Enige overgebleven poelier in Antwerpen heeft klanten tot in Oostende
ANTWERPEN –Het gebeurt niet zo vaak dat handelszaken hun 100ste verjaardag halen. Nog zeldzamer is het dat familiezaken het zo lang uithouden, van generatie op generatie overgaan en meegaan met de tijd. Poelier Hermans – ‘Meesters in Wild en Gevogelte’- is zo’n handelaar. Ze zijn een begrip in Antwerpen en omstreken. De zaak is sinds 1932 gevestigd in de Abdijstraat op het Kiel.
René Hermans is niet alleen één van de zaakvoerders, hij mag ook gerust de pr-man van de zaak genoemd worden. Wanneer we van de zon genieten voor het huisnummer 265 begint hij de winkels op te noemen die zijn verdwenen in de straat. ‘Alles heb ik hier weten veranderen. Ik ben 75 en net als mijn broer Roger – die 78 is – geboren in dit huis. We hebben de buurt zien opbloeien en opnieuw zien verloederen. De doodsteek kwam er in de jaren ’90 toen het aantal parkeerplaatsen werd teruggebracht van 250 naar 50 en er mensen waren die hier zeven keer per dag werden beboet. Gelukkig zijn wij kwaliteit blijven bieden en is ons cliënteel ons trouw gebleven.’
‘Kijk hier: onze cliëntenlijst. Je gaat er niet teveel vinden van op het Kiel zelf.’ Even later kwam een man binnen uit Aartselaar. ’50 jaar ben ik hier al klant. En ik ga nergens anders.’ Maar het kan nog straffer. De broers (en schoonzussen Alice(67) en Frieda (70)) hebben ook klanten uit onder meer Roeselare en Oostende. René: ‘We hebben een Brit die met zijn Porsche vanuit Eindhoven naar hier komt voor zijn kip. Ik kreeg eens een telefoon van een vrouw uit Oostende. Ze had van haar buren gehoord dat ze nergens een betere kalkoen kon vinden dan bij ons. Ik heb toen gevraagd om hoe laat ze met de trein aankwam in het station van Antwerpen en heb die kalkoen daar afgeleverd.’
Vandaag werden de vier letterlijk in de bloemen gezet door Koen Kennis (N-VA), schepen van middenstand en Samuel Markowitz (Open Vld), districtsschepen voor lokale economie. ‘Het verhaal van poelier Hermans begon op 1 oktober 1922 in de Kuipersstraat 7 in het Schipperskwartier. Dan kwam de verhuis naar de iets verder gelegen Hofstraat, nog later naar de Everdijstraat, en tenslotte hier naar de Abdijstraat. Enig is ook dat deze mensen boven de zaak wonen. Misschien zou dat wat meer mogen gebeuren.’ Wanneer hen, namens de stad, een oorkonde wordt overhandigd, krijgt Roger het emotioneel wat moeilijk. In de jaren ’80 waren er nog 30 poeliers in Antwerpen. Nu zijn zij de enigen. Roger: ‘Hoe dat komt? Ken je dat verhaal van die twee muisjes in die kan melk? Het ene verdronk maar het andere bleef zolang spartelen tot de melk boter werd. Wij doen dit beroep enorm graag al zou het niet kunnen zonder de hulp van onze echtgenotes. Ik heb vier overbruggingen gehad en twee stents en mijn broer een hersenbloeding. Als er één van ons vieren niet meer verder kan dan stopt het vrees ik. Samen hebben we vier kinderen maar niemand van hen is geïnteresseerd om de zaak verder te zetten.’
En wat vindt René van de vele mobiele kippenkramen die je op bijna elke hoek van de straat vindt? Het antwoord is kort maar duidelijk. ‘Kruisbestuiving. Als de longen van een kip wit zijn, dan hebben ze antibiotica gekregen. Zie je dit? Vuurrood. Onze kippen komen uit de streek rond Aalst waar ze een goed leven hebben gehad met gezond en eerlijk eten. Nadien worden ze verdoofd en met de hand geslacht. Dat levert kwaliteit op en zoiets proef je.’
Edwin MARIËN
Op de foto vlnr: Roger, Frieda, Koen Kennis, Alice, René en Samuel Markowitz