Laura Verdonschot sukkelt nog steeds met gezondheid tijdens Oranje-feestje

HOOGERHEIDE – De UCI zou in de toekomst beter twintig Nederlandse rensters laten deelnemen aan het WK veldrijden, omringd door een tiental buitenlanders, want waar we vanmiddag getuige van waren was niet meer of niet minder dan een open Nederlands kampioenschap. Fem van Empel was de beste en had een voorsprong van 39 seconden op Puck Pieterse en 1’11” op Lucinda Brand. Bij de top zeven: zes Noorderburen. En wat dan gezegd van het deelnemersveld? 28 rensters aan de start waarvan er vier op één tot twee ronden werden gereden, dat betekent dat ze in feite een achterstand hadden van acht minuten tot een kwartier.
Laura Verdonschot (zie foto) uit Wechelderzande eindigde net in de tweede helft van de uitslag, vijftiende dus. ‘Van de drie Belgen finishte ik als laatste in de rij. Ik had toch iets anders voor ogen. Ik zat nog met wat revanchegevoelens na mijn gemist BK maar, ik moet eerlijk zijn, het zat er niet in vandaag. Ik ben teleurgesteld en ik heb het gevoel dat de wereld onder mijn voeten wegzakt. Ik ben maar de helft van wat ik ooit was. Ik hoop het nog recht te trekken en nog mooie uitslagen te rijden op het einde van het seizoen maar momenteel twijfel ik of dat nog kan. We zijn drie weken verder en ik voel mezelf nog altijd niet zoals het zou moeten zijn. Mijn ziekte heeft meer impact gehad dan ik gehoopt had. De ziekte heeft mijn nationaal kampioenschap verpest. Ik denk dat ik daar wel een kans maakte. Ik hol nu een beetje achter de feiten aan maar als je vijf dagen met koorts in bed ligt en je kan niet trainen en niet eten, dan kan je ook niet presteren, zeker niet als je naar een WK moet toeleven waar iedereen 100 procent fit is. Ik zou kunnen wenen maar dat helpt niet.’
‘Ik probeerde voor de start rekening te houden met wat ik heb meegemaakt maar toch blijft dit een frustratie. Het idee dat het terug goed ging en dat het nu weer wat minder is, is echt frustrerend maar ik heb het niet in de hand wat er gebeurt. Net omdat ik eerder terug stappen in de goede richting zette – in Zolder – had ik nu meer verwacht van de kampioenschappen. Ik hoopte mezelf terug op de kaart te zetten. Dat is nu weer niet gelukt. En dat is jammer. Mijn jaar is dan misschien niet helemaal mislukt maar de kampioenschappen zijn de belangrijkste wedstrijden van het seizoen. Ik ben blij dat ik twee keer top tien heb gereden in de Wereldbeker. Er zijn nog niet veel Belgen die dat hebben gepresteerd. Daar ben ik uiteindelijk wel blij voor maar de frustratie blijft. Ik had liever aan het BK deelgenomen en hier ziek geweest want daar kon ik meer doen dan hier.’
‘Mijn eerste twee ronden waren echt niet goed. Na de derde doortocht had ik het idee dat ik er doorkwam. Toen ging het beter maar het was nog niet zoals het moest. Ik reed een hele tijd alleen. Dat gebeurt altijd. Ik denk dat niemand met mij wil fietsen. Ik ben meestal niet goed genoeg voor de eerste groep maar net iets beter voor de achtervolgers. Ik ga alles nog rijden dit seizoen maar als het echt niet beter wordt dan weet ik niet of ik de dubbele weekends wel aan zal kunnen. Dat zal volgende week al duidelijk zijn. Het wordt afwachten. Er werd bloed getrokken en op zich was de uitslag wel goed maar mijn hematocriet was naar 36 gezakt als gevolg van mijn ziekte. Dat is niet zomaar opgelost. Ik kan ook niet zeggen ‘ik ga vier weken rusten’. We wachten af.’
‘De dokters weten trouwens ook nog niet hoe ik het heb opgelopen. Men lachte met mij. Velen weten niet dat je als mens ook mond-en-klauwzeer kan krijgen. Het is een heel besmettelijke ziekte want Kaat, mijn vriendin, is er ook heel ziek van geweest. Je wil niet weten hoe zich dat uit. Ik wil gerust foto’s doorsturen maar daar ga je niet vrolijker van worden. Eerst was mijn tandvlees gezakt. Een dag later voelde ik me echt ellendig. Ik had heel slecht geslapen en om 5 uur ’s morgens werd ik dan nog uit bed gezet voor een dopingcontrole. Op dinsdag was heel mijn tandvlees gezwollen en was ik flauw gevallen. ’s Middags ben ik naar de dokter gegaan. Die zag dat ik een infectie had en het werd alleen maar erger en erger. Zelfs de dokter had dit nog niet gezien. Ik was twee kilo vermagerd en kon nog amper eten. Kortom, het was allesbehalve een leuke tijd.’
Edwin MARIËN