Dries Van Gestel (Arendonk): ‘Girmay spurtte 15 km per uur sneller dan wij’
WEVELGEM – Het werd een Gent (alhoewel, moeten we ondertussen niet Ieper zeggen)-Wevelgem om niet te vergeten. Ere wie ere toekomt: Biniam Girmay, die zich de voorbije weken al meermaals in de kijker reed, won zowaar een topklassieker waar hij eigenlijk niet zou starten. Misschien jammer voor Arendonkenaar Dries Van Gestel want zonder het exploot van de Afrikaan had alle Vlaamse persaandacht morgen allicht naar hem gegaan.
Gent-Wevelgem bleef lang gesloten. Pas bij de derde beklimming van de Kemmelberg begonnen de echte gevechten. Nathan Van Hooydonck, die vorig jaar een geweldig nummer opvoerde met Wout Van Aert, werd nu gelost na de tweede beklimming, op meer dan 50 kilometer van de meet. Uiteindelijk gingen vier kleppers aan de haal. Twee min of meer gevestigde waarden (Laporte en Stuyven) en de revelaties van de voorbije weken (Girmay en Van Gestel). Het draaide uit op een spurt die makkelijk werd gewonnen door Girmay voor Laporte, Van Gestel en Stuyven.
Biniam Girmay is de eerste Afrikaanse renner die een grote klassieker wint. Volgende zaterdag wordt hij 22 jaar. Negen maanden geleden maakte hij de overstap naar Intermarché-Wanty Gobert Materiaux. Tijdens het WK voor beloften brak hij echt door met een zilveren medaille. Onlangs werd hij vierde in de E3 Saxo Bank Classic in Harelbeke en vandaag was hij dus de beste in Wevelgem. ‘Ik kan dit echt niet geloven. Het was mijn eerste kennismaking met de kasseien. Dit is een droom die uitkomt. Het was ongelooflijk voor mij om mee te kunnen rijden met al die grote namen. Voor de wedstrijd hadden we in de bus het parcours nog doorgenomen en gelukkig kregen we onderweg ook op tijd en stond instructies door. Ik vreesde vooral de snelle benen van Laporte maar denk dat iedereen er wel wat doorzat. Ik ben vrij snel maar toch ben ik geen uitstekende sprinter. Ik wou natuurlijk een goed resultaat behalen maar in feite ben ik in de eerste plaats van start gegaan om bij te leren.’
De wielerwereld zou uiteraard graag hebben dat Girmay volgende week zondag aan de start verschijnt van de Ronde van Vlaanderen. ‘Neen hoor. Mijn besluit staat vast. Ik ga naar huis, naar mijn vrouw en dochter in de hoofdstad Asmara. Het is drie maanden geleden dat ik hen nog heb gezien. Ik blijf een maand thuis en dan kom ik terug naar Europa om te starten in de Ronde van Italië. In Eritrea kent men alleen maar de grote rondes en de grootste klassiekers maar mijn familie heeft gekeken hoor. Ik moet toegeven dat ik blij verrast was over mijn kennismaking met de kasseien. Ik heb me de voorbije weken echt geamuseerd in de Belgische wedstrijden. De Giro wordt mijn hoofddoel dit seizoen. Een ritzege zou formidabel zijn. En op termijn wil ik graag een Milaan-Sanremo of Parijs-Roubaix op mijn naam schrijven.’
DRIES VAN GESTEL: ‘BINIAM IS EEN TOFFE KEREL. HIJ GAF ME ZELFS ZIJN DRINKBUS’
Ook de nummer drie in de uitslag, Dries Van Gestel was een verrassing. De man uit Arendonk is geen veelwinnaar. In 2017 won hij de openingsrit van de Tour des Fjords en het was vijf jaar wachten – tot twee weken geleden – vooraleer hij zijn tweede overwinning behaalde: in de Ronde van Drenthe. Nu, met alle respect, een topwedstrijd kan je dat niet noemen. Wat hij vandaag presteerde was echter andere koek.
