Burgemeester Geert Daems (CD&V): ‘Bij een oppositiepartij kan je niks bereiken’
HULSHOUT – Geert Daems (59) stopt na 30 jaar politieke activiteit en dertien jaar burgemeesterschap in Hulshout met de politiek. We gingen Daems opzoeken en spraken over het verleden, het heden en de toekomst van zijn gemeente en van zijn partij, de CD&V.
Daems: ‘Ik was altijd sociaal betrokken. Ik ben chiroleider geweest. Ik was actief bij het Rode Kruis als helper toen ik nog jong was en ook bij de lokale afdeling van het toenmalige De Wielewaal (het latere Natuurpunt) in Heist-op-den-Berg, die ook hier gevestigd waren. Ik was dus een actief beestje. Ik was bij veel verenigingen betrokken en later, toen ik gehuwd ben – ik was toen al gemeenteraadslid –, heb ik me ook geëngageerd voor de Landelijke Gilde, de KWB en was ik bestuurslid van de voetbalclub van Houtvenne – toen ze nog in provinciale speelden. Op die manier kom je ook in aanraking met het gemeentebestuur. Je moet bepaalde vragen aan hen stellen. Pas op mijn 24ste ben ik op een lijst gaan staan. Tussen mijn achttiende en mijn 24ste volgde ik als geïnteresseerde, onafhankelijke burger – want ik had geen enkele partijbinding – de gemeenteraden tussen het publiek. Ik heb toen zeker 75 procent van de raden bijgewoond.’
‘De interesse in de politiek is er wellicht gekomen dankzij mijn grootvader langs moeders kant. Hij is schepen geweest tijdens de oorlogsjaren en later. Hij heeft ook de ACV-afdeling en de KWB opgericht in Houtvenne. Er waren toen vier partijen actief. Drie van de vier partijen hebben mij gevraagd. In februari 1988 is er iemand langs gekomen namens Agalev. Ik woonde toen nog thuis. Wellicht zijn zij komen aankloppen omwille van mijn engagement bij De Wielewaal. Ik heb daar onmiddellijk neen tegen gezegd omdat ik wist dat, als je iets wil betekenen in de politiek, je bij de meerderheid moet zitten. Anders heb je niks te zeggen, tenzij in de marge. En ik vreesde dat men met een onvolledige lijst zou moeten opkomen. Ik heb hen dat ook onmiddellijk gezegd. Een dikke maand later is er nog iemand anders gekomen, ook van Agalev, maar ik heb hem hetzelfde verhaal gebracht.’
‘Gust Van den Eynde, de schepen voor de fusie van de gemeente Houtvenne, was nadien raadslid geworden maar hij werd 65 en vond dat het tijd was om de stoppen met de politiek. Hij was duivenmelker, net als mijn vader. Gust vroeg zich af wat ik altijd in de gemeenteraad zat te doen. Hij had mijn vader daar al verschillende keren over aangesproken. Hij wou polsen wat mijn plannen waren. Hij fluisterde Mark Verhaegen, de vorige burgemeester, in dat ik mogelijk wel een goede kandidaat zou kunnen zijn om hem op te volgen op de lijst. Er waren vier plaatsen voorbehouden voor mensen van Houtvenne. Indien hij zou stoppen kwam er daar één van vrij. Dat was ook het eerste jaar dat ik aan het werk was. We spreken over de jaren ’80, een periode met veel werkloosheid. Er was toen een maatregel voor mensen die begonnen te werken aan de staat. Beginnende ambtenaren kregen het eerste jaar maar vier/vijfde van het loon. Uiteraard moest je dan ook maar 80 procent werken.’
