Mathieu van der Poel: ‘Ik ben dat boegeroep meer dan beu’
HULST – Elk voordeel heeft zijn nadeel. Het loopt storm voor de crossen tijdens de kerstperiode maar niet iedereen komt om de renners aan te moedigen. Dat is een fenomeen dat indertijd in Loenhout begon. De achterblijvers werden constant bespuugd, uitgejouwd en met bier overgoten. Langzaam maar zeker is het uitgewaaid naar andere crossen zoals Gavere en Diegem en niet alleen de staart van het peloton krijgt ermee te maken, ook de koploper, Mathieu van de Poel dus. Vandaag, in Hulst – waar een recordaantal belangstellenden kwam opdagen (22 000) werd het hem even teveel.
Van der Poel: ‘Ik ben het meer dan beu. Het begon al bij de opwarming en tijdens de wedstrijd bleef dat maar duren. Het publiek is echt onsportief. Dat maak ik al een heel jaar mee. Ik ben het meer dan beu nu. Wat ze doen? Vanalles. Ik ga dat hier niet herhalen maar het was schandalig. Ik kan die mensen alleen maar aanraden om thuis te blijven.’ Niet dat hij er wakker van zal liggen maar voor deze (re)actie kreeg Van der Poel een boete van 250 Zwitserse frank. Het was niet het enige incident in de wedstrijd. Pidcock miste zijn start volledig en brak zijn derailleur en shifter. Het duurde drie minuten voor hij de materiaalpost bereikte. In tweede ronde deelde hij daarbij een kopstoot uit aan de achttienjarige Zweed Ville Merlov. Pidcock eindigde uiteindelijk als 25ste op 3’44”. En tenslotte was er een akkefietje tussen Van Aert en Ronhaar. Van Aert probeerde – tijdens zijn achtervolgingsrace – tussendoor te glippen maar de Nederlander deed de deur dicht. 
Voor het overige werd het één groot, Nederlands, feest, net over de Belgische grens. Zowel bij de vrouwen als bij de mannen, waar de top vier Oranje-boys waren. Voor Van der Poel werd het de zevende overwinning na evenveel crossen. Joris Nieuwenhuis werd tweede op twaalf seconden en Lars van der Haar derde op twintig seconden. Ook Van Aert kende pech. Hij moest tevreden zijn met een vijfde plek op 43 seconden, voor Laurens Sweeck op 53 seconden en Niels Vandeputte op 58 seconden.
Van der Poel en Van Aert maakten in de eerste ronde deel uit van een kopgroep met ook onder meer Sweeck. Maar toen ging Wout onderuit. Hij verloor daarbij veel tijd en moest beginnen aan een inhaalrace. Hij rukte op naar plek zeventien maar werd vervolgens teruggeslagen naar een plaats buiten de top twintig. Van Aert gaf niet op en zou uiteindelijk nog finishen als eerste Belg.
Na twee ronden reed een kwintet met Van der Poel en Sweeck voorin, meteen het sein voor Mathieu om ervandoor te gaan. Halfkoers had hij een voorsprong van veertien seconden. Na zes ronden bedroeg het boni 35 seconden. Sweeck volgde negentien tellen later, terwijl Vandeputte doorkwam als zevende. In de laatste ronden veranderde er zo goed als niks meer.
Van der Poel: ‘De wedstrijd verliep goed. In het begin, na de start, zat ik in het wiel. Het was een snelle wedstrijd. Het duurde even voor ik op gang kon komen. Ik maakte vrij veel fouten vond ik omdat ik mijn eigen lijn niet kon rijden. Daarom nam ik maar de kop. Wout had last met zijn ketting vernam ik achteraf en Pidcock was gevallen. De twee voornaamste concurrenten waren dus niet op de afspraak. Eén versnelling was dus genoeg. Het parcours is een opeenvolging van zware passages, vooral dat klauterstuk doet pijn aan de benen. Ik heb daar ook liggen sukkelen langs het water in de modder. Die passage nam ik goed dus ik had meteen een mooie voorsprong. Het parcours is heel technisch en vrij snel. Dat ligt me wel. Ik kom hier graag. Eén keer, tijdens corona, reden we op een andere locatie. Toen was het een baggercross.’
‘Dit was mijn laatste wedstrijd van 2023. Wat een jaar is dit wel geweest. Het zal moeilijk zijn om dit nog te evenaren al ga ik het wel proberen uiteraard. Alles moet sowieso meezitten. Ik lig nu volledig op lijn. Het verloopt beter dan ik had verwacht. Ik ben blij en hou me vast aan de opbouw die ik in gedachten heb. Hopelijk eindigt dit alles met een wereldtitel in Tabor.’
Edwin MARIËN
