Niels Vandeputte: ‘Voor mij tellen alleen maar de podiumplaatsen’
BOOM – Joris Nieuwenhuis is de man in vorm. Na de Superprestigeveldrit in Merksplas won hij nu ook de manche in Boom voor Cameron Mason en Eli Iserbyt. Dit keer werd Laurens Sweeck niet de eerste Antwerpenaar maar wel Niels Vandeputte.
Jens Adams uit Minderhout was het snelste weg en kon vlug een gat slaan maar lang duurde zijn rijk niet. Na vijf ronden lag de wedstrijd al lang in een beslissende plooi. Vandeputte kwam als vierde door en dat was ook de plaats die hij aan de aankomstlijn bekleedde. Sweeck kwam nooit in het stuk voor.
Vandeputte: ‘Ik wist op het einde wel dat ik de Michaël (Vanthourenhout) zou kunnen pakken want ik zag dat hij niet over de balken sprong. Mijn start was goed maar nog in de eerste ronde reed ik in het verkeerde spoor zodat ik een paar plekken verloor. Op één van de bergjes moest ik van de fiets en ik vond geen grip met mijn voeten. Ik geraakte er niet op. Toen verloor ik superveel plaatsen. Op een groot deel van het parcours moet je gewoon met zijn allen achter elkaar rijden en dan vallen er al snel gaten. Ik kwam na de eerste ronde door als twaalfde of daaromtrent maar ik voelde me best OK. Ik bleef maar rijden en plots zat ik in het spoor van Eli (Iserbyt). Toen dacht ik ‘nu moet ik toch bijna voorin zitten.’ Op dat moment was ik voor de derde plaats aan het rijden. Ik voelde me best comfortabel.’
‘Een paar ronden voor het einde ging het plots even wat minder goed. Ik maakte een paar foutjes en zat op mijn limiet. Ik moest Eli laten rijden. Dat was wel jammer want daarna kon ik de kloof op een tiental seconden houden. Ik kwam er nog bijna bij in de voorlaatste ronde maar toen maakte ik opnieuw een fout. Met een vierde plaats op dit parcours moet ik wel tevreden zijn. Maar wanneer ik in de eerste ronde die pech niet had gekend en mee was geweest dan rij ik voor het podium. Daar had ik graag gestaan. Dit is mijn derde top vijf-plek. In Merksplas was ik derde en in Maasmechelen vierde. Ik heb ook een cross in Nederland gewonnen maar die tel ik niet mee. Ik reken echter in podiumplaatsen, niet in top vijf-plekken.’
‘Ik ben op zich tevreden over mijn algemeen niveau maar het enige wat de mensen zien is of je al dan niet op het podium staat. Dat is me dus één keer gelukt. Ik hoop dat ik het nog een paar maal kan herhalen. Dan zal ik op het einde van het seizoen tevreden zijn. Volgende week wordt ‘mijn’ cross gereden, in Val Di Sole. Het hangt er heel hard vanaf hoe de sneeuw ligt want het kan zomaar ineens een ander soort cross worden. Ik heb me daar vorig jaar kunnen tonen en ik hoop dit keer opnieuw mee te strijden voor het podium.’
‘Verder kijk ik uit naar (eindelijk eens) een zandcross. Naar Zonhoven dus, naar Koksijde en naar Mol. Tegen dan doen natuurlijk Van Aert, Van er Poel en Pidcock mee. Dan wordt het moeilijker om een top drie-plaats te behalen. Op die momenten zal ik wel tevreden zijn met een plaats bij de eerste vijf.’
‘Maar dat is nog een paar weken weg. Morgen start ik in Flamanville. Daar wacht ons een lastige maar ook mooie omloop. Het heeft er deze week meer geregend dan hier. Ik vertrek zo dadelijk voor een rit van 650 kilometer. Er zijn een aantal renners die hier vandaag niet waren en die morgen wel starten. Daar moet ik ook rekening mee houden. Hier in Boom ben ik niet altijd even fortuinlijk geweest. Twee jaar geleden was het de enige keer in mijn carrière dat ik een ‘did not finished’ heb gereden. Dat was hier maar het had toen ook te maken met de extreme weersomstandigheden. Vorig jaar was ik hier tiende. Je hebt hier een heel mooie setting. Ze kunnen er nog meer mee doen. Nu heb je heel veel van hetzelfde vlak na elkaar. Wanneer ze dat wat meer variëren met wat meer snellere bochten kan je er nog iets mooier van maken. Maar het blijft een fraaie locatie. Je kan als bezoeker heel veel zien. Het is jammer dat de toeschouwers niet echt hun weg vinden naar Boom.’
Edwin MARIËN
Foto’s Tibo LODEWIJCKX