‘Ik werkte bij de Belgische dienst voor bedrijfsleven en landbouw en was verantwoordelijk voor de aankopen van rundsvlees. Net zoals er een boterberg was, was er ook een vleesberg. Ik moest die aankopen organiseren met de vrieshuizen en de slachthuizen voor heel België. Ik moest dus ook mijn Frans bovenhalen. De burgemeester belde me op een maandagvoormiddag in april. Een uurtje later zat hij met mij en met mijn ouders aan tafel. Die heeft toen ‘de’ vraag gesteld. Ik antwoordde dat ik er eens over ging nadenken. Ik ben niet iemand die zomaar onmiddellijk ja zegt. Twee dagen later heb ik hem ’s avonds opgebeld. Ik weet nog helemaal zijn reactie. ‘Je hebt blijkbaar lang moeten nadenken?’ Ik had ja gezegd en stapte in Houtvenne op de bus naar mijn werk. Toen reden er ’s morgens en ’s avonds nog vijf bussen van De Lijn. Nu geen enkel meer, tenzij op schooldagen.’
‘HET CHIROMEISJE IS LATER MIJN VROUW GEWORDEN’
Om kwart voor zes reed ik met die bus naar Aarschot. Vervolgens naar Leuven, dan overstappen in Brussel Noord, naar Brussel Schumann en verder te voet naar mijn werk. Op die bus zat ook de kopman van de Volksunie, Mark Meuris. Die had nog nooit iets tegen mij gezegd, niettegenstaande ik ook in Hulshout kwam. Ik had een relatie met het chiromeisje, waar ik later mee getrouwd ben. Nochtans kende hij mij. Ik leek wel of hij geroken had of wist wat men mij gevraagd had. We stapten in Aarschot samen van de bus en hij sprak me plots aan. ‘Geert, mag ik nu eens iets vragen?’ Ik heb onmiddellijk geantwoord dat ik me al geëngageerd had. Ik zou het trouwens ook nooit gedaan hebben omdat dat ook een oppositiepartij was. Mark Verhaegen daarentegen had al een meerderheid van zichzelf. Ik ben nog altijd ‘lastig’ op de socialisten omdat die mij niet gevraagd hebben, al zou ik ook tegen hen neen gezegd zou hebben.’
‘Ik heb bewust gekozen voor de sterkste partij. Bij de oppositie kan je niks bereiken. Je kan alleen maar iets veranderen binnen de meerderheid. Toen ik verkozen was, hadden we dertien zetels. Ik had de laatste zetel van de rechtstreeks verkozenen. Ik zei altijd dat ik één-dertiende te zeggen had in die tijd, maar met die generatie oude, eigenwijze, politici, werd er veel minder naar je geluisterd. Ik heb wel hier en daar mijn zin kunnen doordrukken. Ik heb wat accenten kunnen leggen. Kortom, in mijn ogen liep ik een geslaagd traject in mijn carrière.’
‘Ik heb altijd graag aan politiek gedaan. Het afscheid doet pijn. In mijn afscheidsbrief heb ik geschreven ‘mijn hart zegt dat ik moet blijven maar mijn verstand zegt iets anders’. Ik had het er heel moeilijk mee. Soms heb ik het nu nog moeilijk. Ik word soms nog emotioneel als ik het erover heb. Nochtans ben ik iemand die heel rationeel is, ik ben een getallenman, een cijferaar. Die tekst heb ik zelf geschreven. Niemand heeft me daarin geholpen. Niemand is gewoon dat ik zo emotioneel ben.’
‘Met de fusie kwamen Houtvenne en Westmeerbeek bij Hulshout terecht. Hulshout was – zowel qua oppervlakte als qua inwonersaantal – dubbel zo groot als de twee kleinere deelgemeenten. Daarom hadden ze Hulshout opgesplitst in twee, in Hulshout Centrum en Hulshout Eindeken en verder Houtvenne en Westmeerbeek. Op die manier had men een evenwicht in verband met de verdeling van de plaatsen op de lijst. Toen was de afspraak dat diegene met de meeste stemmen in de deelgemeente schepen werd. Burgemeester Mark Verhaegen stond daar boven. Ik had de pech dat ik de tweede meeste stemmen had in Houtvenne maar Julien Van der Mieren, die toen eerste schepen was, haalde er meer. Ik haalde echter wel meer stemmen dan de schepenen van Westmeerbeek en Hulshout. Was ik in Westmeerbeek gaan wonen, dan was ik twaalf jaar eerder schepen geweest.’
