Onderzoek toont aan: ‘Preventieve aanpak van kinderarmoede werkt’
MECHELEN – De resultaten van het impactonderzoek naar de preventie van kinderarmoede werd gepresenteerd in Mechelen. Deze studie uitgevoerd door onderzoekers van het ‘Expertisecentrum budget en financieel welzijn -Thomas More’ toont aan dat proactieve begeleiding, nog voor het kind geboren is, positieve resultaten in de voorkoming van kinderarmoede oplevert. Alle gegevens zijn te boek gesteld onder de titel ‘Opkomst onder de loep – een onderzoek naar de impact van de Mechelse methodiek in het ondersteunen van aanstaande ouders’.
Burgemeester Bart Somers en schepen Gabriella De Francesco, stelden, samen met Kristel Verbeke (ambassadrice voor kinderarmoede van Unicef), het boek én de onderzoeksresultaten voor. Uit dit onderzoek blijkt dat het meldpunt ‘OPkomst’ meer dan goede resultaten boekt op het tegengaan en voorkomen van kinderarmoede.
Wat het project ‘OPkomst’ uniek maakt is dat het, door een diepgaande samenwerking met zorgpartners, de problematiek van kwetsbare aanstaande ouders weet te identificeren, nog voor het kind is geboren.
Schepen van armoedebestrijding Gabriella de Francesco zegt hieromtrent: ‘Dankzij de intensieve samenwerking met AZ Sint-Maarten, Wijkgezondheidscentrum Wel en Wee, tal van eerstelijnshulpverleners, vroedvrouwen, gynaecologen en artsen komen kwetsbare gezinnen op de radar die we anders te laat zouden hebben opgemerkt … Hierdoor kunnen wij hen snel ondersteuning op maat bieden … Onze aanpak op basis van vertrouwen werkt … Oprechte dank aan alle medewerkers van het “Team Opkomst” ‘.
Tien procent van de kinderen in Vlaanderen wordt geboren in een kansarm gezin. Ze groeien op in slechtere leefomstandigheden. De nood aan ondersteuning van éénoudergezinnen en de specifieke behoeften van jongvolwassen alleenstaande zwangere vrouwen leidde tot ‘Opkomst+’, een uitbreiding op het oorspronkelijke Opkomst project. De eerste duizend dagen zijn zeer belangrijk om het kind een stevige basis te geven waarop het in zijn volgende levensjaren verder kan bouwen. Zorgpartners onderzoeken de indicatoren die op kwetsbaarheid duiden: financiële moeilijkheden, het ontbreken van een sociaal netwerk enz. De werkwijze van ‘Opkomst’ is laagdrempelig gehouden. De betrokkenen krijgen slechts één gezinsbegeleider als aanspreekpunt toegewezen, dit om een zo goed mogelijk en blijvend contact te waarborgen. Hierdoor vergroot de kans om de spiraal van kansarmoede te doorbreken aanzienlijk.
De stad Mechelen liet de studie uitvoeren door de Thomas More-hogeschool om de resultaten van het project te kennen. Onderzoekster Heleen Delanghe lichtte de werkwijze en cijfers van het onderzoek toe. ‘De opvolging door de medewerkers van ‘Opkomst’, verbeteren de cijfers van de in ogenschouw genomen factoren. De begeleiding wordt als waardevol en stress-verlagend ervaren bij de bevraagde doelgroep. Het bieden van een luisterend oor vergroot het vertrouwen en resulteren in een positieve invloed op de onderzoeksresultaten.’
Kristel Verbeke, bestuurslid van het Kinderarmoedefonds, voor wie opgroeien in kinderarmoede geen onbekend begrip is, was vol lof over de resultaten die in Mechelen werden geboekt: ‘Mama, papa, kindjes: zo ziet er een gezin volgens de normen uit. De realiteit is anders: Eén op vijf kinderen groeit op bij een alleenstaande ouder. Daarmee is het risico op kinderarmoede bij een eenoudergezin vele malen hoger dan bij kinderen die bij twee ouders opgroeien. Bij een eenoudergezin ligt het inkomen ook nog eens 30% lager dan bij tweeverdieners. Acht op de tien alleenstaande ouders zijn vrouwen … Op eigen kracht uit de armoedecirkel geraken blijft moeilijk … Zij die in die situatie verkeren hebben iemand nodig die aan hun zijde staat om die hoge drempel samen weg te nemen … De schaamte om hulp te vragen blijft hoog … Lokale besturen moeten zich beraden hoe ze een positieve invloed kunnen hebben op het leven van hun jongste burgers in armoede … Het boek dat vandaag wordt voorgesteld zal voor velen een inspiratiebron zijn … Preventie van armoede is vijf tot negen maal goedkoper dan curatief ingrijpen … ‘
Bart Somers: ‘Wij hadden de ambitie om de kinderarmoede te halveren, en dat is niet gelukt. Dat is jammer. Maar onze kinderarmoedecijfers zijn stabiel gebleven, terwijl die in de andere centrumsteden fors zijn gestegen. Daarom moeten wij verder zoeken naar nog betere manieren om onze ultieme droom waar te maken: een stad waar geen enkel kind moet opgroeien in armoede.’ Hij voegt er aan toe: ‘Wij hebben ingezet op verbinding: op wijkniveau, buurtniveau. Dat vergt tijd. Maar hierdoor hebben wij meer mogelijkheden om kwetsbare mensen te bereiken, zeker binnen een project als dit … Wij zijn ook geïnteresseerd in een vervolgstudie naar duurzaamheid: hoe gaat het verder met een kind na die duizend dagen … ‘
Ivo VAN DE KORPUT.