Bart Somers: ‘De inzet van de verkiezingen is vermijden dat de extremisten het halen.’
MECHELEN – Het ontslag van Bart Somers (Open Vld) als Vlaams minister, gisteravond via sociale media, kwam als een totale verrassing. Dat Somers voor Mechelen zou kiezen wist uiteraard iedereen, maar het tijdstip en de manier waarop deze boodschap werd meegedeeld, was niet zo voordehandliggend. Somers wordt lijsttrekker van de nieuwe stadslijst ‘Voor Mechelen’. De Wetstraatpers was massaal uitgerukt naar bib van Predikheren en uiteraard kwamen zij maar voor één persoon.
Somers: ‘Ik heb gisteren via sociale media uitvoerig uitgelegd waarom ik deze keuze maak maar ik vind het belangrijk om mijn beslissing vandaag toe te lichten om ook duidelijk te maken wat wij in Mechelen creëren en doen. De fundamentele reden waarom ik deze keuze heb gemaakt, is de liefde voor Mechelen, een stad waar ik al 24 jaar burgemeester ben, waar ik ben opgegroeid, waar ik de gouden jaren ’80 en ’90 heb meegemaakt en waar we met een heel sterke ploeg en met heel veel Mechelaars op twintig jaar tijd de stad hebben uitgebouwd tot een warm nest, een referentiestad waar vriend en tegenstander van zegt dat het een stad is die een ongelooflijke transformatie heeft doorgemaakt. In tijden van politieke onzekerheid – waar krachten die extremistisch zijn inspelen op angst – kan het lokale niveau houvast, bescherming en perspectief bieden aan mensen.’
‘Ik heb altijd als minister van binnenlands bestuur de overtuiging gehad dat de oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen van vandaag, lokaal zullen genomen worden. Betaalbare woningen zullen gebouwd worden in onze steden of ze zullen niet gebouwd worden. Steden moeten een antwoord bieden op de klimaatuitdaging. Inburgering gebeurt ook lokaal, niet in de Wetstraat. En oplossingen voor mobiliteit moeten lokaal gevonden worden. Die uitdagingen zijn belangrijk en mijn overtuiging –dat de oplossingen op lokaal vlak moeten worden genomen – is alleen maar sterker geworden. Het lokale niveau is verder de plaats voor politieke vernieuwing, die onze democratie absoluut nodig heeft. Het nieuwe decreet werkt dat trouwens in de hand. Op lokaal vlak vinden we mogelijkheden om klassieke breuklijnen uit het verleden te overstijgen, om nieuwe verbindingen te maken en om nieuwe allianties uit te bouwen en dat is iets wat onze democratie absoluut nodig heeft.’
‘Zelf ben ik heel de tijd heel nauw betrokken gebleven bij het Mechels beleid, ook toen ik minister was. De Mechelaars weten dat. Ik woon in deze stad, ik leef in deze stad en ik heb altijd met de collega’s in het schepencollege en zelfs met een bredere groep mee nagedacht, mee keuzes gemaakt en mee het beleid bepaald. Voor mij is Mechelen nooit weggeweest. Ik ben hier altijd aanwezig geweest. Ik wil dan ook heel duidelijk de keuze maken voor de stad in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. Ik had daar tijdens de zomer lang over nagedacht, met veel mensen over gepraat en voor mij is het heel duidelijk dat ik de volgende jaren – als de Mechelaar dat wil – leiding zal geven aan deze stad. Als je een keuze maakt moet je dat ook helder doen. Je kan in de lokale politiek niet twee dagen voor de verkiezingen daarmee beginnen. ‘
‘In juni hebben we parlementsverkiezingen. Op het moment dat het gemeenteraadsverkiezingen zullen zijn is de kans groot dat er nog geen regeringen zijn. Op dat moment zou ik nog minister zijn. Dat is een dubbelzinnige situatie. Wie de ambitie heeft om burgemeester in een stad met de omvang van Mechelen te worden moet daar heel veel tijd en energie in steken en dubbel lopen is dan nooit correct, niet naar de Mechelaar toe maar ook niet naar de rest van Vlaanderen toe. Als je de keuze voor Mechelen wil maken dan moet je die helder maken. Ik heb in het verleden al een paar keer heel duidelijk gezegd dat ik zelf niet kon bepalen wat mijn politieke toekomst zou zijn. Politiek is een ploegsport maar ik zit vandaag in een positie dat ik dat wel kan. Als de Mechelaar kiest voor mij als burgemeester zal ik dat onvoorwaardelijk zes jaar lang zijn.’