‘Ik heb me altijd loyaal gehouden aan die afspraak. Het was wel moeilijk om dat altijd uitgelegd te krijgen aan de achterban. Na achttien jaar in de gemeenteraad te hebben gezeten stopte Julien ermee. Toen ben ik in het schepencollege gebombardeerd. Ik had de – op twee na – meeste stemmen maar dat moet je ook in de context zien. Mark Verhaegen haalde meer dan 1 500 stemmen, Maurice Ooms had er meer dan 900 en ik had er maar 630. In de loop van de eerste legislatuur van mijn schepenambt besliste Mark Verhaegen om na 30 jaar burgemeesterschap te stoppen per 1 november 2011, iets meer dan een jaar voor het einde van de legislatuur. Ik kon toen al burgemeester worden. Ik had een heel goede band met Maurice Ooms en hij besefte dat burgemeester zijn niets voor hem was. Mark Verhaegen durfde hem dat niet vragen. Hij droeg mij op om met hem te praten. Op een zondag om 11 uur had ik met hem afgesproken in Heist-op-den-Berg in café Den Hosp van David Geerts, de Vooruit-schepen daar. Maurice zei: ‘Geert, ik doe het niet, dat is iets voor jou.’ Zo simpel kan het lopen. Ik zou er geen moeite mee gehad hebben indien hij het ambt wel had opgenomen maar ik was me wel bewust dat dit voor hem niet goed zou geweest zijn en dat wist hij zelf ook. Maurice is wel drie legislaturen lang schepen geweest.’
‘ABSOLUTE MEERDERHEID VERLOREN OMDAT WE VIJF STEMMEN TEKORT KWAMEN’
‘Ik ben op die manier burgemeester geworden maar moest meteen de verkiezingen voorbereiden. Ik werd voor de eerste maal lijsttrekker en het was de vijfde keer dat ik deelnam aan de verkiezingen. We zaten met een heel afgezwakte ploeg omdat maar twee van de collegeleden verder bleven doen. Mark Verhaegen was ook een parlementair. Hem opvolgen was al een hele uitdaging, net als het vervangen van drie schepenen. We hebben dan nieuwe mensen moeten aantrekken en het resultaat was dat we wel de grootste partij waren. Dat waren nochtans de verkiezingen dat N-VA overal opborrelde, los van de manier waarop ze beleid voerden. Hier kwam de N-VA vanuit het niets naar negen zetels. Wij zakten naar tien zetels. Indien we vijf stemmen van hen hadden afgesnoept dan hadden we nog steeds een absolute meerderheid gehad.’
‘We zijn toen een coalitie met Groen aangegaan. Als CD&V haalden we tien zetels, negen waren voor de N-VA, één voor Open Vld en één voor Groen. We hebben goed bestuurd met Groen. Er waren wel wat strubbelingen maar we hebben de legislatuur loyaal uitgedaan. Die strubbelingen zijn er net zo goed in een volstrekte meerderheid. De vorige verkiezing was ik opnieuw de lijsttrekker. Ik ben de enige die twee keer na elkaar meer dan 1 000 stemmen heeft behaald, terwijl ik uit de kleinste deelgemeente kwam. Ik kreeg dus de volmacht van de bevolking om burgemeester te worden en te blijven. Ik ben de kiezers dankbaar dat ze mijn werk gehomologeerd hebben. Ik heb mijn uiterste best gedaan en doe dit nu nog steeds zolang deze legislatuur loopt. Ik heb geen rancunes naar mijn ploeg toe, er is helemaal geen sprake van een breuk. Iedereen heeft al eens ruzie met zijn vrouw. In de politiek is dat net zo goed. Meningen verschillen en dat moet kunnen. Soms zijn de discussies heftig.’
