Mathieu van der Poel verbrodt het feestje van Victor Campenaerts in Waregem
WAREGEM – Weken, neen zelfs maanden, geleden had Victor Campenaerts het al aangegeven: ‘Dwars door Vlaanderen wordt mijn koers’. En, het dient gezegd, hij was op de afspraak. Alleen had hij pech dat kleppers als Pojacar en Van der Poel ook hun opwachting maakten aan de start in Roeselare. De Tour-winnaar zat niet in de beslissende ontsnapping en eindigde als tiende. De Nederbelg was wel op de afspraak. Campenaerts en Benoot waren de ijverigste renners in de slotfase maar Mathieu deed zijn zege van twee edities geleden nog eens over.
Dwars door Vlaanderen is niet meteen de zwaarste klassieker van het voorseizoen. De koers is ‘slechts’ 183,7 kilometer lang met onderweg dertien hellingen en vijf kasseistroken. De vorige jaren was er wat kritiek op de organisatie omdat de renners – vier dagen voor de Ronde van Vlaanderen – over de Kluisberg, de Taaienberg en de Stationsberg moesten. Het parcours werd hertekend en de Zeelstraat, de Stooktestraat en Ladeuze maakten hun opwachting. Ook nu weer vijf onverwachte forfaits waarbij Israel-Premier-Tech – het team van Sep Vanmarcke – het zwaarst werd getroffen. Zij startten met slechts drie renners. Biertmans en Boivin vielen uit, net als Milan, Warlop en Warenskjold.
Tijdens de eerste 100 kilometer hielden de grote kanonnen zich gedeisd. Wie anders dan Campenaerts schudde uiteindelijk aan de boom? Dat deed hij een eerste keer na de kasseien in Maarkedal, maar dat was slechts om de anderen eraan te doen herinneren dat hij wel degelijk met ambitie aan de start was verschenen. Op Berg ten Houte, de zevende helling, was het de beurt aan Van der Poel om de neus aan het venster te steken. De wedstrijd werd meteen echt op gang geschoten. Campenaerts probeerde het een tweede keer en veel verder in de achtergrond werd gemeld dat Dries Van Gestel, de man uit Arendonk en nummer drie vorige zondag in Wevelgem, de rol moest lossen.
Op de Hotond reed een elftal aan de leiding en in Oudenaarde, met nog 42 kilometer voor de boeg, waren dat er nog acht. Zij zouden de rest van de koers kleuren: Van der Poel, Benoot, Campenaerts, Pidcock, Turner, Küng, Politt en O’Brien. Campenaerts probeerde het keer op keer. Hij kroop in zijn rol van tijdrijder maar zijn aanvallen kwamen van achteruit en waren getelefoneerd. De Antwerpenaar is sinds enkele maanden een renner van de streek en kent elke vierkante centimeter van het parcours maar het mocht niet baten. Bij een zoveelste poging kreeg hij het gezelschap van Benoot en Pidcock. Op dat moment wist Van der Poel dat hij moest reageren. Hij deed het. En hoe. De acht kwamen opnieuw samen waarna Benoot en Campenaerts het alweer probeerden. Pidcock sloot dit keer aan met Van der Poel in zijn wiel. In de finale richting Regenboogstadion liggen bijzonder veel bochten en dat speelde in het voordeel van Van der Poel die uiteindelijk met Benoot naar de meet spurtte. VDP won voor onze landgenoot en Pidcock. Campenaerts werd uiteindelijk vierde.
U zal het ons niet kwalijk nemen dat wij Van der Poel als een ‘Antwerpenaar’ beschouwen. Hij woont immers in ‘s-Gravenwezel en spreekt met een Vlaams accent. Vandaar de aandacht op‘deze website. ‘Ik voelde me vandaag goed maar toch was ik nog niet helemaal hersteld van de Coppi e Bartali (van vijf dagen geleden). Mijn benen voelden niet perfect aan. Ik hoop dat ik me zondag nog wat beter voel. Het zal nodig zijn omdat er dan een zekere Van Aert aan de start verschijnt. Hij toonde de voorbije weken hoe goed hij is. Ik koers al mijn hele leven tegen hem dus ik weet hoe sterk ikzelf moet zijn om hem te kunnen volgen. Het zal beter moeten maar ik ben er gerust op dat met een paar dagen rust dat wel zal lukken.’
