Mathieu van der Poel: ‘Ik had Kwiatkowski getipt als winnaar’
VALKENBURG – Even leek het erop dat Mathieu van der Poel zijn stunt van 2019 nog eens dunnetjes zou overdoen aan het eind van de 55ste Amstel Gold Race. De enige Nederlandse klassieker verliep volgens het scenario dat we al enkele jaren kennen: de aankoop ernaartoe was één lange geeuw maar aan het eind beslissen millimeters over winst en verlies. Twee renners reden in de finale voorop: de Fransman Benoît Cosnefroy van AG2R-Citroën en Michal Kwiatkowski van Ineos Grenadiers. Cosnefroy werd door de wedstrijdradio als winnaar uitgeroepen maar minuten later corrigeerde men het: Kwiatkowski was de winnaar. Tiesj Benoot van Jumbo-Visma werd derde, topfavoriet Mathieu van der Poel vierde. De Amstel Gold Race is een wedstrijd die de Poolse winnaar op het lijf geschreven is. De voorbije tien jaar eindigde hij zes keer bij de top tien.
Het parcours was zwaarder dan bij de vorige edities, zeker in vergelijking met de ‘Covid-manche’ toen er rondjes werden gedraaid maar de koers was om nog een andere reden a-typisch. De Amstel en Parijs-Roubaix verwisselden van plaats op de kalender vanwege de Franse presidentsverkiezingen. Dat betekende meteen dat een pak renners – zeg maar de toppers uit de Ronde van Baskenland – niet naar Nederlands Limburg afzakten.
De traditionele vroege, lange, vlucht bestond uit zes renners, waaronder onze landgenoot Aaron Van Poucke. In de eerste twee uur gebeurde er werkelijk niks. Het leek wel een editie van Milaan – San Remo. Pas 70 kilometer voor het einde, na 184 kilometer koers dus, kwam er enige tegenreactie, van twee gouwgenoten dan nog wel. Victor Campenaerts en Nathan Van Hooydonck reden onder hun beidjes naar de leiders. Twaalf kilometer verderop voltrok zich een raar schouwspel. Campenaerts én Schelling moesten lossen op één van de minder steile hellingen: de Loorberg. Campenaerts zou trouwens uit de wedstrijd stappen. Bleven voorin: Van Hooydonck, Van Poucke, Doull, Jacobs en Liepins.
Maar uiteraard wist iedereen dat de Gold Race in een beslissende plooi zou gelegd worden in laatste 50 kilometer. Het vroegere parcours – met een lange afdaling – werd gewijzigd en in de plaats reed men van de Gulperbergweg via de Kruisberg en de Eyserbosweg naar de Fromberg, de Keutenberg en vervolgens naar de Cauberg richting finishlijn, waarna nog een plaatselijke omloop van 21 kilometer volgde.
In de finale moest Van Hooydonck nog in de remmen nadat hij een bocht veel te wijd had genomen. Hij verloor wat tijd maar heel erg was dat niet. Zoals het draaiboek het wilde werden de koplopers gegrepen en kwamen de grote kanonnen voorin te zitten. De kopgroep telde twaalf renners waaronder kanonnen als Pidcock, Kwiatkowski, Teuns en Van der Poel. Van Hooydonck finishte als 38ste op meer dan zes minuten. Opvallend: slechts een 30-tal renners kwamen op dat moment nog in aanmerking voor een ereplaats. Van der Poel fixeerde zijn wedstrijd op Pidcock en dat speelde in de kaart van de andere INEOS-renner voorin: Michal Kwiatkowski. Hij ging ervandoor met Cosnefroy op veertien kilometer van de finish, net voor de Geulhemmerberg, de 32ste en voorlaatste helling van de dag. In de achtervolgende elitegroep keek iedereen naar Van der Poel. Die gaf het beste van zichzelf maar slaagde er niet meer in om de twee te verontrusten.
Het was een bijzonder geëmotioneerde Kwiatkowski die terugblikte op zijn prestatie. ‘Zeven jaar geleden zat ik hier ook als winnaar, met de regenboogtrui om de schouders. Sindsdien is er heel veel gebeurd. Niet in het minst dit seizoen. De voorbije weken en maanden waren verschrikkelijk. In februari liep ik COVID op, nadien kreeg ik een griepaanval. Mijn familie werd ziek en ik moest mijn wedstrijdschema helemaal aanpassen. Ik ben dan ook bijzonder geraakt en kan niet genoeg mijn ploegmaats bedanken. Niettegenstaande de moeilijke periode waar ik ben doorgegaan heeft men het vertrouwen in mij behouden en kon ik hier vandaag van start gaan als kopman.’
WEDSTRIJDCOMMISSARIS SPREEKT VOOR ZIJN BEURT
‘Ik liet Cosnefroy het werk opknappen omdat wij als ploeg voordien al genoeg hadden gedaan. We zaten in een ideale positie. Toen Tom voorop reed, kon in de kat uit de boom kijken en even later was het andersom. Ik wist dat we wind op kop zouden hebben in de spurt. Daarom zette ik vrij laat aan. Ik kwam naast hem maar Benoit zijn tank was nog niet helemaal leeg. Ik gooide mijn fiets en wist dat ik zeker zou winnen indien de finish vijf meter verderop had gelegen. Nu kreeg ik te horen dat ik als tweede was geëindigd. Dat kwam hard aan. Wat nadien volgde was een echte rollercoaster. Toen men me meldde dat ik toch als eerste was gefinisht, was ik uiteraard superblij.’ Het misverstand, niet het eerste na het eind van de Gold Race, ontstond nadat een wedstrijdcommissaris voor zijn beurt sprak. De Nederlander meende met het blote oog te hebben gemerkt dat Cosnefroy had gewonnen. Niet dus. De finishfoto gaf hem ongelijk.