‘INDIEN JE HALFWEG DE LEGISLATUUR OPSTAPT DAN LAAT JE JE KIEZERS IN DE STEEK’
‘Toen Mark Verhaegen en de drie schepenen stopten, zijn er andere mensen in de plaats gekomen. Die hebben nu ook wat ervaring opgedaan. Ik meen dat ik de gemeente niet achterlaat in een leegte. De mensen moeten uiteraard nog altijd komen kiezen maar ik heb er vertrouwen in dat de mensen die mee bestuurd hebben de afgelopen twee legislaturen, rijp zijn en klaar staan. Het is zoals in de natuur. Neem de herten. De sterkste is de leider maar als hij wat ouder wordt, wordt hij ook wat zwakker en wordt hij voorbijgestoken door een jongere. Het gaat niet alleen over fysiek sterk zijn maar ook sterk zijn van geest. Dat voel ik nu. Ik heb me afgevraagd wat het beste was voor het lokale bestuur. Heel simpel: de sterkste moet de leider zijn. En ik heb niet het gevoel dat ik nog zes jaar de sterkste zou kunnen zijn. Naar de kiezer gaan en zeggen dat ik na drie jaar stop – wat veel gebeurt – doe ik niet. Als ik dan de meeste stemmen zou hebben zou ik me verplicht voelen om opnieuw de rit uit te doen, anders laat ik mijn kiezers in de steek.’
‘De CD&V-afdeling van Hulshout heeft een traject doorlopen van bijna twee jaar met de vraag onder welke naam we zouden verder gaan. Een halfjaar geleden hebben we dan beslist –quasi unaniem en met de afspraak dat iedereen mee zou gaan – om onder de naam Hulshout op Punt (HOP) naar de kiezer te stappen. We doen de legislatuur uit als CD&V en mijn beslissing om te stoppen heeft daar niks mee te maken. Ik ga ook geen lijstduwer zijn. Stel dat ik dat doe en stel dat ik voldoende stemmen haal om me te engageren als schepen, dan voel ik mij verplicht aan mijn kiezers om dat ook nog te doen. Of ik bestuurslid word weet ik nog niet maar mijn sympathie voor de partij blijft. Maar ik wil niet de schoonmoeder of de moeial zijn. Ik wil wel, als de partij daarvoor openstaat, een adviserende rol opnemen vanuit mijn ervaring. Ik zou ook niet graag gehad hebben indien ze over mijn schouder zouden mee gezien hebben.’
‘BAND MET CD&V DOORGEKNIPT OM GOEDE KRACHTEN TE LATEN MEEDOEN’
‘We hebben gesprekken gevoerd met inwoners die zich eventueel wilden engageren. Ik weet dat we nieuwelingen hebben kunnen aantrekken dankzij die nieuwe naam. Ze hebben letterlijk gezegd dat – als het voor CD&V was – ze dat niet zouden gedaan hebben. Ik heb nooit aan nationale politiek gedaan. Wij besturen Hulshout, wij willen het beste voor onze gemeente en dan zou het toch te gek zijn dat we goede krachten zouden weigeren. We distantiëren ons volledig van CD&V maar we laten wel de vrijheid aan mensen die lid zijn van CD&V om lid te blijven van die partij. We hebben de band volledig doorgeknipt om goede krachten te laten meedoen. Wellicht zal het Vlaams Belang voor de eerste keer in de geschiedenis aan de verkiezingen deelnemen in onze gemeente. Ik weet niet wat het effect zal zijn. Ik ben benieuwd wat de afschaffing vaan de kiesplicht tot gevolg zal hebben.’
