Geelenaar Tim Celen zorgt voor 13de Belgische medaille, Haenen (Kapellen) 9de

MORTSEL – Tim Celen (MT2), geboren in Geel, bezorgde de Belgische delegatie op de Paralympische Spelen vandaag de dertiende medaille. De 23-jarige Celen pakte zilver in de wegrit, zijn tweede medaille op de Fuji Speedway na zijn bronzen plak dinsdag in de tijdrit. De 34-jarige Chinees Chen Jianxin won het goud.
Doordat de wegrit bij de mannen uit de T1 en T2-klasse maar uit twee ronden van 13,2 kilometer bestond, sloeg de vlam al meteen in de pan. De Colombiaan Betancourt schudde een eerste keer aan de boom, Celen volgde gezwind in zijn spoor. Toch was het plots schrikken toen Celen vooraan in de wedstrijd moest passen. Hoewel hij zijn wagonnetje probeerde aan te haken, bevond de Belg zich plots in vierde positie. Celen boog, maar kraakte niet. Tim vond zijn tweede adem en ging in de regen op jacht naar de drie leiders. Met de wind in de zeilen stormde Celen richting de kop van de koers. Na een valpartij van twee van de drie leiders bevond hij zich opnieuw in tweede positie. Celen wilde meer, maar de Chinees Chen – die door de valpartij alleen op kop reed – liet zich niet meer bijbenen en pakte het goud. Een knappe prestatie van Chen, die als T1-atleet alle T2-atleten (met een iets minder zware beperking) achter zich liet. Celen kwam naar Japan voor een gouden plak in de wegrit, maar kon zich verzoenen met zilver. ‘Ik was na de finish ontgoocheld, maar nu na de podiumceremonie vind ik deze zilveren medaille toch schitterend.’
‘Ik kwam als wereldkampioen naar hier voor goud in de wegrit. Maar al snel zag ik dat er bergop een aantal renners sterker waren.’ Hoewel Celen na de eerste ronde nog op de vierde plaats reed, slaagde de jonge Belg er dus toch nog in een medaille te bemachtigen. ‘Het was niet makkelijk. Ik voelde de tijdrit ook nog in mijn benen. En ik hield altijd in mijn achterhoofd dat ik nog iets moest overhouden voor bij een mogelijke sprint. Ik ben altijd mijn eigen race blijven rijden. Toen zag ik vooraan de valpartij gebeuren, waarbij de Colombiaan (Juan José Betancourt) en de Spanjaard (Joan Reinoso Figuerola) tegen het asfalt gingen. Toen ik na de klim hoorde dat ik als tweede 45 seconden voorsprong had, viel er dan ook een pak van mijn schouders. Dat gaf me nog extra moed. Ik ben er altijd in blijven geloven. Het was aftellen en blijven gaan tot op de streep. Ik ben heel trots op mijn medaille. De regenval in Fuji zorgde ook voor een zeer zware race vandaag. We hadden verwacht dat het bloedheet en heel vochtig ging zijn en we hebben daar ook keihard op getraind in de klimaatkamer in België. En dan regent het hier nu zo, op zijn Belgisch. Ik rij twee wedstrijden op deze Paralympische Spelen en pak twee medailles. Ik ben ook wereldkampioen en wereldbekerleider. Het was al een geweldig seizoen en nu weet ik ook weer waar ik voor train voor over drie jaar op de Paralympische Spelen in Parijs. Daar is het parcours ook vlakker. Dat zie ik volledig zitten. Daar ga ik opnieuw vol voor goud.’
Gitte Haenen uit Kapellen werd later op de avond in Tokyo negende in het verspringen (klasse T63). De 35-jarige Haenen sprong 3,51 meter bij haar eerste poging, meteen haar verste sprong van het seizoen. Na een ongeldige sprong zweefde Haenen vervolgens naar 3,72 meter bij haar derde en laatste poging, goed voor de negende plaats. De top acht kreeg nog drie extra sprongen. Het goud was voor de Australische Vannessa Low die met 5,20 meter een wereldrecord sprong in klasse T61. Voor Haenen zitten de Olympische Spelen er nog niet op. Overmorgen komt ze opnieuw in actie op 100 meter. (EM / BPC / Sporza / Foto BPC)