Loes Rupus (Wilrijk): ‘Veel mannen staan positief tegenover infantilisering van vrouwen’
WILRIJK – Loes Rupus (23) haalde de longlist van de Vlaamse Scriptieprijs met een scriptie over de ‘infantilisering’ van vrouwen op sociale media. In haar masterproef in de Journalistiek aan de KU Leuven onderzocht ze wat Vlamingen denken bij het zien van infantiliserende Tiktokvideo’s. Daaruit blijkt dat mannen en jongvolwassenen tussen achttien en 34 jaar een positievere houding hebben tegenover infantiliserende video’s.
De infantilisering van vrouwen betekent dat vrouwen kinderachtig worden afgebeeld door infantiele kledij, attributen, gedragingen en/of houdingen. Kinderen worden geassocieerd met een gebrek aan autonomie: de ‘volwassenheid’ is de periode waarin mensen volledig over hun eigen leven beslissen, terwijl in de kindertijd — net zoals tijdens de ouderdom — een gebrek aan onafhankelijkheid centraal staat.
De infantilisering van vrouwen lijkt in de reclamesector een productieve marketingtechniek. Reclameafbeeldingen moeten in één oogopslag een verhaal vertellen, waardoor adverteerders vaak stereotypen gebruiken. Vrouwen worden volgens onderzoek van Goffman, weliswaar uit 1979, bijvoorbeeld vaak kleiner of lager afgebeeld dan mannen, en bij een beeld van een familie zitten vrouwen meestal terwijl de mannen staan. Wanneer er een man-vrouw-relatie te zien is, is het vaak de vrouw die iets aangeleerd krijgt door de man. Recentere onderzoeken, zoals dat van Katharina Lindner in 2004 of van Catherine Carlson in 2010, bevestigen dat Goffman’s bevindingen nog steeds van toepassing zijn.
Ook in populaire televisieprogramma’s is de infantilisering van vrouwen zichtbaar. Kijk maar naar het personage Bernadette Rostenkowski-Wolowitz in The Big Bang Theory. De succesvolle microbiologe spreekt voortdurend met een kinderlijk en hoog stemmetje en draagt schattige kleedjes met kinderlijke motieven. Op sociale media worden vrouwen eveneens vaak op infantiele wijze weergegeven.
Loes Rupus, voormalig studente Journalistiek aan de KU Leuven focuste in haar thesisonderzoek op het oordeel van de kijker over infantiliserende representaties op sociale media. Hiervoor volgt ze Sut Jhally’s punt dat ook de kijker (en niet alleen de maker) betekenis geeft aan afbeeldingen. Zeker bij Tiktokkers is dat zo: die content creators creëren een online imago waarmee ze denken in de smaak te vallen bij hun volgers. Ook Rupus zag infantiliserende video’s op Tiktok. ‘Bij het zien van die video’s kreeg ik een naar gevoel. Daarom wilde ik in mijn onderzoek kijken of anderen datzelfde gevoel hadden of niet’, zegt ze.
Rupus vroeg aan 211 respondenten om vijftien Tiktokvideo’s te bekijken. Zonder te weten wat de rode draad was, werd hen gevraagd om die als ‘wijd verspreid’, ‘vermakelijk’, ‘moreel verantwoord’, ‘verwerpelijk’ en/of ‘suggestief ten aanzien van kinderpornografie’ te beoordelen. Uit een analyse van die antwoorden bleek dat mannen én jongeren tussen achttien en 34 jaar positiever staan tegenover infantiliserende video’s.
Bij deze resultaten haalt Loes Rupus twee mogelijke verklaringen aan: ‘Ten eerste zouden mannen de video’s als meer entertainend kunnen zien en zouden ze ook minder gevoelig kunnen zijn voor de leefwereld van vrouwen. Daardoor zien ze niet in dat dit soort representaties kwetsend kunnen zijn. Een tweede verklaring kan zijn dat jongvolwassenen vaker in contact komen met dit soort content, en daardoor de infantiliserende video’s als een ‘normale(re)’ online representatie van vrouwen zien.’
Rupus zegt dat het belangrijk is om de kenmerken van infantilisering en hoe ernaar wordt gekeken, beter te begrijpen. Op die manier kan de impact ervan in kaart worden gebracht. Een kritiek is dat infantilisering vrouwen gelijkstelt aan kwetsbaar en onderdanig — kinderlijk, dus.
Onderzoek van Vandenbosh en Eggermont uit 2012 aan de KU Leuven toont aan dat objectiverende inhoud van sociale media zorgen voor zelf-objectivering en het opnemen van schoonheidsidealen bij tienermeisjes van twaalf tot achttien jaar. Infantiliserende inhoud op Tiktok kan er potentieel voor zorgen dat tienermeisjes de daaraan gelinkte kwetsbaarheid en onderdanigheid internaliseren.
Toch zien post-feministische bewegingen vrouwen net als actieve (seksuele) wezens en niet als passieve slachtoffers: jezelf kinderlijk voorstellen kan zo ook net een vorm van female empowerment zijn. ‘Als dat is wat je leuk vindt mag je dat uiteraard gewoon doen. Maar de vraag is waar de grenzen met pornografie liggen’, zegt Rupus. ‘Er is toch wel vaak een seksueel getinte kant aan infantiliserende content: denk aan de typische schooluniformpjes. Daardoor seksualiseert infantiliserende content kinderen en kan het de suggestie van kinderpornografie wekken.’
Tot nu toe bleef de thematiek onderbelicht. ‘Nederlandstalig wetenschappelijk onderzoek of zelfs aanwezigheid in de Vlaamse media blijft voorlopig uit. De weinige Amerikaanse studies focussen dan weer voornamelijk op de reclamesector’, zegt Rupus. Daarom stelt de onderzoekster dat verder onderzoek nodig is, om zo meer sensibilisering over de infantilisering van vrouwen te bereiken.
Anthe BAELE (StampMedia – Foto Freepik)