‘Ik ben Houtvenne altijd trouw gebleven. Ik heb school gelopen in de Schoolstraat , de toenmalige jongensschool. Later is die school gesloten en werden de lokalen overgegeven aan verschillende verenigingen, waaronder de Chiro. Ik heb trouwens in die lokalen en op die site nog Chiro gelopen. We hebben dat helemaal vernieuwd. Dat was een project van twaalf jaar. Op het einde van de vorige legislatuur hebben we het nieuwe complex kunnen openen. Ik vind dat een schitterend project omdat het gerealiseerd is vanuit de gemeente, maar wel met betrokkenheid van de vijf daar gevestigde verenigingen. Ik ben fier op dat project omdat ik er zoveel binding mee heb als persoon. Er zijn natuurlijk nog andere projecten waar ik met trots op terug kijk. De realisering – weliswaar in een adviserende rol – van een groot project van Natuurpunt voor een natuurgebied in Het Goor-Asbroek maar ook vooral Het Goor in Westmeerbeek. Daar heb ik ook altijd zeer veel sympathie voor gehad. Ik ben er fier op dat ik hen heb kunnen sturen vanuit de gemeente.’
‘DOOR DE VERVROUWELIJKING KRIJG JE MEER EMOTIONELE BESLISSINGEN IN DE POLITIEK’
‘Ik ben begonnen in een gemeenteraad met één vrouw. Dat is allemaal geëvolueerd in de loop der legislaturen. Er kwamen meer vrouwen in de gemeenteraad en er kwam er één in het college. Tijdens mijn eerste college was het de eerste maal dat een vrouw daar deel van uitmaakte. Voor ikzelf schepen ben kunnen worden was er wel nog een vrouwelijke OCMW-voorzitter maar dat was nog in de periode dat de OCMW-voorzitter niet in het college zat. In het begin van deze legislatuur waren vier van de zes leden een vrouw. Ikzelf zat er bij als man, samen met Joost Verhaegen, de zoon van Mark. Daar is niks mis mee. Mensen hebben gekozen voor vrouwen. Bij ons is de afspraak dat diegenen met de meeste stemmen in het college terecht komen. De afspraak per deelgemeente is weggevallen. Ik ben een heel rationeel iemand. Met de vervrouwelijking krijg je meer emotionelere beslissingen. Ook dat is niet verkeerd maar ikzelf zou het anders hebben aangepakt.’
‘Ik neem als voorbeeld het sluiten van het politiekantoor in Westmeerbeek. Dat hebben we uiteindelijk niet gedaan om emotionele redenen. Als je rationeel denkt, dan hadden we dat moeten sluiten want de kostprijs is te hoog in vergelijking met de maatschappelijke return die we daarvoor hebben. Maar men heeft zich laten leiden door de omgeving en door de betrokken personeelsleden. Dat werd erg opgeklopt. Ik vind dat je met de belastingsmiddelen van de hardwerkende Hulshoutenaar zuiniger moet omspringen en dat kan enkel als je rationeel denkt.’
‘CD&V NATIONAAL ZOU BETER EENS LUISTEREN, OOK AL IS HET NAAR HULSHOUT’
‘De CD&V nationaal had het principe moeten toepassen dat wij hier in Hulshout toepassen maar men luistert niet. Alles wordt gestuurd vanuit Brussel. Pas op, CD&V is daar niet de enige in. Er zijn nog andere partijen waar dat ook zo is. Maar je moet af en toe eens luisteren naar een kleine gemeente. Wij honoreren de personen die het meest aantal stemmen hebben. In de Kempen zijn mensen die meer dan 10 000 stemmen hebben behaald en die niet in het parlement zetelen. De sterksten moeten besturen. Dat is de realiteit. Wat is de macht van een politicus? Wat is de munteenheid waarin hij of zij wordt afgerekend? Dat zijn het aantal stemmen bij de laatste verkiezingen, niet van bij de verkiezingen daarvoor. Als je je plaats niet waard bent – en dat blijkt uit dat aantal stemmen – en je krijgt toch een postje, dan is er iets mis.’
