Nieuw buurtpaviljoen in Zoersel wordt een Belgische primeur
ZOERSEL – Vanavond stelde gemeente & OCMW Zoersel het ontwerp voor van het nieuwe buurtpaviljoen dat in de Achterstraat komt. Dit paviljoen wordt een overdekte buitenruimte die verenigingen uit de gemeente kunnen gebruiken. Het ontwerp kwam tot stand met ideeën van verenigingen en buurtbewoners en is opgetrokken uit levend hout, een primeur voor ons land.
Olivier Rul (Open Vld, tweede van rechts op de foto naast burgemeester Liesbeth Verstreken – N-VA), schepen voor sport: ‘Toen ik in 2016 in Tel Aviv was, zag ik mensen buiten sporten. Toen is het idee bij mij opgekomen om dit ooit in Zoersel te realiseren mocht ik schepen van sport worden. Nu, het dient gezegd: het ziet er enigszins anders uit. Wat je aan de Scheldekaaien in Antwerpen ziet kan je eerder vergelijken met het Israëlische voorbeeld maar wat wij hier gaan optrekken is toch ook uniek. Het wordt een veelzijdige overdekte buitenruimte die onze verenigingen extra ruimte zal geven om activiteiten te organiseren. In het meerjarenplan budgetteerden wij extra middelen voor sportvoorzieningen op openbaar domein. De sportraad stelde een werkgroep samen om na te denken over de invulling. Uit een brainstorm leek een buitenfitness een prima plan. Al snel werd duidelijk dat dit met het budget voor elke deelgemeente (drie keer 20 000 euro), alsook voor één realisatie, moeilijk was.’
‘Uit de coronacrisis leerden we dat er een open ruimte of gebouw nodig was. Groot genoeg om sportlessen te geven maar beschut tegen de regen. Dankzij het coronaherstelfonds van Europa kregen we een extra 60 000 euro om toch een buurtpaviljoen te bouwen, inclusief sporttoestellen. Indien alles volgens plan verloopt gaan we in het najaar van start en moet het gebouw er staan nog voor het einde van het jaar. De Achterstraat is, gezien de ligging en het feit dat er al tal van verenigingen actief zijn, de meest voordehandliggende locatie.’
Katrien Schryvers (CD&V, tweede van links op de foto), schepen voor participatie: ‘Het is een site waar volwassenen elkaar ontmoeten maar waar ook jongeren komen. Wij zetten een breed participatietraject op. Wij hebben eerst een participatiemoment in september gedaan waarbij we verschillende doelgroepen hebben uitgenodigd. Daarbij alle verenigingen die actief zijn op de site, alle buurtbewoners en de drie scholen die in Sint-Antonius gevestigd zijn. Daar is een presentatie gegeven over wat circulair bouwen is en wat onze ideeen waren. Begin oktober is er dan een tweede participatiemoment geweest met jongeren vanaf acht jaar.’
‘Daaruit bleek dat kinderen en jongeren heel actief, enthousiast en positief meedenken over wat die plek zou kunnen inhouden. Met alle ideeen is men aan de slag gegaan en werd een bestek geschreven. Nadien is er een terugkoppelingsmoment geweest op dezelfde manier waarbij men verschillende mogelijkheden heeft laten zien die de ontwerper heeft aangeboden. Uiteraard zijn er al wat voorbeelden van dergelijke buiteninfrastructuur. Die werden ook getoond tijdens de participatiemomenten en nadien werden die aangepast want ze moeten uiteraard uitgewerkt worden op maat van Zoersel.’
Bart Janssens (links op de foto), architect van Atelier Noest uit Herentals. ‘Ik heb geprobeerd om op een andere manier te denken dan hoe wij, mensen, met de natuur zijn omgegaan de laatste decennia. De mens heeft altijd gebokst tegen de natuur om zijn bouwprojecten te realiseren en nu is de natuur zodanig verbouwereerd dat de mens het begint te voelen op verschillende vlakken. We moeten terug gaan bouwen met en voor de natuur. Dat doen we hier met groendaken en groengevels. We gaan nestvoorzieningen integreren voor vogels en insecten en het gebouw is opgebouwd uit heel natuurlijke materialen, zodat het nooit afval zal worden. Mocht het ooit niet meer bruikbaar zijn dan vergaat het hout en is het terug een voedingsbodem voor nieuw materiaal. Inwoners kunnen zelf een boom inleveren. Die krijgt dan een nieuw leven in het paviljoen. Het feit dat ik hier mijn jeugd doorbracht en de buurt ken is ook niet meteen een nadeel.’
Edwin MARIËN