Knalprestatie van Christos Bouas op Jeugd Olympische Winterspelen: vijftiende op slalom
SCHILDE – Alweer een knalprestatie van een jonge Wintersporter. Christos Bouas uit ’s-Gravenwezel (Schilde), die gisteren nog als 30ste was geëindigd op de reuzenslalom tijdens de Jeugd Olympische Winterspelen in het Zuidkoreaanse Gangwong, deed het vandaag nog een pak beter in de slalom, waar hij beslag legde op een knappe vijftiende plaats. ‘Mijn beste prestatie ooit op internationaal niveau’, concludeerde hij. En, vergeet niet dat hij vorig weekend nog in bed lag met 40,6 graden koorts.
Bouas ging met rugnummer 41 van start. Wie skiën een beetje volgt weet: als je beter eindigt dan je nummer dan mag je tevreden zijn, al dien je uiteraard ook rekening te houden met uitvallers. Na de eerste run eindigde hij als 29 ste in 49.85, ideaal om een goede startpositie te krijgen voor de tweede reeks. Die tweede run was bijzonder sterk. Hij klokte de veertiende tijd, amper 2”39 trager dan winnaar Zak Carrick-Smith uit Groot-Brittannië, die gisteren zilver haalde op de reuzenslalom.
Tellen we de tijden van reeksen één en twee op dan komen we uit op een totaaltijd van 1.43.97, goed voor de vijftiende plek. Het levert hem meteen 71 FIS-punten op. Slechts één keer deed hij beter. Het zilver ging naar de Zweed Elliot Westlund en het brons was voor de Fransman Nash Huot-Marchand, de winnaar van gisteren. Van de 78 ingeschreven deelnemers verscheen er één niet aan de start, en werden er 37 om één of andere reden gediskwalificeerd in reeks één of twee.
De vraag was hoe Bouas aan de start zou verschijnen. De reuzenslalom had veel energie gekost van zijn toch niet fitte lichaam en de slalom is nog een pak technischer. Dat bleek dus meer dan mee te vallen. Bouas: ‘Het ging echt wel ideaal. Ik had niet verwacht om bij mijn eerste run bij de eerste 30 te eindigen. Dat ik 29ste werd is een meevaller. In de tweede reeks mocht ik als tweede van start gaan. Het is dan altijd bang afwachten hoeveel deelnemers je tijd kloppen maar al bij al viel dat nog best mee.’
Coach Xan Alaerts: ‘In de tweede run waren de omstandigheden dan ook ideaal. De piste was perfect. Christos mag tevreden zijn over zijn twee reeksen. De eerste verliep foutloos en de tweede was ook meer dan goed. De weersomstandigheden waren veel beter dan gisteren. Het was bijna twintig graden warmer. Het vroor dus nog zes-zeven graden maar dat zijn temperaturen die we ook in Europa gewoon zijn.’
Of hij dan al helemaal topfit is? Bouas: ‘Dat niet meteen. Ik merk dat ik sneller moe ben dan in normale omstandigheden. Nu, ik had een virale infectie dus veel kan je daar niet tegen doen. In het begin nam ik wat Dafalgan om de koorts te weren en ook de fysio van het BOIC is nog langs geweest maar meer dan uitzieken kon ik niet doen, wat onder de gegeven omstandigheden niet evident was uiteraard. Dat ik nu mijn beste wedstrijd ooit op een groot event heb geskied maakt me alleen maar sterker.’
Uiteraard kunnen we ook hier weer niet onder de vaststelling heen dat wintersport in België miskend blijft. Een vaststelling waar Xan Alaerts als coach moeilijk op kan antwoorden: ‘We zijn blij met de steun die we krijgen en hopen dat er nog een stuk bijkomt maar laat ons vooral niet vergeten dat onze atleten alleen maar tot op dit niveau zijn kunnen klimmen dankzij de vele financiële inspanningen die hun ouders in de loop der jaren hebben moeten leveren.’
Tijd om het gezelschap een wilde nacht te laten beleven in Zuid-Korea? ‘Niet meteen. Morgen zitten we om 5.30 uur op de bus want het WK junioren staat voor de deur, er is ook nog een Belgisch kampioenschap en er moet natuurlijk ook nog wat school gelopen worden.’
Op de foto in dit artikel vlnr Xan Alaerts, Christos Bouas, Iris Vandewiele (kiné) en Gert Van Looy (Chef de Mission BOIC). Tel daar shorttracker Lowie Dekens en zijn coach Maarten Slembrouck bij en je hebt de volledige Belgische delegatie. Kleine vergelijking: namens Nederland nemen 30 atleten deel.
Edwin MARIËN
Foto’s Michaël BOUAS