Aartsbisschoppelijk Paleis in Mechelen is verlost van haar stellingen
- Mechelen
- Ronny Mullens
- 07/09/2023

Aartsbisschoppelijk Paleis in Mechelen
MECHELEN – Sinds een Napoleontische wet uit 1801 is de zorg van het aartsbisschoppelijk paleis van Mechelen een kerntaak van de provincie Antwerpen, die deze plichtsgetrouw behartigt. Men kan hierover alles lezen in de meest recente uitgave in de erfgoedreeks Ter Plekke, de bezoekersgidsen over sites waar de provincie Antwerpen zorg voor draagt. Sinds 2006 voert de provincie een vijfdelig masterplan uit, waartoe de restauratie van de gevels behoort. Deze restauratiefase van 2,1 miljoen euro is nu klaar. Verlost van haar stellingen neemt het aartsbisschoppelijk paleis opnieuw in volle glorie haar plaats in het historische hart van Mechelen in.
Na een restauratie van de daken in 2002, stelde de provincie Antwerpen in 2006 een ontwerper aan voor de globale restauratie van het aartsbisschoppelijk paleis. Gezien de vele uitdagingen werd een masterplan opgemaakt waarbij de restauratie in vijf fases of werven werd opgedeeld. Twee fasen werden al voltooid. In november 2013 werd de conciërgewoning opgeleverd en in mei 2017 werd de restauratie van het interieur van de westelijke vleugel, met name de woonvertrekken van de kardinaal, voltooid.
De restauratie van de gevels is een derde fase, die oorspronkelijk als laatste gepland was. Luk Lemmens (N-VA), gedeputeerde voor erfgoed: ‘Deze restauratie werd met enige urgentie uitgevoerd nadat in 2018 bleek dat de gevelbepleistering scheuren vertoonde, die de degradatie van de gevel versnelden. Daarom stelden we met spoed een restauratiedossier samen dat we als dringend project bij de Vlaamse Overheid indienden. Ook in een vorige restauratiefase was de Vlaamse Overheid al een zeer waardevolle partner. Zodra in 2021 de premie goedgekeurd werd, zijn de werken van start gegaan. In totaal spreken we van een kostenplaatje van 2,1 miljoen euro waarvan de provincie 1 249 300 euro financierde en de Vlaamse overheid 800 000 euro.’
Er werd tijdens de restauratie betracht om het oorspronkelijke pleisterwerk zoveel mogelijk te behouden. Loszittend pleisterwerk werd evenwel gebikt waarna nieuwe pleister werd aangebracht. Na het herstel van het pleisterwerk werd de gevel geschilderd. De kleur hiervan werd bepaald aan de hand van een vooronderzoek naar de oude afwerkingslagen. Ook het schrijnwerk kreeg een nieuwe laag verf. Daarenboven werden de 414 luiken stuk voor stuk geïnventariseerd. 115 luiken die nog in behoorlijke staat waren, werden hersteld en herschilderd. De meeste luiken moesten vervangen worden omdat ze doorheen de jaren verdwenen of te ver ingerot voor herstel waren. Er werden uiteindelijk 299 nieuwe luiken gemaakt. Tot slot werden ook de kapitelen bovenaan de pilasters aangepakt. Dikke verflagen van jaren werden met het scalpel verwijderd zodat de gebeeldhouwde detailleringen weer leesbaar werden, waarna er een dunne laag verf werd aangebracht.
Het archeologisch en bouwhistorisch onderzoek dat gepaard gaat met een restauratiewerf van waardevol erfgoed, spreekt steevast tot de verbeelding. Soms komen tijdens de werf boeiende ontdekkingen boven of levert de restauratie nieuwe inzichten op. De voltooiing van de gevelrestauratie wordt aangegrepen voor de publicatie van de derde aflevering van Ter Plekke. In Ter Plekke 3 wordt alle informatie samengebracht die tijdens het bouwhistorisch onderzoek naar het paleis verzameld werd. Lemmens: ‘Deze nieuwe publicatie laat de geïnteresseerden voor het eerst de verhalen van dit gebouw ontdekken, de verhalen van de kunstenaars en de bewoners, de getuigenissen van goede en kwade dagen, en geeft een inkijk op de bijzondere erfgoedlocaties van dit paleiscomplex.’ Het aartsbisschoppelijk paleis blijkt een bijzonder gebouw. Niet enkel heeft het een eerbiedwaardige geschiedenis die teruggaat tot 1596, het is bovendien een van de weinige, gaaf bewaarde ‘Rijksgebouwen’ uit een onterecht vergeten periode in onze geschiedenis, met name het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
Foto’s Ronny MULLENS