‘Mensen praten over vernieuwing maar de stap om dat mogelijk te maken is niet evident’
‘Ik wil uitdrukkelijk Alexander Vandersmissen bedanken. Hij heeft vier jaar lang op een schitterende manier het waarnemend burgemeesterschap op zich genomen. Ik ken Alexander sinds 1999. Onze echtgenotes werkten samen op een interimkantoor. Hij was mijn eerste medewerker toen ik parlementslid werd. We zijn echte politieke buddy’s. Hij heeft de kans gegrepen om dat waarnemend burgemeesterschap op een schitterende manier te doen en we gaan ook de volgende jaren samenwerken. We leven vandaag in een tijd waar ons democratisch model onder druk staat door populistische en extremistische krachten. Dat wordt de grote inzet van de verkiezingen in juni. Onze democratische partij is sterk genoeg om ons model te vernieuwen en in handen te houden tenzij er extremistische partijen aan de macht komen die onze rechtstaat uithollen. Dit overstijgt de partijpolitiek.’
‘Elke partij heeft hierin een opdracht. Elke partij heeft moeten nadenken over hoe ze zich kan versterken. We moeten daarvoor niet kijken naar partijen die zich in de populistische sfeer bevinden. Een democratische partij moet in de eerste plaatst naar zichzelf kijken en de vraag stellen of zij sterker kunnen worden. Het is mijn overtuiging dat mijn partij – die al heel veel jaren aan de macht is en die schitterende dingen heeft gedaan – daarvoor de kaart van de personele vernieuwing moet trekken. Dat is een noodzakelijke voorwaarde. Ik heb me dat inzicht eigen gemaakt tijdens de zomer. Ik heb voluit achter de keuze voor Tom Ongena gestaan als nieuwe voorzitter van de partij. Hij is eigenlijk mijn politieke zoon. Hij is onder mijn vleugels aan politiek begonnen en doet het vandaag als voorzitter op een schitterende manier in voor onze partij heel moeilijke omstandigheden.’
‘Door voor Tom Ongena te kiezen wist ik dat ik de lijstvorming in de provincie Antwerpen – tenzij ik een stap zou achteruitzetten – in de problemen zou brengen. Ik heb consequent gekozen voor Paul Tigchelt. Ik heb zijn kandidatuur mee gesteund want ik geloof dat nieuwe gezichten noodzakelijk zijn. Ik heb bewust een stap achteruitgezet en ben als lijstduwer gaan staan omdat veel mensen praten over vernieuwing, ze begrijpen dat dit nodig is, maar de stap zetten om dit mogelijk te maken is niet altijd evident. Ik heb dit wel gedaan en daardoor geef ik ruimte voor de partij om daar verder aan te werken. Ik neem de beslissing over lijstvorming evident niet. Dat doet de partijvoorzitter. Wat hij ook doet, ik zal het altijd accepteren maar ik geloof dat de beste keuze een keuze voor vernieuwing is.’
‘Ik ben minister geworden met twee uitdrukkelijke ambities. Ik wilde mijn ervaring als burgemeester op vlak van samenlevingsuitdagingen en op het vlak van de kracht van lokale besturen inzitten in de Wetstraat. Ik wou mijn ervaring gebruiken om daar een andere vorm van samenleven te introduceren en op een andere manier een kijk op de lokale besturen te realiseren. Tevens wilde ik erover waken dat de maatschappelijke antwoorden van de Vlaamse regering binnen de bedding van een humane samenleving zou liggen. Dat waren voor mij de twee redenen waarom ik die keuze toen heb gemaakt. Als ik daar nu op terugkijk kan ik zeggen dat ik mij binnen die regering altijd op een constructieve manier heb opgesteld . Ik heb getracht een bruggenbouwer te zijn en ik heb uiteraard rekening gehouden met de prioriteiten van andere partijen maar ik denk dat ik die twee doelstellingen heb gerealiseerd.’