Van Gestel werd vooral gesolliciteerd door de Franse pers. Hij rijdt immers voor TotalEnergies. ‘Ik denk niet dat ik mag klagen over mijn resultaat. Op 25 kilometer voor het einde trokken we ervandoor. Dat was behoorlijk ver van de finish, vooral met de wind die constant op kop stond. Dat deed pijn maar gelukkig waren de vier leiders allemaal renners die tot een grote ploeg behoorden. Iedereen was bereid om door te rijden. Met Stuyven en Laporte zaten er serieuze kleppers bij. Bij het buitenrijden van het centrum van Ieper was ik er vrij zeker van dat we zouden voorop blijven. De verstandhouding was immers prima.’
‘Ik hoorde dat er achter ons niet al te fel werd gejaagd terwijl wij met zijn vieren alles gaven. Op die manier konden we een voorsprong van 40 seconden uitbouwen. Nadien ging het even wat moeilijker door de wind die constant op kop stond en die ervoor zorgde dat het tempo ietwat stokte. Anderzijds hield ik ook wat energie over voor de spurt. Je weet dat, wanneer je met vier voorop rijdt, het moeilijk is om aan te vallen, temeer omdat we vaak over lange wegen reden. Het was zaak om geen gat te laten vallen want iedereen kon winnen.’
‘Dat Girmay het haalde, verrast me niet. Ik wist van mezelf dat ik niet de snelste zou zijn in de spurt. Hij is heel rap en heeft een goede versnelling. Hij begon al van ver te spurten, op 250 meter van de streep, maar hij sprintte wel vijftien kilometer per uur sneller dan wij. Op het moment dat wij in zijn wiel geraakten was het al te laat. Uiteindelijk was de enige mogelijkheid de plek behouden waarin je reed en gelukkig voor mij was dat de derde plaats.’
‘Het heeft geen zin om nu te gaan nadenken of er nog meer had ingezeten. Wat voorbij is, is voorbij. En ik gun Biniam deze zege wel. Hij is een toffe kerel. Hij zag dat ik tijdens de tweede beklimming van de Kemmelberg naast een bidon, die me werd aangereikt door de verzorger, greep. Zonder dat ik erom vroeg heeft hij mij een drinkbus gegeven. Ik kende hem alleen van naam. Iedereen heeft vorig jaar uiteraard die sprint op het WK gezien en iedereen wist dat hij in vorm zat.
‘Deze ereplaats zal ons team goed doen en doet verlangen naar meer tijdens de volgende weken. Ik heb heel wat werk verricht in de Plugstreets omdat we op dat moment geen vertegenwoordiger in de vlucht met vijftien renners hadden. Gelukkig heb ik de forcing kunnen voeren en gelukkig konden we dankzij een goede samenwerking het gat dichtrijden. Ik mag daar mijn ploegmaats Bodnar en Boasson-Hagen dankbaar voor zijn. Alleen was me dat nooit gelukt. Tijdens de beklimming van de Monteberg begon er een tweede wedstrijd.’
‘Het was een lange finale. Van bij de eerste passage op de Kemmelberg werd er heel hard gereden. Tijdens de tweede doortocht op de Kemmel zat ik nog met Anthony Turgis in de eerste groep. Net voor het binnenrijden van Ieper hebben we met elkaar overlegd wat we zouden doen. Hij zei dat hij zich zou focussen op zijn sprint en vroeg me om mee te gaan bij een demarrage. Net op het moment dat hij dat zei was het zover. Stuyven ging er op rechts vandoor en Laporte op links. Ik heb Jasper gevolgd en op die manier kwamen we met zijn vieren voorop. We hebben een zeer goede ploeg met heel wat grote namen. Ik ben eigenlijk één van de kleintjes. Ik ben ervan overtuigd dat we ons nog in de kijker zullen fietsen de komende weken. De komst van Peter Sagan én het nieuwe materiaal hebben ons goed gedaan. We rijden al heel het jaar bijzonder goed. Je hoort nog van ons.’
Edwin MARIËN