Mathieu van der Poel: ‘Technisch heb ik veel teveel fouten gemaakt’

HULST – Mathieu van der Poel uit ’s-Gravenwezel heeft zijn eerste afspraak met het veld niet gemist. Zijn vorige overwinning dateert van 2020, toen hij wereldkampioen werd in Oostende. In Hulst ging hij als 25ste van start. Hij dook als achttiende in het veld en kwam na vier minuten als derde door. Opvallend: bij de mannen waren er veel minder glijpartijen dan even voordien bij de vrouwen. Hoe dan ook, Van der Poel is klaar voor volgend weekend wanneer er twee crossen op Antwerps grondgebied worden gereden: zaterdag in Boom en zondag op Linkeroever, waar ook Van Aert opnieuw zijn opwachting maakt.
Nog tijdens de eerste ronde voerde Van der Poel het peloton aan. Laurens Sweeck uit Schriek volgde als vierde. Mathieu maakte enkele foutjes waardoor Pidcock en Sweeck voorin reden. In de vierde ronde gaf Van der Poel plankgas. Pidcock ging in de fout maar kon toch nog aanklampen. Sweeck daarentegen moest eraf. Bij het ingaan van de voorlaatste ronde had Van der Poel elf seconden voorsprong. Die verdubbelde hij in de slotronde.
Tijdens een afdaling brak het wiel van Pidcock waardoor de wereldkampioen moest opgeven. Hierdoor eindigde Sweeck tweede op vijftien seconden, wat hem meteen leider maakt in de Wereldbekerstand. Iserbyt werd derde op 22 seconden, Jens Adams uit Minderhout zevende op 1’50” en Toon Vandebosch uit Westmalle negende op 2’11”.
Van der Poel: ‘Het doet heel veel deugd om terug te winnen. Technisch reed ik nochtans een heel slechte wedstrijd. Ik heb veel te veel fouten gemaakt. Maar dat was te verwachten. Ik heb heel weinig op de crossfiets gezeten. Ik moest dan nog debuteren op een vrij moeilijk parcours. Anderzijds kan ik dan weer wel heel tevreden zijn over de conditie. Ik heb het liever zo dan andersom. Ik had niet verwacht dat ik zo vlug vooraan zou rijden. Het was misschien een gemakkelijke start om op te schuiven maar je moet ook geluk hebben en rustig blijven. Ik had gehoopt om na twee ronden voorin aan te sluiten maar ik zat na een halve ronde al bij de eersten. Dat is ook lekker. Op dat moment besefte ik dat ik wel degelijk zou meedoen voor de overwinning. Het was de eerste keer dat ik onder deze omstandigheden in Hulst rij. Dat was voor mij ook nieuw. Vroeger stond deze cross op het eind van het seizoen geprogrammeerd. Nu valt hij – voor mij dan toch – helemaal in het begin. Ik heb het heel erg naar mijn zin gehad, ook de voorbije weken. Mensen die mij kennen weten dat ik terug plezier heb in die crosstraining en dat ik het gemist heb. Ik voelde me goed en terecht, zo is gebleken.’
‘Ik zit meer in wegvorm dan in veldritvorm. Ik had een goed tempo te pakken dat ik wel even kon aanhouden. Ik heb deze week al aangegeven dat ik het veld heb gemist. Oostende lijkt wel een eeuwigheid geleden. Ik ben vorig jaar dan wel even terug geweest maar dat was maar van korte duur. Je weet nooit heel goed wat je kan verwachten na zo’n lange periode van afwezigheid. Ik heb voor mezelf parameters genomen op training en ik wist dat het wel in orde was. Niettegenstaande mijn technische fouten heb ik me nooit pijn gedaan. Op het einde van de eerste ronde, toen ik op kop reed en daarna die fout maakte, was ik technisch heel slecht en zakte ik terug naar plek zes. Ik heb nooit getwijfeld omdat ik wel merkte dat ik niet op mijn limiet zat. Ik rij de Wereldbekers niet om een goede startpositie te hebben op het WK. Ik heb gewoon veel wedstrijden nodig om de juiste crossvorm te hebben. Wanneer ik zo blijf doorrijden de volgende crossen dan komt het wel in orde met die startpositie.’
Edwin MARIËN