Belgisch feestje bij U23: goud, brons en drie renners uit de Kempen bij top elf
HOOGERHEIDE – Thibau Nys startte als topfavoriet bij de U23 en heeft het vertrouwen, dat in hem werd gesteld, niet beschaamd. De Belgen deden het trouwens uitstekend, al zat een volledig tricolore podium – zoals in de Verenigde Staten vorig jaar – er niet in. De Nederlander Tibor Del Grosso, die op vier seconden finishte van de winnaar, hield net Joran Wyseure van zich af in de spurt.
Er verschenen ook drie Kempenaren aan de start en die finishten in elkaars buurt (zie foto). Lennert Belmans uit Lille werd zevende op 1’06”. Hij klopte Victor Van de Putte uit Rijmenam in de spurt. Aaron Dockx uit Rijkevorsel legde beslag op de elfde plek op 1’09”.
Belmans: ‘Ik mag tevreden zijn met mijn resultaat. Ik ben niet slecht vertrokken. Ik stond niet helemaal vooraan maar ik had toch een goede start. De eerste paar ronden had ik het een beetje moeilijk om te volgen. Toen heb ik gevraagd aan de mecaniciens om de bandendruk iets te verhogen.’
‘Nadat ik van fiets gewisseld had, kreeg ik direct het gevoel dat ik veel meer snelheid kon maken op de rechte stukken en ook net achter de bochten. Vervolgens ben ik terug aan een inhaalrace kunnen beginnen. Op dat moment reed ik wel buiten de top tien maar in de laatste ronde kon ik aansluiten bij een groepje voor plaats zes. Uiteindelijk werd ik nog zevende. Ik denk dat dit best goed is.’
‘Op sommige stukken was het een verraderlijk parcours: met veel bochten en de snelheid ligt gewoon zo hoog dat je meermaals moet uitkijken of je glijdt weg. Ik had het parcours de vorige dagen niet verkend dus ik kan niet vergelijken met gisteren. Ik maakte pas vanmorgen kennis met de omloop dus voor mij was er geen verschil tussen toen en nu. Dit was mijn laatste veldrit. Ik neem nu een paar weken rust en dan begin ik op te bouwen voor de wegkoersen.’
Van de Putte: ‘Ik denk dat ik toch een deftige cross heb kunnen rijden. Ik was graag zesde geworden. Ik heb er lang voor gestreden maar op het einde waren er een paar Belgen die juist nog iets meer over hadden dan ik. Ik ben heel blij dat het is beginnen regenen. Ik denk dat het anders niet echt een parcours voor mij was geweest. Omdat het glad was moest iedereen oppassen en dat viel mee voor mij.’
‘Het is zeker een mooi parcours. De organisator mag heel trots zijn. Het is bijzonder veilig. Er zijn geen oversteekplaatsen. De balken liggen waar ze liggen, dat is voor iedereen hetzelfde. Ik heb heel de tijd mijn eigen ding kunnen doen. In de start werd ik een beetje opgehouden maar dat was voor iedereen zo. Voor het overige is er niks speciaal gebeurd.’
‘Ik heb veel blauw gezien vooraan. We hebben bij de beloften heel wat talent. Als iedereen in de cross blijft – wat de meesten wel gaan doen – dan komt er een serieuze lichting eliterenners aan. Ik rij nu nog de twee X20-crossen, in Lille en Brussel. Daarna is het goed geweest voor mij.’
Aaron Dockx was vorig jaar nog junior en werd toen eerste op het EK en tweede op het WK. ‘Ook ik was voor de zesde plek aan het rijden, zelfs in de laatste aankomststrook nog maar het was gewoon op. Ik heb alles gegeven voor de sprint begon. Ik hoopte daarin nog iets te kunnen doen maar het duurde toch wat langer dan verwacht. Op een bepaald moment heb ik zelfs vijfde gehangen dus wat dat betreft ben ik wel content. Als eerstejaars is het al mooi dat ik hier mag zijn en ik denk wel dat ik – rekening houdend met mijn prestatie van vandaag – ambitie mag hebben voor wat mijn toekomst betreft. Jan Christen, die mij vorig jaar klopte op het wereldkampioenschap, eindigde nu pas op een twintigste plaats. Dus als je onze prestaties vergelijkt dan kom ik er zeker beter uit.’
Edwin MARIËN