{beek.boer.bodem} maakt landbouwers in afstroomgebied van AA weerbaarder
POEDERLEE – Lange, droge zomers, gevolgd door periodes van zware regenval: zowel landbouwers als natuurbeheerders worstelen ermee. Om landbouwbedrijven weerbaarder te maken tegen klimaatsverandering, het overstromingsrisico te verkleinen en de waterkwaliteit te verbeteren, richtte onder meer de provincie Antwerpen {beek.boer.bodem} op. In het afstroomgebied van de Aa, in Herentals, Lille, Kasterlee en Vorselaar regelen knijpstuwen en peil-gestuurde drainage binnenkort mee de bodemvochtigheid terwijl intussen ook volop onderzoek gebeurt naar klimaat-robuuste gewassen en een betere opslag van koolstof in de landbouwgronden.
De landbouwers en natuurbeheerders zitten samen rond de tafel en zoeken naar maatregelen om de gevolgen van klimaatwijziging te beperken. Het gaat om methodes die helpen bij het verbeteren van de bodemkwaliteit en de waterkwaliteit, en ook om de beschikbaarheid van water in het gebied beter te regelen.
Jan De Haes (N-VA), gedeputeerde voor Milieu, Water en Gebiedsprogramma Water en Gebiedsprogramma Kleine Nete: ‘Dat laatste gebeurt onder meer door het plaatsen van stuwen in de grachten rond de landbouwpercelen. De stuwen houden het water langer ter plekke vast, waardoor de omliggende gronden de tijd krijgen om voldoende te draineren. Met de toenemende periodes van grote droogte is dat zeker interessant.’ Maar ook bij hevige regenval leveren de stuwen nuttig werk. Door een plotse watertoevoer in de hoger gelegen delen beter te bufferen en vertraagd af te voeren, verkleint immers het risico op overstromingen in de lager gelegen delen.
Daarnaast zet {beek.boer.bodem} in op het introduceren van klimaat-robuuste gewassen zoals grasklaver en sorghum, en op een optimale rotatieteelt, waarbij een akker doorheen de jaren steeds andere gewassen draagt, waardoor de bodemkwaliteit langer goed blijft. Praktijk- en voorlichtingscentrum Hooibeekhoeve zet mee de schouders onder {beek.boer.bodem}. Ze testen op hun proefvelden de teelmogelijkheden uitvoerig uit.
Kathleen Helsen (CD&V), gedeputeerde voor Plattelandsbeleid: ‘Er is een ruime keuze aan klimaat-robuuste gewassen. De landbouwers maken zelf een keuze, en wij kunnen de teelt dan ter plekke mee opvolgen, de ervaringen van de landbouwers noteren en hen daarin begeleiden.’ Marc Tops uit Poederlee is één van die landbouwers die mee in het project stappen. ‘Ik heb nu een deel sorghum staan in plaats van mais. Dat is beter bestand tegen de droogte, wat in de toekomst zeker interessant kan zijn. De koeien moesten even wennen aan de nieuwe smaak, maar na twee weken waren ze helemaal mee. De mineralenbalans van sorghum is erg goed, dus ik denk dat het ook voor de gezondheid van de koeien een goede zet is.’
Boerennatuur ondersteunt landbouwers bij het kiezen van de voorgestelde maatregelen, geeft informatie en begeleidt de technische uitvoering op het terrein. Geïnteresseerde landbouwers uit de regio kunnen zich hiervoor aanmelden bij de projectpartners. In een volgende projectfase worden landbouwers die al maatregelen hebben genomen, verenigd in een of meerdere agrobeheergroepen. Dat zijn samenwerkingsverbanden die instaan voor het agrarisch landschaps-, natuur- en/of waterbeheer.
Burgemeester Marleen Peeters (N-VA) en schepen van duurzaamheid Luc De Backer (Groen) van Lille: ‘We zijn blij met het initiatief en steunen dit project ook financieel. We zijn fier dat onze boeren, zoals Marc Tops, mee willen zoeken naar oplossingen. We hopen dat nog meer landbouwers zich aansluiten bij het initiatief en samen met ons en andere natuurbeheerders helpen zoeken naar oplossingen voor de toekomst.’ (EM / Foto Provincie Antwerpen)