Alpecin-Deceuninck bezet podium in Antwerp Port Epic, Van Gestel nog net in top tien

ANTWERPEN – Misschien is de Antwerp Port Epic wel de koers met het spectaculairste parcours in ons land. De renners startten iets voorbij het Havenhuis. Vervolgens ging het richting Waasland en via Lillo en de Scheldelaan dook men de Polder in voor 25 kilometer kasseien en 34 kilometer over onverharde wegen.
Gent-Wevelgem is een World Tour-klassieker en heeft zijn Plug Streets maar die spelen nooit een rol van betekenis. De wegen in Zandvliet, Berendrecht, Stabroek, Hoevenen en Ekeren doen dat wel. Soms wordt er zelfs gereden over privaat eigendom, op stroken die voor de rest van het jaar niet toegankelijk, zijn zoals het Kabeljauwpad in Zandvliet. Maar jammer genoeg valt de wedstrijd bijzonder slecht op de kalender. Vandaar: amper media-aandacht. De twee grootste (sport)kranten van Vlaanderen bleven weg.
Nog een gevolg: slechts één team startte met een volwaardige ‘Wereldbekerploeg’. Het is daardoor wellicht geen toeval dat Alpecin-Deceuninck de plaatsen één, twee en drie op het podium bezette. Marthe Truyen won dan ook nog de koers bij de vrouwen. Ik denk niet dat er vanavond plat water zal gedronken worden door de gebroeders Roodhooft.
De wind, die in de Polders meer in het nadeel dan in het voordeel blies, maakte de wedstrijd nog zwaarder. De koers werd gekruid door vier vroege vluchters: Jacob Scott (Bolton Equities Black Spoke), Kane Richards (ARA Skip) en Frederik Muff en Bjorn Frederik Sørensen (ColoQuick).
Nobele onbekenden dus die een maximale voorsprong van 4’30” uitbouwden. Maar ook de rest van het peloton keek niet passief toe. Eén provinciegenoot reed zich ook in de kijker: Dries Van Gestel uit Arendonk. Uiteindelijk finishte hij nog net bij de top tien.
Dries De Bondt ontsnapte op 40 kilometer voor het einde en kreeg het gezelschap van Sander De Pestel en Thomas Bonnet en later van Florian Vermeersch, Quinten Hermans en Timo Kielich. De helft van de koprijders reden dus voor Alpecin-Deceuninck. Op acht kilometer voor het einde ging De Bondt opnieuw. In de achtergrond pareerden Kielich en Hermans alle tegenaanvallen. Meer zelfs, ze finishten nog als tweede en derde.
Van Gestel: ‘Wat ik van de koers vind? Stoffig. Zanderig. We hebben met onze ploeg heel goed gereden. We waren altijd mee vooraan. Ik was attent maar zakte toch eens één keer naar achteren af en op dat moment ging De Bondt ervandoor. Mijn ploegmaat, Thomas Bonnet, is er nog naartoe gereden , samen met De Pestel.’
‘In een bocht in Zandvliet schoof ik weg. Ik kon niet direct mee, bleef op een paar meter hangen, net als Vermeersch. Als we er beiden volop hadden voor gegaan dan waren we er misschien nog bijgekomen maar nu zat ik gevangen in de achtervolgende groep.’
‘Er had zeker meer ingezeten. Ik had goede benen maar koers is koers en ik had moeten mee zijn. Ik vind dit wel een toffe wedstrijd. Ik kan zeggen dat ik niet plat gereden ben. Voor de koers is het toch altijd even afwachten wat het zal worden.’
‘Toen we de laatste sector afdraaiden voelde ik me opgelucht. Het is ergste was voorbij, dacht ik. Maar dan zag ik toch nog iemand anders platrijden. De komende weken rijd ik een Belgisch-Frans programma met Boucles de la Mayenne en Heistse Pijl.’
De Lotto Cycling Cup is nu halfweg. De volgende wedstrijden van dit regelmatigheidscriterum zijn de Van Merksteijn Fences Classic in Zwevegem, Dwars door het Hageland in Diest, de Elfstedenronde in Brugge, het Circuit Franco Belge in Mont de l’Enclus en het Kampioenschap van Vlaanderen in Koolskamp.
Edwin MARIËN