‘Er is nooit een goed moment om te vertrekken uit een regering’
‘Als ik kijk naar de positie die lokale besturen vandaag in het politieke en maatschappelijke debat innemen, dan stel ik vast dat die enorm versterkt zijn. We hebben zes miljard extra geïnvesteerd in lokale besturen en hebben de lokale democratische spelregels volledig herzien. Ik ben ervan overtuigd dat de lokale besturen in de toekomst belangrijker zullen worden. Samenleving en inburgering was een probleemdepartement maar vandaag de dag is dat een zeer performant departement. Het inburgeringsbeleid is er één geweest van plichten en van rechten maar ook van kansen geven. We hebben terzake een humaan beleid gevoerd. En met het Vlaamse mensenrechteninstituut hebben we mensenrechten verankerd in de Vlaamse democratie.’
‘Het werk is nooit af in een regering. De vraag is of dit een goed moment is om te vertrekken. Er is eigenlijk nooit een goed moment maar wanneer je die beslissing hebt genomen moet je heel consequent zijn. Ik ben ervan overtuigd dat in de Vlaamse regering de continuïteit verzekerd is nu de Septemberverklaring is getekend. Uiteraard ligt er nog werk op de plank. Evident zullen mijn collega’s daar nog heel wat moeten doen en er is natuurlijk nog het stikstofdossier. In dat dossier hebben mijn partij en ik altijd een constructieve rol gespeeld en mee naar een oplossing gezocht. Ik ben ervan overtuigd dat mijn partij dat verder zal doen. Ik ben zeker dat – als de wil bij de drie partijen aanwezig is – er een akkoord kan worden gemaakt. Wij zullen altijd meewerken aan dat akkoord. Trouwens, de besprekingen die daarover lopen zijn veel breder dan alleen maar de ministers. Ook de parlementsleden zijn daar heel actief bij betrokken. De Vlaamse regering zal niet gedestabiliseerd worden. Integendeel. We zullen al het mogelijke doen – ook ik als parlementslid – om die continuïteit te garanderen.’
‘Het zijn moeilijke tijden en dan moet je heldere keuzes maken. Op nationaal vlak doe ik dat door te kiezen voor vernieuwing, iets wat ik altijd gedaan heb. Het mooiste moment dat ik vandaag in de kranten heb gekregen is dat ik een bron ben van veel vernieuwing in de partij. Ik ben trouwens heel vereerd over de rol die men mij heeft toebedeeld in de Vlaamse regering. Ze noemen mij een bruggenbouwer. Het is heel aangenaam als je je eigen begrafenis mag meemaken. De Vlaamse regering – en onze partij – is sterk genoeg om het beleid verder te zetten. Ik heb deze beslissing gisteravond niet zomaar plots genomen. Al de mensen die hier staan, alle Open Vld-ers en mensen van Groen uit Mechelen, wisten dit al veel langer maar tegenover andere partijen heb ik uiteraard gezwegen anders zou dit rondgegaan zijn als een lopend vuurtje. Ik ga morgen naar de plenaire, ik ga vrijdag naar de ministerraad en vanaf maandag vind je me in het stadhuis.’
Uiteraard verdween het nieuws over de nieuwe stadslijst in het niets. Kristof Calvo van Groen zal de lijst duwen. ‘Op de lijst zullen minstens tien onafhankelijke, nieuwe, kandidaten staan, ook op prominente plaatsen. De beweging van nu al 600 Manemakers hopen we te verdubbelen en wordt dé Mechelse plek van nieuwsgierigheid en engagement, waar iedereen kan meewerken en meedenken. Ook de jongeren zullen volop de krachten bundelen met Generatie2800. De stadspartij plant de komende tijd allerlei initiatieven om Mechelaars te betrekken en te bevragen. Tussen nu en midden februari zullen er alvast minstens 100 huiskamergesprekken worden georganiseerd . Zo wordt er toegewerkt naar een Staat van de Stad, een uniek en groots participatiemoment met zoveel mogelijk Mechelaars.’
Om 20 uur vanavond wordt bekendgemaakt wie Bart Somers als minister zal opvolgen. Eerder vandaag werd duidelijk dat het een vrouw zou worden. Dan waren er maar twee kandidaten: Stephanie D’Hose en Gwendolyn Rutten. Geconfronteerd met de vraag of het laatstgenoemde zou kunnen worden – wat niet meteen een signaal van vernieuwing zou zijn – antwoordde Somers: ‘Geen commentaar. De voorzitter neemt die beslissing. Ik lever dus ook geen advies.’ Maar iedereen weet dat Tom Ongena slechts de buikspreekpop is van Alexander De Croo. Die hakte vandaag nog de knoop door en koos voor Rutten.
Edwin MARIËN