Corona kan Wout Van Aert niet van de zege houden, Dylan van Baarle wel
ROUBAIX – Je hebt supporters van Real Madrid en je hebt er van Barcelona, sommigen zijn fan van Real Madrid; de ene is aanhanger van Roger Federer, de andere van Rafael Nadal en de ene vindt de Ronde van Vlaanderen de mooiste koers, anderen opteren voor Parijs-Roubaix. Nu, het dient gezegd, wat de renners vandaag uit hun hoed toverden in de 119 de editie van de Franse kasseiklassieker was imponerend.
Er waren vooraf heel wat vraagtekens rond Wout Van Aert. De Belgische kampioen zou aan de start verschijnen, maar zonder enige ambitie. Uiteraard was niks minder waar. Tijdens de zwaarste strook van de wedstrijd, in het bos van Wallers, leek hij te moeten lossen. Game over and out, las je links en rechts maar zelfs een lekke band in de finale kon hem niet van de zege houden. Dylan van Baarle (29) deed dat wel. De Nederlander was de beste en slimste in koers. Hij reed zelfs de motor van Mohoric aan flarden, en hield het tot het eind vol.
Volgens het snelste uurschema – wat werd berekend tegen 44 kilometer per uur, zouden de renners in Roubaix arriveren om 17u06, na 257,2 kilometer wedstrijd. Van Baarle reed over de streep om 16u50 en had een voorsprong van 1’47” op Wout Van Aert, die in de spurt de Zwitser Stefan Küng achter zich hield, de West-Vlaming Tom Devriendt – die, indien het een rit in de Tour zou zijn geweest, de prijs van de strijdlust zou hebben verdiend, en de Sloveen Matej Mohoric. Jasper Stuyven werd zevende, Mathieu van der Poel negende en Yves Lampaert tiende. Voor Van Baarle, twee weken geleden tweede in de Ronde van Vlaanderen, is het de zesde profzege. In 2014 won hij de Ronde van Groot-Brittannië, in 2018 het Nederlands kampioenschap tijdrijden, in 2019 de Herald Sun Tour en een rit in het Critérium du Dauphiné en vorig jaar Dwars door Vlaanderen. Het was de eerste zege van INEOS in Roubaix. De gemiddelde snelheid was uiteindelijk 45,8 kilometer per uur. Een record.
Je slaapkussen meebrengen en rustig naar de laatste 100 kilometer toeleven was er voor de renners niet bij vandaag. Na amper 50 kilometer werd het peloton in twee stukken gereten. Dit keer waren de renners van Quick Step wel op de afspraak. Het Jumbo – Visma van Van Aert had de trein gemist, net als het Alpecin – Fenix van Van der Poel. Zij volgden in geen tijd op 1’20”. In het eerste wedstrijduur werden al 49 kilometer afgelegd. Net voor Wallers viel alles echter te herdoen. Ook de twee topfavorieten konden voorin aansluiten. Ondertussen bleef Tom Devriendt zich in de kijker fietsen. Van Aert begon bij de achtervolgers in pole position aan de strook van het bos van Wallers maar 50-60 renners staken hem voorbij. Hij reed Wallers uit in het gezelschap van Senne Leysen. Einde verhaal voor Van Aert dacht iedereen maar achteraf werd duidelijk dat Wout na materiaalpech een fiets van Timo Roosen had moeten nemen.
Nog nooit heeft iemand met de Belgische driekleur om de lenden Parijs-Roubaix gewonnen. Dat was dus ook vandaag niet het geval. ‘Het voorjaar is niet verlopen zoals verwacht maar er zijn renners die ergere dingen hebben meegemaakt en ook, in de wereld gebeuren er zaken die verschrikkelijker zijn’, zei Van Aert voor de start in Compiègne. Met nog 75 kilometer voor de boeg reed de onverwoestbare Devriendt nog steeds voorin met Mohoric, die er een ongenadig tempo op nahield. Met nog 60 kilometer en twaalf kasseistroken voor de boeg stak Van Hooydonck in de achtervolging opnieuw de neus aan het venster. Op 49 kilometer voor het einde was het de beurt aan Van Baarle om het heft in handen te nemen.
