als zevende in 1.10.79, een persoonlijke besttijd.
Het werd een historische finale. Luca Eckler, waartegen Hardies eerder deze week al liep op de 200 meter, verpulverde het wereldrecord. Haar start was niet meteen denderend maar in de laatste 100 meter liep ze de tegenstand aan diggelen. Ze finishte na 59.74 en is daarmee de eerste vrouw die op deze afstand en in deze categorie onder de minuut loopt. Het was haar derde goud in Parijs (na de 200 meter en het verspringen) en na zilver op de 100 meter. Ze maakt een behoorlijk grote kans om uitgeroepen te worden tot atlete van het WK.
Rhianne Clarke moest bijna 2,5 seconde prijsgeven op de winnares (1.02.36) maar brak toch het Australisch record. Een seizoensbesttijd was er voor nummer drie, de Columbiaanse Katty Hurtado, in 1.03.44. Opmerkelijk: zij nam – tegelijkertijd – ook deel aan de finale in het discuswerpen.
Mooie prestatie voor Kathie Hardies, die haar persoonlijke besttijd, van 1.12.68 naar 1.10.79 bracht.
België, dat met veertien atleten deelnam aan dit WK, brengt zes medailles mee naar huis: tweemaal goud voor Maxime Carabin, goud en zilver voor Roger Habsch en goud en brons voor Peter Genyn. Nooit deed een Belgische paralympische selectie beter.
Delegatieleider Björn Nelen was dan ook zeer tevreden. ‘Viermaal goud. Eénmaal zilver. Eénmaal brons. Plus een aantal persoonlijke records. En dat met een toch relatief kleine delegatie. Dan kan ik toch alleen maar tevreden zijn. Er zijn verscheidene atleten die aan de top staan en andere maken progressie. Dankzij Peter, Roger, Maxim en Léa Bayekula hebben wij vier slots voor de paralympics kunnen bemachtigen. Daar kunnen er volgend jaar, op het WK in Kobe – eind mei – nog een aantal bijkomen.’
‘In ons land, zowel in Vlaanderen en Wallonie, wordt veel professioneler gewerkt dan vijf-tien jaar geleden. Nu heb je atleten die semi-prof zijn. En heb je een federatie die er volledig achter staat , die buitenlandse stages organiseert. Bovendien is de sport veel inclusiever geworden. Onze atleten trainen en lopen gewoon mee met valide atleten. Dat wordt algemeen aanvaard. Niemand kijkt op als er eens iemand met een Blade meeloopt. Dat merk je ook in de rest van de wereld.’
Soms kon je vooraf – aan de hand van de besttijden – voorspellen wie de podiumplaatsen zou innemen. ‘Daar kan ik je maar gedeeltelijk gelijk in geven. Er zijn evenveel wedstrijden die wel spannend verlopen. En uiteindelijk moet de atleet het ook nog wel doen. Toen een Carl Lewis aan de start verscheen, wist je ook vaak wie er ging winnen, en nu is dat bijvoorbeeld ook zo met een Luca Eckler. Maar ook zij kan een valse start hebben. En dan sta je daar.’
Edwin MARIËN
Foto Marcus HARTMANN / Paralympic Team Belgium