Geitestoet vzw viert de geboorte van reuzin Cécile de Goeivrouw in Wilrijk
WILRIJK – Vroedvrouw (goeivrouw of bakel) is één van de oudste beroepen ter wereld. Van bij de Grieken tot nu heeft de vroedvrouw een belangrijke taak bij de geboorte van een kind. In Wilrijk werd de vroedvrouw vanaf de achttiende eeuw aangesteld door het gemeentebestuur ‘om mee zorg te dragen voor het ‘geslacht van morgen.’’
Een populaire vroedvrouw bij het begin van vorige eeuw was Cécile ‘de goeivrouw’. Dit inspireerde stoetenbouwer Frans Van Immerseel om van haar een reuzenpop te ontwerpen die meeging in de Geitestoet van 1965. Helaas is van deze pop behalve een foto niets meer terug te vinden. Het Technisch Comité van de Geitestoet, onder leiding van Hugo Berckmoes, heeft Cécile de Goeivrouw nu terug tot leven gebracht in de vorm van een reuzin. Vanmiddag werd de geboorte en de doopplechtigheid gevierd in ‘tBulkje aan de Oudestraat, een magazijn waar het materiaal van de Geitestoet en een deel van de Heemkundige Kring is ondergebracht.
Cécile wordt de zesde reus die in de ateliers van het Technisch Comité van de Geitestoet werd geproduceerd en wordt de zus van Mieke van de Groenenhoek, Etienne, Hugo, Johan van ’t Geleeg en de Ferre. Gilbert Van Nuffel, secretaris-penningmeester van Geitestoet vzw. ‘En dan is er nog Lange Wapper maar die blijft verborgen op zijn praalwagen en wordt enkel getoond tijdens de Geitestoet, die dit jaar op zondag 25 september zal worden gehouden. Tot voor enkele jaren was het alleen via het programmaboekje van de Geitestoet van 1965 bekend dat er een reuzin Cécile meeging in de stoet. Wijlen José Velghe van de heemkundige kring Wilrica vond gelukkig een fotootje van haar. Dat was voor de bouwers van het Technisch Comité voldoende om een nieuwe reuzin te ontwerpen.’
Maria Cécilia Van Leuven werd op 12 januari 1874 in Wilrijk geboren en woonde op de Kleinsteenweg waar haar ouders een cafeetje uitbaatten. Van Nuffel: ‘Op jonge leeftijd werd zij al opgeleid in de ‘thuis-verloskunde’. Zo stond zij gedurende 25 jaar bijna de helft van de Wilrijkenaren bij tijdens bevallingen. Ze was een imposante, struis gebouwde, vrouw die altijd een zwarte kapmantel droeg. In 1965 overleed ze bij haar thuis, in de Koningin Elisabethstraat, op 91-jarige leeftijd.’
Vervolgens werd overgegaan tot de doopplechtigheid. Als peter werd Peter Possemiers aangesteld. Hij is Wilrijkenaar, achterkleinzoon van Cécile en behoort tot de elite van Antwerpse kerkorganisten. Meter is Lucretia De Tey, echtgenote Van den Brande als vertegenwoordigster van de makers van de reuzin.
Hans Ides (CD&V), schepen voor cultuur: ‘Ik ben blij dat we vandaag hier in deze loods staan. Dat heeft wel wat voeten in de aarde gehad. Enkele jaren geleden werden we uit onze locatie in het Industriepark gezet. De optie die toen werd voorgesteld lag tamelijk ver, namelijk in het Noorden van Antwerpen, maar op deze manier – en dankzij deze plaats – blijft de Geitestoet dicht bij ons.’ Waarna Elise, de achtjarige dochter van de schepen, Cécile mocht dopen.
Edwin MARIËN