Claude Marinower: ‘Antwerpen zal een innovatieve businesstad worden’
ANTWERPEN – Het schepencollege wil Antwerpen de komende tien jaar positioneren als innovatieve businessstad en ideale plek om te ondernemen zowel door de al aanwezige bedrijven in de stad te houden als door bedrijven aan te trekken. De beleidsnota ruimtelijke economie van de stad Antwerpen bouwt verder op vorige en huidige beleidsdocumenten, en houdt rekening met nieuwe maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
Ter voorbereiding maakte het adviesbureau Idea Consult een marktanalyse met het jaar 2030 als perspectief. Bij de ontwikkeling van kantoren moet gezocht worden naar meer flexibele werkvormen. De geplande projecten (samen goed voor 140 000 vierkante meter vastgoed) zijn voldoende om aan de vraag tegemoet te komen, maar tegelijkertijd dienen verouderde kantoorgebouwen snel aangepakt te worden. Voor kmo’s en industrie is er op basis van ramingen de komende tien jaar een bijkomende behoefte aan bedrijfsterreinen van 83 tot 133 hectare. De uitdaging is om een divers aanbod voor bedrijven te creëren. Zo kunnen bedrijven met een beperkte impact een plaats krijgen in gebieden waar woongelegenheid in de buurt is. Wat detailhandel betreft moeten de kernwinkelgebieden versterkt worden. Net zoals in andere winkelgebieden is clustering hier aan de orde. In winkelarme gebieden worden handelspanden bij voorkeur herbestemd voor wonen.
Claude Marinower (Open Vld), schepen voor economie, industrie en innovatie: ‘ Onze beleidsvisie vertrekt vanuit verschillende types van bedrijfsomgevingen. De economie wordt op een slimme manier en op een toekomstbestendige locatie verweven met andere activiteiten, of krijgt een eigen plaats op een bedrijventerrein. Dit biedt de mogelijkheid om bedrijvigheid daar waar gewenst te verweven in een woonomgeving. In gemengde woon-werkzones worden onder meer ‘bedrijvige knopen’ vastgelegd: plekken die vaak een historische bedrijvigheid kennen, en waar wonen, werken, handel, horeca en recreatie samengaan zonder elkaar te hinderen (bijvoorbeeld de John Martin’s-site in Antwerpen-Noord). Wat bedrijventerreinen betreft, komen er naast grootschalige terreinen zoals Terbekehof-Neerland in Wilrijk, ook zones in de buurt van woongebieden waar kmo’s en industrie gemengd worden met kantoorontwikkeling.
‘Innovatiemilieus’ krijgen een plek toegewezen waarbij het verschil wordt gemaakt tussen een ‘campus’ (een bedrijvige zone ontwikkeld rond een organisatie of een instelling, zoals de universiteitscampus Drie Eiken in Wilrijk), een ‘innovatiedistrict’ (een cluster van innovatiehubs met BlueChem en The Beacon als voorbeelden) en een ‘gespecialiseerd bedrijventerrein’ (die thematisch of sectorieel lichte industriële activiteit combineert met onderzoek en ontwikkeling, zoals op Blue Gate Antwerp). De stad gebruikt de beleidsnota als instrument om economische bedrijvigheid lokaal te verankeren en te versterken. Voor kantoren wordt een aanpak uitgewerkt om aftands kantorenvastgoed aan te pakken. De stad zal ruimte vrijwaren voor kmo’s en industrie en een compensatieplan uitwerken voor kmo- of industriezones die omwille van hun bufferfunctie niet ontwikkeld kunnen worden. Marinower: ‘Dit is een mooi instrument om onze economische structuur op een duurzame manier te versterken en om de diversiteit aan bedrijvigheid ruimtelijk te verankeren en voluit te gaan voor slimme verweving. Bovendien biedt ze een voorspelbaar investeringskader aan ondernemers.’ De beleidsnota wordt ter goedkeuring voorgelegd op de gemeenteraad van maandag 25 januari . (EM / Foto Mediaplein – Gianni Camilleri)