Patiënten van ZNA Sint-Elisabeth krijgen tips om veilig te wandelen
ANTWERPEN – Een kwart tot 40 procent van de thuiswonende 65-plussers valt minstens één keer per jaar. In woonzorgcentra is dat zelfs 70 procent. Regelmatig leidt zo’n val tot breuken en een ziekenhuisopname, met een prijskaartje van ruim 750 miljoen euro voor de gezondheidszorg. Vanmiddag, tijdens de Week van de Valpreventie, maakten patiënten van ZNA Sint-Elisabeth in Antwerpen met onder meer een knie- of heupprothese of met een amputatie, een wandeling in de buurt van het ziekenhuis.
Sabinne vandermeersch, ergotherapeute en expert in valpreventie: ‘Elk jaar opnieuw houdt men in april de Week van de Valpreventie. Dit jaar is het thema bewegen en wandelen. Vandaar dat we deze wandeling georganiseerd hebben voor mensen die een hulpmiddel gebruiken.’
‘Deze wandeling is een unicum. Het vergt veel organisatie en veel mankracht. Je moet het nodige personeel ervoor hebben. Ik zou het heel graag regelmatig doen maar daarvoor moeten we eens knipogen naar de baas.’
‘De mensen die worden opgenomen, worden sowieso begeleid. Er is altijd een kinesist en een ergotherapeut van de afdeling die dagelijks bij hen langskomt en die oefeningen met hen doet. Dat gaat niet over buiten wandelen maar wel over het beginnen wandelen tussen een bar met rollator, in de gangen,… tot men voldoende geoefend heeft om de volgende stap te zetten.’
‘Wanneer mensen thuis heel veel trappen moeten doen, oefenen we dat hier. Hebben mensen thuis een tuin die ze inwillen, dan gaan we over het gras lopen.’
Yves Van Cleemput, afdelingshoofd van de dienst revalidatie: ‘Op dit moment hebben we vijf afdelingen waarvan vier SP-afdelingen met gemiddeld 25 patiënten. Op de SP-afdelingen liggen mensen die specifiek naar hier komen om te revalideren. We hebben ook één geriatrische afdeling. De gemiddelde leeftijd van de patiënten die in ons revalidatiecentrum zijn opgenomen is 72-73 jaar. Voor elke 100-jarige hebben wij een 50-jarige rondlopen.’
‘Je hoort me niet klagen over de faciliteiten die we hier hebben. We hebben een heel begripvolle lokale directie maar ook overkoepelend geeft men ons de middelen die we vragen. Dan heb ik het over opleidingen, materiaal, mankracht… Je moet altijd de kosten- en batenanalyse maken. Maar ik ben een heel tevreden afdelingshoofd, zowel wat materiaal als kennis betreft. Bovendien is de inzet van de therapeuten ongezien.’
‘Gisteren hebben we de Week van de Valpreventie ingezet met het tonen van filmpjes op het intern televisiecircuit. Deze filmpjes werden door de therapeuten gemaakt. We hebben placematjes rondgedeeld met tips en tricks rond bewegen, mobiliteit en het antwoord op de vraag ‘wat is vallen?’ en vooral ‘wat is in beweging blijven?’. Vandaag zijn we gaan wandelen. Nu gaan we de rest van de week de mensen activeren met oefenbladen die we in de gangen hebben gehangen zodanig dat ze ook buiten de therapie-uren hun mobiliteit kunnen garanderen.’
Doordat tegen 2060 één op de vier inwoners in Vlaanderen 65+ zal zijn, zal ook het aantal valincidenten stijgen. Daarenboven verhogen factoren zoals hoge leeftijd en cognitieve stoornissen het valrisico. Bij ouderen met dementie loopt dit zelfs op tot 72 procent op jaarbasis. 39 procent van de mensen met dementie valt herhaaldelijk. Ouderen beseffen nog te weinig dat ze valincidenten kunnen voorkomen. Na een ingreep moeten ze opnieuw vertrouwen krijgen tijdens het stappen in hun nieuwe toestand.
Edwin MARIËN