‘HET GING ZELFS BETER DAN IK VERWACHT HAD’
‘Deze zege betekent heel veel voor mij. Het bewijst dat ik er weer sta op het hoogste niveau. Ik heb hier hard voor gewerkt. De mensen rondom mij weten dat. Het geeft me veel vertrouwen om te weten dat ik terug ben. Vandaag gaf ik me al volledig op 90 kilometer voor het einde. Dat zal volgend weekend niet kunnen. In de Ronde zal ik economischer moeten rijden. Vandaag was het bij momenten gevaarlijk, hectisch en veel te druk. Ik wilde niet betrokken geraken in één van de valpartijen en besloot er vlugger vol tegenaan te gaan dan we gisteren hadden afgesproken. Ik wist niet dat Pojacar niet meekon maar ik wist wel dat het onmogelijk zou zijn om terug te keren tot bij ons. Na Berg ten Houte zaten we met acht sterke renners voorop. Ik wist dat de race daar in een beslissende plooi werd gelegd.’
‘De voorbije maanden heb ik er alles aan gedaan om volgende zondag met de best mogelijke conditie aan de start te staan en ik denk dat ik daar in geslaagd ben. Het ging zelfs beter dan ik verwacht had. Dat maakt me blij. Andere seizoenen trek ik na het crossseizoen voor één week naar Spanje. Nu heb ik me daar vier, vijf, weken kunnen voorbereiden al kampte ik uiteraard met rugproblemen. Ik wist dat Berg ten Houte een cruciale helling zou zijn. Ik wou daar aanvallen maar het hoefde niet. We zaten samen en andere renners deden het in mijn plaats. Ik voelde me zeker niet de sterkste van de leidersgroep. In de finale was het moeilijk om de boel onder controle te houden want iedereen keek naar mij. Tijdens de laatste kilometer besloot ik om te reageren op alles wat bewoog. Benoot zette aan. Ik ging mee en onmiddellijk hadden we een mooie voorsprong. Op dat moment wist ik dat ik alles moest geven tot aan de meet.’
‘Deze wedstrijd ligt me. De wegen zijn smal, de hellingen en kasseistroken volgen elkaar snel op. Dat zint me wel. Daardoor ging het bijzonder snel. Ik wist dat Campenaerts het verscheidene keren zou proberen. Hij heeft me dit in Spanje al een paar maal ‘gelapt’. Hij reed met een 58 en viel steeds aan in de afdalingen. Deze overwinning geeft geen garantie op succes in de Ronde. Vorig jaar diende ik hier af te haken en een paar dagen later eindigde ik als tweede in Oudenaarde. De twee wedstrijden kan je niet met elkaar vergelijken. Ze zijn totaal verschillend. Vergeet niet dat we zondag 100 kilometer meer zullen moeten rijden. Het is niet zo dat ik mijn tactiek heb gewijzigd tegenover de vorige jaren. De andere renners kozen voor de aanval. Waarom zou ik het dan moeten doen? Ik wist dat er in de finale geen moeilijke hindernissen meer waren en dat iedereen mij zou counteren. Het zou dus niet slim geweest zijn om zelf aan te zetten. Ik denk dat ik de juiste tactiek heb gebruikt.’ De weerman voorspelt regen volgende zondag. ‘Ik hoop nog steeds dat het goed weer wordt. Mijn weersapp geeft acht graden aan en zon. Ik hoop dat dat klopt. In de Ronde zullen we uiteraard moeten rekening houden met een sterk Jumbo Visma-blok. Zij hebben drie, vier, renners die de koers kunnen winnen. Het is dus zaak voor mijn ploegmaats om mee voorin te zitten en de aanvallen van hun mannen te counteren.
Victor Campenaerts kwam al vloekend over de meet. ‘Ik was wel in orde en had goede benen maar dit was niet echt het verloop waar we op hadden gehoopt. We hadden liever demarrages gewild, maar Nikolas (Maes, ploegleider) zei dat ik moest wachten. Ik heb toch zelf beslist om te gaan, anders hadden we moeten aanvallen op de parking hier. Het is frustrerend dat Tom Pidcock me voorbijging op de streep maar ik heb getoond dat ik had kunnen winnen.’
Edwin MARIËN