Campenaerts na Brussels Cycling Classics: ‘Moeten hier lessen uit trekken’
BRUSSEL – Het zit de organisatoren van de Brussels Cycling Classics niet mee. Om de één of andere reden spreekt de wedstrijd de wielerliefhebber niet aan. Noch aan het idyllische Jubelpark – bij de start – , noch aan het aftandse Koning Boudewijnstadion – aan de aankomst – is het meteen drummen geblazen. Twee jaar geleden was de wedstrijd uitgeregend. De vorige editie liep uit op een sisser door corona en dit keer was het opnieuw prijs. Aan de start regende het zo hard dat drie minuten voor aanvang van de wedstrijd nog maar een handvol renners had postgevat aan de startlijn. De verhuis op de kalender van het najaar naar het voorjaar en van zaterdag naar zondag heeft niet veel soelaas gebracht.
Victor Campenaerts was de man die als allerlaatste van start ging. Dat doet hij wel meer trouwens. Hij zou nog ruim de tijd krijgen om zich in de kijker te rijden. De vroege vlucht kwam op naam van Taco van der Hoorn, Thimo Willems, Tobias Bayer, Rune Herregodts, Gilles De Wilde, Arjen Livyns, Bram Welten, Gianni Marchand, Jelle Wallays en Axel Laurance. Ooit verbond Parijs-Brussel, zoals deze wedstrijd lang heette, echt de hoofdsteden van Frankrijk en België. Ze liep toen over 400 kilometer. In de tijd van Merckx werd dat gereduceerd naar 299 kilometer en de laatste edities gingen over 204 kilometer.
Na achttien kilometer ging hogergenoemd tiental – zonder Antwerpse renners – aan de haal. In geen tijd hadden ze een voorsprong van 3’50” bij elkaar gereden. De acht eerstgenoemden in het rijtje zouden ook in die volgorde finishen. Het mag ook eens een keertje ook al laat dat wellicht wrange gevoelens na bij organisatoren en bij topploegen als Quick-Step en Lotto Soudal. De wedstrijdradio riep voortdurend om om het voorzichtig aan te doen want op bepaalde plekken stonden de straten echt wel blank. Uiteraard kon dit niet beletten dat er zich een aantal valpartijen voordeden maar gelukkig allemaal zonder erg.
Maar we gingen het over Campenaerts, de enige renner uit onze provincie (als we het even heel breed mogen bekijken), hebben. Bij de eerste beklimming van de Muur, op 87 kilometer voor het einde, kwam hij een eerste maal in beeld. En na de tweede keer Congoberg, met nog 34 kilometer te gaan, pakte hij uit met een indrukwekkende versnelling. Ook nu zonder resultaat. En nog wat het is niet gedaan. Op de Ninoofsesteenweg in Pepingen gaf hij een duwtje aan Robeet en even later probeerde hij het met onder meer zijn ploegmaats Wellens en Gilbert. We zagen hem een laatste keer aan het commando met nog elf kilometer te gaan, op een moment dat er geen hindernissen meer wachtten.
Campenaerts was na afloop dan ook niet echt spraakzaam en zeker niet tevreden. ‘Bedankt omdat je me complimenteert voor al mijn inspanningen maar wat koop je ermee? Het leverde helemaal niks op. We hadden een mannetje mee voorin moeten hebben. Laat dit een les zijn. In regenweer moeten wij attenter voor de dag komen. Dit had niks te maken met een goede of slechte tactiek, dit was het gevolg van niet geconcentreerd genoeg zijn.’ We weten ondertussen waar het om draait bij Lotto: punten sprokkelen. Daarom ook starten ze morgen opnieuw met een sterke formatie (mét Campenaerts) in de Ronde van Limburg. Ook Taco van der Hoorn, de Nederlander die vanmiddag als eerste over de meet bolde, zal er dan bij zijn. ‘Ik ging volop voor de zege gaan want mijn team (Intermarché – Wanty Gobert) mag niet tevreden zijn met een vierde plaats.’ Tijden verkeren. Bij Lotto Soudal had men daar al tevreden mee geweest.
Edwin MARIËN