Mathieu van der Poel ondervond dat het niet elk jaar kermis kan zijn. ‘Het is niet makkelijk wanneer je niet super bent, je alleen zit in de kopgroep en op alles moet reageren. Ik kan alleen maar tevreden zijn over de manier waarop de ploeg heeft gereden. Het enige wat ontbrak is een ploegmakker op het eind in de kopgroep maar als je ziet dat er maar tien renners mee waren en alle ploegen bijna maar één vertegenwoordiger hadden, is dat niet meteen een tekortkoming. Ik kan heel tevreden zijn over de manier waarop ze mij vandaag overal naartoe geloodst hebben. Ze hebben 150 kilometer keihard gewerkt. Op het eind was het een beetje moeilijk om het af te maken. Ik was wel goed maar als je niet de allerbeste bent wordt het schier onmogelijk om te winnen. Telkens ik aanzet, reageren ze natuurlijk. Het kan niet elke keer feest zijn.’
‘Uiteindelijk werkte onze groep nog niet zo heel slecht samen. Pidcock speelde het slim door af en toe in te pikken en het dan weer stil te laten vallen. Wij hoopten uiteraard nog om terug te komen maar het zat er niet in. Het kan niet elk jaar 2019 zijn. Zoiets gaat maar één keer in mijn carrière gebeuren denk ik. En, statistisch gezien is de kans dat je een wedstrijd niet wint nog altijd groter dan dat je ze wel op je naam schrijft. De Amstel ligt me niet zo goed als de Ronde van Vlaanderen maar ik was zeker wel in orde. Uiteindelijk heb je een superdag nodig om hier te winnen. Ik vind de parcourswijziging op zich wel een goede verandering. Als je op de Kruisberg op kop zit dan doe je heel het peloton pijn, ook je eigen ploegmaats. Op de Keutenberg (waar Tiesj Benoot demarreerde) ging het enorm snel. Ik wou me niet vergalopperen omdat ik wist dat het op de uitloper zou stilvallen, wat trouwens ook gebeurde. Misschien reden de anderen iets boven de limiet en bleef ik beneden mijn tempo om zeker niet te moeten passen. Het is de tweede keer dat ik hem deed. Ik wist dat het een moeilijk punt is voor mij om over te geraken. Toch lukte het vrij aardig.’
‘KWIATKOWSKI ZAT IN EEN ZETEL’
‘Ik wist dat het een zware wedstrijd zou worden en ik had Kwiatkowski zowaar getipt als favoriet voor aanvang van de koers. Vorige week heeft hij hard getraind. En hij zat in een zetel. Stel dat ik hem ga halen, dan rijdt Pidcock weg. Mijn laatste poging was er één van alles of niets. Volgende week wacht Parijs-Roubaix. Dat is een heel andere opdracht. Het is zaak om gewoon te blijven doordoen en dan hopen dat ik zondag opnieuw een goede dag heb. Na de Ronde had ik wat decompressie. Daar heb je meer kassei-klimmen terwijl het hier geasfalteerde hellingen zijn.’
‘Ik zou zeggen: ‘ik kijk uit naar de Amstel want het is de enige grote wedstrijd in mijn land maar in feite ben ik ook voor een groot stuk een Belg toch. En zelfs dan, de grens ligt op een boogscheut hier vandaan. Maar goed, net doordat het de enige echte wedstrijd is in Nederland zie je dat het enorm leeft. Het jammere is: normaal gezien doe ik het na de Gold Race even wat rustiger aan en nu volgt er nog een zware klassieker. Dat wordt even wennen maar het zal wel lukken. ‘
Of we opnieuw mogen uitkijken naar een duel tussen de toppers Van Aert en Van der Poel in de Hel van Noord-Frankrijk is nog zeer twijfelachtig. Richard Plugge, algemeen directeur bij Jumbo-Visma, de ploeg van Van Aert: ‘We weten nog veel te weinig over covid. Het is zaak om niks te forceren. Ik denk dat een rustperiode van twee tot vijf weken aangewezen is. Ik heb zelf twee jaar geleden corona gehad dus ik weet waarover ik spreek. We gaan geen risico’s nemen, zeker niet wanneer je ziet welke mogelijke gevolgen de ziekte kan hebben op de werking van het hart. Ikzelf ondervind nu nog de gevolgen wanneer ik ga sporten.’ In samenspraak met Van Aert werd overigens besloten dat hij zijn trainingsresultaten voorlopig niet meer kenbaar maakt via Strava.
Maar je hoeft niet alleen corona te hebben om een zwaardere periode door te moeten. Vraag het maar aan Dries Van Gestel, de verrassende nummer drie uit Gent-Wevelgem. Hij werd vandaag 58ste op meer dan zeven minuten. ‘Ik ben nog steeds niet hersteld van een infectie. Ik moet nog altijd hoesten en mijn neus zit dicht. Ik heb vijf dagen niks gedaan. Op de dag van de Ronde van Vlaanderen ben ik met wat vrienden gaan fietsen en pas maandag heb ik echt voor het eerst opnieuw getraind, maar voor vandaag ben ik geen enkele keer echt diep gegaan. Ik voel me nog steeds vermoeid. Ik heb alle symptomen gehad van een griep maar zonder de koorts.’
Edwin MARIËN
Foto: Amstel Gold Race