De Nederlander woont in Monaco. Het toont aan hoe hoog hij op de wielerladder staat bij INEOS. Op de de viersterrenstrook van Camphin-en-Pévèle, negentien kilometer voor het einde, liet hij zijn medevluchters Mohoric en Lampaert in de steek. Lampaert tekende voor de tuimelperte van de dag nadat hij gehinderd werd door een onvoorzichtige toeschouwer. Dat kon Van Baarle niet deren. ‘Niets hield hem nog van de zege. Ik wist dat hij de te kloppen man was toen hij mee vooraan kwam te zitten. Ik kan alleen maar zeggen: dikke chapeau voor de manier waarop hij deze zege heeft behaald’, zei Van Aert.
VAN AERT: ‘OOK IK WAS VERRAST DAT IK ME ZO GOED VOELDE’
Wout Van Aert was zeker niet ontgoocheld met zijn tweede plaats. Ook voor mij was het een grote verrassing dat ik me zo goed voelde in de race. Ik ben blij en fier met de tweede plek. In de finale slaagden ik en Stefan (Küng) erin om er nog vandoor te gaan. Uiteindelijk zaten we met de beste renners voorin. Ik had pech voor en tijdens de wedstrijd maar iedereen heeft wel zijn eigen verhaal in Roubaix en het doet me deugd om op het podium te staan. Na de koers is het altijd gemakkelijk spreken. In deze wedstrijd is het moeilijk om te weten wanneer je moet toeslaan. Het regent bandbreuken en fietswissels. Zonder die pech had ik misschien wat meer energie over gehad in de finale maar, zoals gezegd, dat weet je nooit zeker. Indien we nu waren genaderd op Dylan dan was ik wellicht ontgoocheld geweest maar wanneer je ziet dat hij finisht met een voorsprong van bijna twee minuten dan is er niks dat je kan inbrengen tegen zijn zege.’
Een Nederlandse journalist wist te melden dat er binnen de ploeg van Van der Poel vragen werden gesteld over de medische toestand van Van Aert. Zij vroegen zich af of al de coronaperikelen wel zo erg waren als men ze liet uitschijnen. Het antwoord was kort: ‘Wat zij denken kan me helemaal niks schelen.’ Ik had een vrije rol en toen Christophe een aantal keer met pech had af te rekenen werd duidelijk dat mijn kaart zou worden getrokken. Jullie willen weten wat er gebeurde in de eerste wedstrijdhelft maar dat vraag ik me ook af. Wanneer ik straks in de bus kom zal ik de verhalen horen van mijn ploegmaats. Als we die allemaal naast elkaar leggen zullen we pas kunnen zeggen wat er allemaal is gebeurd. In ieder geval liep alles goed voor mij. Mijn tweede keer pech was er misschien teveel aan maar dat is nu één keer koers.’
‘Uiteraard was het verrassend dat er al zo vlug een breuk kwam in het peloton en op dat moment zat ik niet mee voorin. Wanneer je het achteraf bekijkt was er echter geen man overboord. Meer zelfs, wij waren één van de weinige teams die noch voorin, noch achteraan, moesten werken. Ik ben kalm gebleven en op de eerste kasseistrook stelde ik vast dat de kloof zeker niet onoverbrugbaar was. Ik kon me toen zelfs testen en constateerde dat het vrij goed ging. In Arenberg (Wallers) was het een ander verhaal. Ik zat in de eerste strook wat teveel aan de rand van de kasseien. Ik trapte zo hard dat ik mijn wiel stuk reed. Het brak achteraan en ik moest een fiets van mijn ploegmaat nemen waarna er gedurende een halfuur een complete chaos ontstond bij mijn pogingen om terug te keren. Maar uiteindelijk was ik er nog bij in de finale en kon ik enkel maar blij zijn met hoe ik me toen voelde. Ik miste Christophe Laporte echter wel. Hij kende pech en verzeilde al tijdens de eerste kasseistrook tussen de volgwagens. Indien we samen in de finale hadden gezeten hadden we er meer kunnen uithalen.’