‘HOE MEER GEMEENTEFUSIES, HOE MINDER HET VERTROUWEN IN DE POLITIEK’
‘Ook de volgende verkiezing zal weer zijn verrassing hebben. We zullen zien wie dat dit keer wordt. Ik heb nooit aan nationale politiek gedaan want als er één overheidsniveau is waar de mensen misschien nog een kleine beetje vertrouwen in hebben, dan zal het het lokale bestuur zijn. Daar ligt het vertrouwen dubbel zo hoog dan op het provinciale niveau en drie keer zo hoog als federaal of Vlaams en dan spreken we nog niet over Europees. Lokale besturen staan immers dicht bij de mensen. Hoe groter je een gemeente maakt – lees, hoe vaker je fusioneert – hoe minder je het vertrouwen zal hebben van de bevolking. Ik ben vandaag naar hier, het gemeentehuis, gekomen met de fiets. De afstand is zes kilometer, niet meteen een probleem. Ik fiets niet elke dag langs dezelfde weg. Als ik naar huis rijd en het is wat beter weer doe ik een hele omweg. Ik ben dus zichtbaar in de straat. Mensen kennen mij, spreken mij aan, ook mensen die ikzelf niet ken. Dat is de kracht van een kleinere gemeente.’
‘Je moet niet naar alles gaan wat verenigingen organiseren, maar ik probeer altijd twee-drie keer per legislatuur naar een activiteit van elke vereniging te gaan. Ik kom ook al eens in cafés binnen. Ik ben geen echte caféganger maar ik laat me overal weleens zien. Kris Peeters heeft me indertijd gevraagd om op een nationale lijst te staan maar ik heb dat niet gedaan en daar ben ik blij om.’
‘Toen ik voor het eerst in de gemeenteraad belandde bestond die meestal uit 60-ers. Nog ouderen vormden dan het college. De verjonging heeft zich doorgezet, althans in Hulshout. Hier hebben de mensen de twee laatste legislaturen voor heel veel jongeren gekozen. We hadden bij de opstart van de legislatuur een schepencollege waarvan de gemiddelde leeftijd jonger was dan 35 jaar, waar ik de op één na oudste was. Dat is een tendens die twee legislaturen geleden is ingezet. Nochtans denk ik niet dat wij nu echt een jonge bevolking hebben. Misschien stralen die jongeren meer sterkte uit? Het kan. Ik heb nog geweten dat men hier zat te roken. Hier hing toen gewoon mist.’
‘Ik wil afsluiten met een vraag aan jou? Hoelang duurt een kwarteeuw? 25 jaar. Hoeveel kwarteeuwen zijn er in een mensenleven? De meeste mensen zeggen vier maar eigenlijk zijn het er drie maar als je die eerste jaren dat je aan de papfles hangt en de laatste jaren aan het infuus en in de pampers zit, eraf trekt, dan zijn het er minder dan drie. Op het einde van dit jaar heb ik 36 jaar een actieve rol in de politiek gespeeld, voorafgegaan door zes jaar een passieve interesse. Met andere woorden ik heb meer dan anderhalve kwarteeuw aan politiek gedaan. Het is dus genoeg geweest.’
‘Of ik nog naar de gemeenteraad ga komen kijken? Mijn vrouw heeft deze week nog dezelfde vraag gesteld. Het zou kunnen, al is het maar om achteraf nog eens samen een pint te kunnen gaan drinken, want dat ga ik wel missen. Het eerste jaar na de verkiezingen zal dat echter zeker niet gebeuren. Dat heb ik me voorgehouden. De interesse zal altijd blijven. Net als de vriendschappen want ook al heb je ruzie gemaakt, die vriendschappen zullen blijven bestaan. Ik heb er lang over nagedacht of ik die tekst nog zou opnemen in mijn afscheidsbrief. Ik heb het niet gedaan maar ik ben blij dat ik het nu tegen jou kan zeggen.’
Edwin MARIËN