District en ‘Struikelstenen in Deurne’ herdenken slachtoffers van WO II
DEURNE – Bij het begin van de tweede wereldoorlog woonden in Deurne ruim 500 Joodse burgers. Velen van hen werden slachtoffer van de vervolging door de nazi’s. District Deurne en burgerinitiatief ‘Struikelstenen in Deurne’ organiseren verschillende activiteiten om deze slachtoffers te herdenken. Er worden struikelstenen geplaatst. Daarnaast vindt in het districtshuis een expo plaats met schetsen van Georges Despaux. Volgende maand zijn er ‘Open Huizen’.
Frank Vercammen (Vooruit), schepen voor cultuur: ‘De verhalen achter deze mensen nijpt je strot dicht. We gaan er als district proberen voor te zorgen dat deze dingen in de scholen van Deurne onderwezen worden. Deze tentoonstelling werd al twintig keer getoond, onder meer in het Europees parlement.’ De expo is nog gratis te bekijken tot zondag 10 oktober, op dinsdag van 16 tot 20 uur en op vrijdag, zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur.
Marc Weyns van ‘Struikelstenen in Deurne’: ‘Alles is begonnen in 2019 met een lezing van Bruno De Wever over de Jodenvervolging in Antwerpen en Deurne. Hij suggereerde dat we iets moesten doen met struikelstenen. Een struikelsteen is een klinker van tien op tien centimeter waarin de naam, geboorte-, deportatie- en overlijdensdatum van slachtoffers gegraveerd zijn. Ze maken duidelijk waar onverdraagzaamheid toe kan leiden. We hebben heel wat werk verricht om de nabestaanden op te sporen. Onze meeste getuigen zijn mensen op leeftijd. Het is belangrijk voor hen dat de herinneringen levendig blijven. Van de 500 Joden die toen in Deurne woonden werden er 360 opgepakt en gedeporteerd. Slechts een handvol overleefde de kampen. Aanstaande zondag worden de eerste twintig struikelstenen gelegd. In het totaal gaat het om 50 stenen. De struikelstenen werden bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Europa telt nu al 80 000 struikelstenen.’
In de zijvleugel van het districtshuis opende een expo met schetsen van Georges Despaux. Rik Vermolkot: ‘Despaux was een medegevangene van mijn vader. Hij werd geboren in 1906, opgepakt in februari 1944 in Bayonne – om verschillende redenen – en overgebracht naar Compiègne, het grootste politieke gevangenkamp waar 45 000 mensen opgesloten werden. Nadien werd hij naar Auschwitz gevoerd. Toen men inzag dat hij geen Jood was verhuisde hij naar Buchenwald. Despaux had op jonge leeftijd polio opgelopen en kwam, net als mijn vader – die van Breendonk kwam – in de ziekenboeg terecht. Daar tekende hij portretten van medegevangenen en scènes van leven en dood in het kamp met wat hij aan papier, soms niet groter dan zeven op acht centimeter, en potloden in het kamp kon vinden. De tentoonstelling in Deurne toont 73 van de ruim 200 originele tekeningen, vertelt het leven van de kunstenaar en laat publicaties zien over kunst in het concentratiekamp.’ Eén van de geportretteerden is Isaac Serhui (zie schets), een diamantslijper die in Deurne woonde en werd aangehouden in Antwerpen op 14 maart 1944 omwille van inbreuk op de Jodenvervolging. Hij kwam om het leven in Buchenwald op 7 mei 1944. Weyns: ‘Op zaterdag 9 en zondag 10 oktober vindt de eerste editie van ‘Open Huizen’ plaats in Deurne. Bewoners en nabestaanden vertellen er over het lot van Joodse families en verzetsstrijders op de plaatsen in Deurne waar ze woonden tijdens de oorlog. Er zijn zijn zes vertellingen.’ Inschrijven via www.antwerpenherdenkt.be/activiteiten/open-huizen.. Info over alle herdenkingsactiviteiten: https://www.antwerpen.be/nl/overzicht/district-deurne-1/nieuws/struikelstenen-expo-en-vertellingen-herdenken-slachtoffers-van-woii-in-deurne
Edwin MARIËN