VAN AERT EN VAN DER POEL TEVREDEN OVER VOORSEIZOEN
‘De aanloop naar de wedstrijd was ongewoon maar toen ik merkte dat alles goed aanvoelde ben ik vrij vlot overgeschakeld naar mijn gewone doen. Ik kon me focussen over hoe deze wedstrijd te winnen en hoe niet in de problemen te komen. De beslissing om uiteindelijk van start te gaan werd genomen met de ploegleiding, de medische staf, mijn eigen dokter en mijn trainer en uiteraard was hoe ik me voelde op training doorslaggevend. Uiteraard werd ik ook uitgebreid medisch getest. Na één week zat ik al opnieuw op de fiets maar ik was na elke training wel moe. Het had dan ook geen zin om te racen. De Amstel kwam te vroeg maar de laatste twee dagen voor Roubaix voelde ik me beter. Gelukkig kon ik vandaag constateren dat ik niet teveel van mijn conditie was verloren. Het was dus een goede beslissing om hier van start te gaan. Ik kijk nu uit naar Luik-Bastenaken-Luik van volgende zondag. Misschien kan iets wat een enorm nadeel leek te zijn – mijn ziekte – uiteindelijk nog voordelig voor me uitdraaien.’’
‘Wanneer ik terugkijk op mijn voorseizoen tot nu toe dan heb ik, zoals steeds, een dubbel gevoel. Het had beter gekund maar gezien mijn medische ongemakken had het ook slechter kunnen uitdraaien. Ik toonde vandaag dat ik zelfs bekwaam ben om na een ziekte een podiumplaats te behalen. Dit is een bevestiging voor mezelf dat ik de juiste dingen heb gedaan. Het heeft natuurlijk geen zin om uitspraken te doen over de wedstrijden die ik niet heb kunnen rijden. Het is makkelijk om nu uit schreeuwen dat ik zonder corona de Ronde, de Amstel en Roubaix had gewonnen maar zo makkelijk is het niet. Zelfs wanneer ik over 100 procent van mijn mogelijkheden beschik, dan nog zijn er renners genoeg die me het leven zuur kunnen maken. Normaal had ik twee klassiekers meer gereden maar het is nu eenmaal zo. Ik heb mijn toestand moeten aanvaarden en ik heb teruggevochten zoals ik dat in het verleden ook altijd heb gedaan.
Mathieu van der Poel eindigde nog in de top tien. Toch was hij niet echt in het stuk voorgekomen. ‘Ik zat een beetje tussen hangen en wurgen. Ik had zeker niet de benen waarop ik gehoopt had. Door die vroege aanval was het een aparte wedstrijd. Ik ben nooit in paniek geraakt ook al was ik natuurlijk nooit 100 procent zeker dat we nog zouden terugkeren. Ik kan niet ontevreden zijn over mijn voorjaar. Mede dankzij mijn ploegmaats is er meer uitgekomen dan ik had verhoopt. Gedurende de laatste 30-40 kilometer zat ik er helemaal door vandaag. Ik heb de wedstrijd toen zuiver op karakter uitgereden.’
Zijn landgenoot Dylan van Baarle was uiteraard dolblij: ‘Wielrennen is de laatste tijd serieus veranderd. Er wordt al heel vlug aangevallen en de wedstrijden vallen nooit meer stil. Dat is een manier van rijden die me wel ligt. Ik word tweede in de Ronde van Vlaanderen en win deze wedstrijd. En zeggen dat ik kasseien haat. Nu krijg ik er één mee naar huis. Ik zal nog een tafel moeten gaan kopen die stevig genoeg is om dat ding op te zetten.’ Victor Campenaerts – die buiten tijd eindigde op bijna een halfuur –kwam al vlug in de wedstrijd ten val kwam. Kenneth Van Rooy werd overgebracht naar het ziekenhuis van Denain met een gebroken sleutelbeen. Van Aert kreeg een boete van 200 Zwitserse frank omdat hij in een verboden zone – na 170 kilometer – een drinkbus aannam van ploegleider Jan Boven. Maar we denken niet dat hij daarvan wakker zal liggen.
Edwin MARIËN
Foto Pauline BALLET